To Be

Wat weet je nog over 'to be'?
1 / 26
volgende
Slide 1: Open vraag
EngelsMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Wat weet je nog over 'to be'?

Slide 1 - Open vraag

Wat zijn de vormen van to be?

Slide 2 - Open vraag

Wat is 'to be' in het Nederlands?

Slide 3 - Open vraag

Maak het rijtje met de pronouns en een vorm van to be af!

Slide 4 - Open vraag

Maak het rijtje met de pronouns en een verkorte vorm (+ short) van to be af!

Slide 5 - Open vraag

Maak het rijtje met de pronouns en een ontkennende (-) vorm van to be af!

Slide 6 - Open vraag

Maak het rijtje met de pronouns en een ontkennende (- short) vorm van to be af!

Slide 7 - Open vraag

Maak een vraagzin (?) met het rijtje v/d pronouns en een vorm van to be af!

Slide 8 - Open vraag

Maak een ontkennende vraagzin (?) met het rijtje v/d pronouns en een vorm van to be af!

Slide 9 - Open vraag

Wat is de vertaling van:

Jij bent
A
You is
B
She is
C
You are
D
We are

Slide 10 - Quizvraag

Wat is de vertaling van:
Wij zijn
A
She is
B
They are
C
We is
D
We are

Slide 11 - Quizvraag

Wat is de vertaling van:

Ik ben
A
She is
B
I am
C
You are
D
We are

Slide 12 - Quizvraag

Wat is de vertaling van:

Hij is
A
He are
B
He is
C
She is
D
They are

Slide 13 - Quizvraag

Wat is de vertaling van:

Zij zijn
A
We are
B
They are
C
These are
D
She are

Slide 14 - Quizvraag

To be:
We...
A
is
B
am
C
are

Slide 15 - Quizvraag

To be: They
A
is
B
are
C
am

Slide 16 - Quizvraag

To be:
He...
A
are
B
am
C
is

Slide 17 - Quizvraag

Wat zijn de vormen van 'to be'?
A
be - been
B
am - is - are
C
are
D
geen idee

Slide 18 - Quizvraag

To be: I
A
are
B
am
C
is

Slide 19 - Quizvraag

Wat is geen vorm van 'to be'?
A
not
B
is
C
am
D
are

Slide 20 - Quizvraag

(to be)
I.........happy to be here.

Slide 21 - Open vraag

Maak de ontkenning met 'to be':
She ...... (to be) happy.

Slide 22 - Open vraag


__ you happy?
A
am
B
are
C
is

Slide 23 - Quizvraag


She __ my teacher.
A
'm not
B
're not
C
's not

Slide 24 - Quizvraag


We __ friends.
A
am not
B
are not
C
is not

Slide 25 - Quizvraag


The apples __ red.
A
am
B
are
C
is

Slide 26 - Quizvraag