In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Omrekenen van tijd
Natuurkunde T3
Slide 1 - Tekstslide
Doel van de les
Begrijpen van de tijdseenheden.
Kunnen omrekenen van de tijdseenheden naar seconden
Kunnen omrekenen naar uur
Afspraken over de tijdseenheid
Slide 2 - Tekstslide
Herhaling
Je hebt nu geleerd dat de afgeleide eenheden omgerekend kunnen worden naar de standaard eenheid.
Je hebt geleerd dat je bepaalde dingen kunt vinden in je Binas
Voor de volgende vragen heb je je Binas nodig.
Open je Binas ( staat in classroom bij de doelen van dit onderwerp)
Slide 3 - Tekstslide
Wat is het nummer van de tabel waarin de vermenigvuldigingsfactoren (afgeleide eenheden) staan in je Binas
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 4 - Quizvraag
Wat is de tabelnummer van de tabel waarin de formules over beweging staan in je Binas
A
6
B
7
C
8
D
9
Slide 5 - Quizvraag
Kijk in tabel 7. Welke formule kun je gebruiken om het gewicht uit te rekenen?
A
7
B
8
C
9
D
10
Slide 6 - Quizvraag
Wat is volgens tabel 1 de valversnelling op de maan
A
10 m/s^2
B
1,6 m/s^2
C
3,0 . 10^8 m/s
D
- 273 gr C
Slide 7 - Quizvraag
Hoeveel volt is 1,23 kV
A
12,3 V
B
123 V
C
1230 V
D
12300 V
Slide 8 - Quizvraag
De tijd
De tijd is geen eenheid uit een tientallig stelsel, daarom is het omrekenen van de tijd iets lastiger. Helemaal als je de tijd moet gebruiken samen met een andere eenheid (zoals de snelheid) dan wordt het moeilijker.
Slide 9 - Tekstslide
De eenheden
De eenheden van tijd zijn de eenheden die wij wl van kleins af aan leren gebruiken.
Dit zijn seconde, minuut, uur, dag, week, maand, jaar, eeuw, millenium
Maar voor de natuurkunde zijn ze niet allemaal even geschikt
Slide 10 - Tekstslide
De standaard eenheid
Bij de natuurkunde gebruiken we normaliter de seconde, dus je moet weten hoe je omrekent naar de seconde (afkorting is s, kleine letter)
1 minuut = 60 seconden
1 uur = 3600 seconde
1 dag = 24 uur = 24 x 3600 = 86 400 s
Slide 11 - Tekstslide
soms een uur
Alleen als de tijd lang duurt (bij energie verbruik of bij een beweging) mag je soms de tijd in uur (afkorting is de kleine letter h van hour) doen. Alle andere tijdseenheden worden niet gebruikt in de natuurkunde dus moet je die omrekenen.
Slide 12 - Tekstslide
tijdseenheid
uur
seconde
minuut
1/60 deel
60
uur
1
3600
dag
24
week
167
jaar
365,25 x 24
Slide 13 - Tekstslide
Werk
Nu
Maken van de opdracht op classroom
(Als de massa 4 mega ton is, ...)
Huiswerk
Maken opdracht omrekenen van tijd (Wiskunde bij Natuurkunde deel 2)