- Vergelijkt de stroom in de fasedraad met de stroom in de nuldraad.
- Als ze evengroot zijn is het normaal, en laat de aardlekschakelaar de stroom gewoon door.
- Is he verschil groten dan 30 mA,
schakelt die de stroom uit.
Slide 12 - Tekstslide
Randaarde
- Voorkomt dat de lekstroom langs iemands lichaam loopt.
- Daarom loopt er een groen-gele aarddraad van de buitekant
van het apparaat via het snoer naar de rand van het
stopcontact, en van daar verder
naar de aardrail in de meterkast.
Slide 13 - Tekstslide
Samenvatting
Als de weerstand van stroom door je lichaan kleiner wordt, dan wordt de stroomsterkte juist groter (bv. natte handen).
Zekering - Schakelaar slaat om als de stroom door een groep meer van 16 A is.
Aardlekschakelaar - Schakelaar slaat om als het verschil van de stroom tussen de fasedraad en nuldraad meer dan 30mA is. De randaarde neemt de lekstroom weg.