4.4

• Natuurkunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

4.4 Wisselwerking van krachten

De wetten van Newton

1 . De eerste wet : de traagheidswet

2 . De tweede wet : kracht verandert de snelheid

3 . De derde wet : actie is reactie

De derde wet van Newton

Als voorwerp A een kracht uitoefend op voorwerp B, dan oefent voorwerp B een evengrote maar tegengestelde kracht op voorwerp A uit.

phet.colorado.edu

krachten komen altijd in paren voor

Zonder een tegenkracht kom je niet vooruit.

Auto met de wegdek.

Vliegtuig met lucht.

Zwemmer met water.

Rennen met grond.

Frank fietst met een constant snelheid van 8 m/s. De normaal kracht is 850 N en de spierkracht die hij levert is 500 N. Hoe groot zijn de weerstandskrachten?

1. 0 N
2. 1350 N
3. 500 N
4. 850 N

Bekijk de volgende twee uitspraken:
1 Een kracht werkt altijd tussen twee voorwerpen.
2 De spankracht in een elastiek is hetzelfde als de veerkracht van dat
elastiek.

1. uitspraak 1 is juist
2. uitspraak 2 is juist
3. beide uitspraken zijn juist
4. geen van beide uitspraken is juist

er werken twee krachten op een voorwerp, een van 5 N, een van 20 N.
Dan kan de resulterende kracht liggen:

1. tussen 5 N en 20 N
2. tussen 5 N en 25 N
3. tussen 5 N en 15 N
4. tussen 15 N en 25 N

oefenvragen

28, 29, 30, 31, 32 blz 92