Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Na Klar hfd 2 (proeftoets en oefening)
we gaan nu hfd 2 herhalen
Zwakke werkwoorden: met stam op -d/-t
voltooid deelwoord
Klokkijken
Vraagwoorden
Sterke werkwoorden met wissel a/ä ott
1 / 37
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Duits
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
In deze les zitten
37 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
we gaan nu hfd 2 herhalen
Zwakke werkwoorden: met stam op -d/-t
voltooid deelwoord
Klokkijken
Vraagwoorden
Sterke werkwoorden met wissel a/ä ott
Slide 1 - Tekstslide
Hoe gaan we het aanpakken
Van ieder onderdeel krijg je verschillende vragen, die moeten jullie op jullie chromebook beantwoorden.
Slide 2 - Tekstslide
Geef de basisregel van het voltooid deelwoord van een zwak werkwoord?
Slide 3 - Woordweb
Welke 2 hulpwerkwoorden hebben wij nodig om een voltooid deelwoord te maken?
Slide 4 - Open vraag
het werkwoord haben
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie /
Sie
habe
hast
hat
haben
habt
haben
Slide 5 - Sleepvraag
Het werkwoord sein
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
bin
bist
ist
sind
seid
sind
Slide 6 - Sleepvraag
Voltooid deelwoord van: arbeiten
A
arbeitet
B
gearbeited
C
arbeited
D
gearbeitet
Slide 7 - Quizvraag
Voltooid deelwoord van: warten
Er .......... lange ............
leg uit waarom?
Slide 8 - Open vraag
Voltooid deelwoord van: haben
Er ......... ein Auto ............
Wir ......... ein Auto ............
Slide 9 - Open vraag
Voltooid deelwoord van: sein
Ich ........ nach Deutschland -------
Du ........ nach Deutschland -------
Slide 10 - Open vraag
voltooid deelwoord van: studieren
Ich ........... Deutsch ............
Leg uit waarom?
Slide 11 - Open vraag
Klokkijken
Slide 12 - Tekstslide
Wie spät ist es?
(vertaal in het Duits en schrijf de tijden voluit)
Het is 08:45 uur (2x)
Slide 13 - Open vraag
Wie spät ist es?
(vertaal in het Duits en schrijf de tijden voluit)
Het is 11:33 uur (2X)
Slide 14 - Open vraag
Fragewörter
Vraagwoorden
Met welke
letter
beginnen deze meestal
Slide 15 - Tekstslide
welke Fragewörter ken je?
Slide 16 - Woordweb
Fragewörter
W
er?
W
as?
W
elch-?
W
o?
W
ann?
W
ie?
W
arum /
W
eshalb /
W
ieso?
W
oher?
W
ohin?
Slide 17 - Tekstslide
(waar) ....gehst du hin?
(wanneer) ......... kommst du wieder zürück?
Slide 18 - Open vraag
Wat is de vraag bij de onderstaande antwoord?
Ich heiße Lynn.
Slide 19 - Open vraag
Wat is de vraag bij de onderstaande antwoord?
Er geht nach Spanien.
.......... geht er in den Sommerferien? (kan met 2 vraagwoorden)
Slide 20 - Open vraag
Wat is bij de vraag van de onderstaande antwoord?
Angelo kommt aus den Niederlanden.
.......... kommt Angelo?
Slide 21 - Open vraag
Schrijf alle voorzetsels met de 4e naamval in het Duits op en vertaal ze.
Slide 22 - Open vraag
NAAMVALLEN
1e naamval
3e naamval
4e naamval
Slide 23 - Tekstslide
noem persoonlijke voornaamwoorden van het lijdend voorwerp (4e naamval).
Slide 24 - Woordweb
Vertaal voorzetsel en persoonlijk voornaamwoord in het Duits.
Meine Mutter hat immer (voor mij) ......
gekocht.
Slide 25 - Open vraag
Vertaal voorzetsel en persoonlijk voornaamwoord in het Duits.
Was hast du eigentlich (tegen haar).....
Slide 26 - Open vraag
Vertaal de persoonlijk voornaamwoord in het Duits.
Kannst du mir helfen? (Zonder jou) ...... schaffe ich es nie.
Slide 27 - Open vraag
Vertaal voorzetsel en persoonlijk voornaamwoord in het Duits.
Ich kümmere mich um (om hem)......
Slide 28 - Open vraag
manne-
lijk
vrouwe-
lijk
onzijdig
meer-
voud
der/ ein
die/ eine
das/ ein
die/ keine
Slide 29 - Sleepvraag
Sleep de woorden bij mannelijk, vrouwelijk of onzijdig!
Vrouwelijk
Mannelijk
Onzijdig
Die Frau
der Mann
die Oma
die Tante
das Mädchen
Der Bruder
das Kind
Der Onkel
Slide 30 - Sleepvraag
timer
1:00
die
der
das
Mann
Frau
Kind
Junge
Schule
Mädchen
Haus
Lehrer
Lehrerin
Slide 31 - Sleepvraag
Wat gebeurt er met sterke werkwoorden met een a in de stam?
Slide 32 - Open vraag
Bij sterke werkwoorden met een -a in de stam, verandert de - a in -ä bij
A
du
B
wir
C
ihr
D
er/sie/es
Slide 33 - Quizvraag
Wiederholung
-Waaraan herken je een sterk werkwoord? Geef 2 redenen!
-Bij welke 2 vormen van sterke werkwoorden met een a in de stam verandert die
a
in een
ä
?
Slide 34 - Tekstslide
Vul de goede vorm van het sterk werkwoord
Mein Vater (tragen ) …………. immer ganz altmodische Klamotten (kleren).
Slide 35 - Open vraag
Zet de sterke werkwoord in goede vorm:
Du (raten) ........
nie, was mir heute passiert ist.
Slide 36 - Open vraag
Wat vonden jullie van deze manier van overhoren?
Slide 37 - Woordweb
Meer lessen zoals deze
Na Klar hfd 2 (proeftoets en oefening)
December 2021
- Les met
30 slides
Duits
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
K1 persoonlijk voornaamwoord & werkwood sein
September 2019
- Les met
14 slides
Duits
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
Herhalen sterke ww+voorzetsels + nieuw volt. dw
April 2021
- Les met
35 slides
Duits
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 3
Grammatica oefenen 3 mavo
Mei 2022
- Les met
47 slides
Duits
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 3
HH werkwoorden en naamvallen
December 2020
- Les met
38 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 1,2
Woe 13-09-23 herhaling klas 2
September 2023
- Les met
32 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Voltooid deelwoord m1
Mei 2020
- Les met
16 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 1
Vr 8-09-23 herhaling klas 2 haben/sein/werden + voltooid deelwoord
September 2023
- Les met
21 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3