In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Regels
spullen bij je
stil zijn als docent praat
meedoen in de les
respect voor elkaar
Slide 1 - Tekstslide
Herhaling
Herhaling
Slide 2 - Tekstslide
Herhaling 6.4/6.5
Slide 3 - Tekstslide
Wat is de EU?
A
Een Europees militair bondgenootschap.
B
Een mensenrechtenorganisatie
C
Een samenwerkingsverband van Europese lidstaten
D
Het grootste parlement van Europa.
Slide 4 - Quizvraag
Wie bedenken de wetsvoorstellen voor de EU?
A
Europese Commissie
B
Raad van Ministers
Slide 5 - Quizvraag
Wat waren de hoofddoelen van de EU?
A
Vrede en welvaart
B
Handel en welvaart
C
Open grenzen en welvaart
D
Open grenzen en vrede
Slide 6 - Quizvraag
Welke uitspraak over het Europees Parlement is juist? Het Europees Parlement
A
bestaat uit vertegenwoordigers van alle Europese landen.
B
vergadert om de zes maanden in een andere lidstaat.
C
wordt gevormd door de ministers van de afzonderlijke landen.
D
wordt rechtstreeks gekozen door de burgers van de lidstaten.
Slide 7 - Quizvraag
Nadeel van de EU?
A
Goedkopere producten uit Roemenië en Polen
B
Nederland heeft door EU een groter afzetgebied
C
Nederlandse handel neemt toe
D
Nederland heeft daardoor een grotere arbeidsmarkt
Slide 8 - Quizvraag
Inwoners van EU-landen mogen ook in andere EU-landen werken of wonen.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 9 - Quizvraag
Dagelijks bestuur van de EU
A
Europees Parlement
B
Europese Commissie
C
Raad van Europese Unie
D
Europese Raad
Slide 10 - Quizvraag
Wat is het belangrijkste doel van de VN?
A
Hongersnood voorkomen
B
Oorlogen voorkomen
C
Samenwerken
D
Hulp aan arme kinderen
Slide 11 - Quizvraag
GEEN taak van de VN is ....
A
hulp bieden aan mensen in nood
B
om naleving van mensenrechten vragen
C
bemiddelen bij conflicten
D
de handel tussen landen bevorderen
Slide 12 - Quizvraag
Waar staat VN voor?
A
Verenigde Nakies
B
Verenigde Naties
C
Vriendelijke Naties
D
Verenigde Nazi's
Slide 13 - Quizvraag
Welk land kwam dit jaar bij de NAVO?
NAVO, Wikimedia Commons
A
Ierland
B
Malta
C
Oostenrijk
D
Zweden
Slide 14 - Quizvraag
Wat is de taak van de NAVO?
A
Het bevorderen van handel
B
Het beschermen van alle landen in de NAVO
C
Het helpen van armere mensen
Slide 15 - Quizvraag
Als een land binnen de NAVO wordt aangevallen, moeten alle andere NAVO landen meevechten...
A
Waar
B
Niet Waar
Slide 16 - Quizvraag
Wat voor kritiek hebben de Amerikanen over de NAVO?
A
De VS, China en Rusland hebben te veel macht
B
Er is een democratisch tekort
C
Werklozen migreren door de NAVO vaak naar de VS
D
Europa betaalt te weinig
Slide 17 - Quizvraag
Amnesty International houdt zich bezig met de mensenrechten over de hele wereld.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 18 - Quizvraag
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Tekstslide
Slide 28 - Video
Slide 29 - Video
Slide 30 - Tekstslide
Klassikaal vragen maken
Lesboek bladzijde 167/169
Vraag: 3-5-7-8-10-11 (samenvatting)
Slide 31 - Tekstslide
3
Bijvoorbeeld: Er komen meer vluchtelingen naar Nederland en de vluchtelingenopvang moet worden uitgebreid. Of: Klimaat, omdat er strenge stikstofregels zijn om de opwarming van de aarde te remmen en boeren hebben daar last van.
Slide 32 - Tekstslide
5
Kleding, schoenen, computers en telefoons.
Slide 33 - Tekstslide
7
Bijvoorbeeld: wanneer je drugs gebruikt, koop je dat bij criminelen. Omdat het om heel veel geld gaat, zijn deze criminelen bereid om met veel geweld hun handel te beschermen.
Slide 34 - Tekstslide
8
Bijvoorbeeld: het is niet makkelijk vast te stellen welk land de vervuiling veroorzaakt. Waarschijnlijk zijn er ook meerdere vervuilers
Slide 35 - Tekstslide
10 a/b/c
a Bijvoorbeeld: omdat beide partijen geweld gebruiken. Dan is het moeilijk te zeggen wie ‘goed’ is en wie ‘fout’.
b Terrorisme is het plegen van aanslagen met het doel angst te zaaien.
c Bijvoorbeeld: omdat de kans op een aanslag is toegenomen vanwege de steun voor Israël van de Nederlandse regering.