3H le petit nicolas

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Zoek 5 Franse woorden op over "school/ klaslokaal"

A. optreden

B. ontdekt worden

C. zin hebben om te 

A. Het antwoord fluisteren

B.  Je bent mijn vriend niet meer

C. beste vriend

D.  Het is vanzelfsprekend een jongen

E.  geen zin hebben om

F. een opstel

1.  Une rédaction

2.  ne pas avoir envie

3.  Tu n'es  plus mon copain

4. meilleur ami

5. c'est forcement un garçon

6. souffler la réponse

Welke strategieën pas jij al toe bij luisteropdrachten?

Ik weet waar ik op moet letten tijdens het luisteren

oui

non

Ik heb voorspellingen gedaan over wat ik ga horen

Oui

Non

Ik ben klaar om mijn aandacht te focussen op dat wat ik ga horen

Oui

Non

Est-ce que tu as déjà vu le film Le petit Nicolas?

Oui

Non

Wat weet jij al over le petit Nicolas?

Je hebt nu 3 minuten gezien.
Waar gaat het over?

Waarover moeten de leerlingen een opstel schrijven?

1. Op wie ze verliefd zijn
2. Over hun lievelings docent
3. Over hun beste vriend
4. Over hun huisdieren

Nicolas en Clothaire willen over elkaar schrijven. Wat moet Clothaire van Nicolas over hem schrijven? 

1. Dat hij van chocolade houdt
2. Dat hij nergens bang voor is
3. Dat hij grappig is
4. Dat hij slim is

Waarom kiest Nicolas niet voor Eudes?

1. Nicolas krijgt ruzie met Eudes omdat hij zegt dat Marie-Edwige eigenijk Nicolas het leukste vindt en niet Eudes.
2. Hij krijgt ruzie met Eudes omdat Eudes verliefd is op Marie-Edwige.
3. Omdat het meisje verliefd op hem is

Waarom valt Geoffroy af?

1. Omdat hij valsspeelt
2. Hij vindt Nicolas dom
3. Omdat Nicolas niet mag meevoetballen
4. Hij lui is

Waarom krijgt Nicolas ruzie met Rufus?

1. Omdat Rufus niet over Nicolas wil schrijven
2. Omdat Nicolas liever over Maixent schrijft.
3. Omdat Maixent liever over Rufus schrijft.
4. Omdat Rufus zegt dat er niets interessants over Nicolas valt te schrijven.

Over wie schrijft Nicolas uiteindelijk en waarom?

1. Over al zijn vrienden omdat ze allemaal zijn beste vrienden zijn.
2. Over zijn vader die hem altijd helpt
3. Over de buurman, Monsieur Blédure, die altijd van zijn vader wint
4. Over zijn moeder die hem altijd troost.

Ik concentreerde mij op de taak/ de video

Oui

Non

Ik concentreerde me op de informatie die ik nodig had om de vragen te beantwoorden

Oui

Non

Ik heb gebruik gemaakt van de intonantie, de lichaamshouding, gezichtsuitdrukkingen en visuele elementen om het beter te begrijpen

oui

non

Ik gebruikte mijn kennis van de context om het fragment beter te begrijpen

Oui

Non

Ik evalueerde of wat ik verstond logisch was

Oui

Non