Schrijf het ingezonden stuk.
- Verwerk de punten van opdracht 2 in drie of vier alinea's van het middenstuk. Bepaal voor elke alinea een
deelonderwerp.
- Schrijf de inleiding en het slot.
- Gebruik in elk geval signaalwoorden voor het verband uitspraak-reden. Maak deze signaalwoorden dikgedrukt.
- Zorg ervoor dat elke alinea een kernzin heeft.
- Schrijf tussenkopjes boven de alinea's van het middenstuk.
- Gebruik tussen de 300 en 350 woorden.