Motivatie Les 3 ARS 2122



Gratis tijd

Nu je weet welke dingen je leuk 
vindt en graag wilt doen, gaan we 
nadenken over hoe voor jou een 
ideale dag eruit ziet.
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
MentorlesMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les



Gratis tijd

Nu je weet welke dingen je leuk 
vindt en graag wilt doen, gaan we 
nadenken over hoe voor jou een 
ideale dag eruit ziet.

Slide 1 - Tekstslide

  • Lees de slide voor en klik door naar de volgende slide.
Extra informatie
Om leerlingen inzicht te geven in de dingen die zij graag willen doen, gaan zij aan de slag met de opdracht 'Gratis tijd'. Het doel van deze opdracht is dat leerlingen gaan nadenken over hoe een ideale dag in hun leven eruit zou kunnen zien, waarbij zij geen rekening hoeven te houden met planning, verwachtingen en verplichtingen. Hierbij is het belangrijk dat er geen 'juist' antwoord is en alles dus kan en mag.


Gratis tijd

Hoe ziet jouw ideale dag eruit?
Maak de opdracht op het werkblad.


Slide 2 - Tekstslide

  • Lees de slide voor en klik door naar de volgende slide.
  • De leerlingen hebben hiervoor pagina 138 en 139 uit het Slim jezelf zijn boek nodig of werkblad 8.2.1 en 8.2.2 en laat de leerlingen deze naast elkaar leggen. 
Extra informatie
Enkele hulpvragen die ook bij de opdracht worden weergeven:
- Waar word jij 's ochtends wakker?
- Wil je dag alleen of samen beleven? En met wie dan?
- Hoe wil je de dag afsluiten?

Belangrijk is dat de leerlingen ook de afsluitende vragen (p. 139) beantwoorden.



Droomwereld

Tijdens een droom bevindt je je in een 
wereld die meestal niet bestaat. In een
droom kan je dingen die je nu nog niet
kan of doe je dingen die je nu nog niet
doet. 

Slide 3 - Tekstslide

  • Lees de slide voor.
Waarover heb jij voor het laatst gedroomd?

Slide 4 - Woordweb

  • Laat de leerlingen de vraag beantwoorden.


Droomleven

Bij een 'droomleven' denken mensen
vaak aan een leven vol vrijheid, mooie
plekken, veel geld en geluk. Dat hoeft
natuurlijk niet zo te zijn: jij bepaalt zelf 
hoe het eruit ziet.

Slide 5 - Tekstslide

  • Lees de slide voor.

Extra informatie
Ook bij dromen geldt dat nadenken het doel is. Er is dus geen juist antwoord en dat is ook niet waar het om gaat. De leerlingen gaan op de volgende slides aan de slag met oefeningen die ze helpt om inzicht te krijgen in hun dromen.


Lekker dromen!

Op de volgende slides worden een 
aantal vragen gesteld. Deze vragen 
helpen je om meer te leren over jouw 
dromen. Noteer jouw antwoorden!

Slide 6 - Tekstslide

  • Lees de slide voor. 
  • Voor deze opdracht hebben de leerlingen een schrift of een leeg A4-papier nodig. De leerlingen kunnen hier het antwoord op de vragen opschrijven. 


Waar ben je trots op?

Slide 7 - Tekstslide

  • Laat de leerlingen de vraag beantwoorden.
  • Benadruk dat er geen juist antwoord is en dat nadenken het doel is. Het zijn jouw eigen dromen.

Wanneer was jij op je best?

Slide 8 - Tekstslide

  • Laat de leerlingen de vraag beantwoorden.

Wat zou je doen wanneer je 
niet bang kon zijn?

Slide 9 - Tekstslide

  • Laat de leerlingen de vraag beantwoorden.
Als je de tijd terug kon 
draaien, wat zou je dan 
veranderen?

Slide 10 - Tekstslide

  • Laat de leerlingen de vraag beantwoorden.

Als geld geen rol speelde, 
wat zou jij later dan doen?

Slide 11 - Tekstslide

  • Laat de leerlingen de vraag beantwoorden.

Waarvoor ben je aan
het leren?

Slide 12 - Tekstslide

  • Laat de leerlingen de vraag beantwoorden.

Hoe ziet jouw ideale leven
eruit na je eindexamen?

Slide 13 - Tekstslide

  • Laat de leerlingen de vraag beantwoorden.


Upload een foto van jouw antwoorden

Slide 14 - Open vraag

  • Laat de leerlingen een foto uploaden van hun antwoorden op de vragen.
  • Bespreek een aantal antwoorden met de leerlingen.


Nadenken als doel

Wat jij belangrijk vindt kan je veel
vertellen over wat jou motiveert. 
Het doel van deze les is dan ook
nadenken en leren over jezelf!

Slide 15 - Tekstslide

  • Lees de slide voor.
Extra informatie
Wanneer het gaat over motivatie, dan hebben leerlingen al gauw het idee dat het de bedoeling is om met antwoorden te komen. Wij hebben echter ervaren dat juist het proces van nadenken over vragen als 'wat vind je leuk?', 'waar ben je goed in?' en 'wat vind jij belangrijk?' al heel erg waardevol kan zijn. Benadrukken dat het in deze les niet draait om het vinden van het juiste antwoord maar gewoonweg om het nadenken over de vragen kan voor leerlingen helpen de druk te verminderen. Zo ontstaat er ruimte om de gedachten de vrije loop te laten!


Beschrijf een situatie waarin jij trots
op jezelf was.

Slide 16 - Open vraag

  • Laat de leerlingen de vraag beantwoorden.
Extra informatie
Benadruk dat nadenken over waar je trots op bent kan helpen om te achterhalen wat je belangrijk vindt. Het hoeft niet iets groots te zijn: één keer hard aan je schoolwerk zitten, terwijl het super lekker weer was buiten, is ook zeker iets waar je trots op kunt zijn.


Hoe kwam het dat je
daar trots op was?

Slide 17 - Open vraag

  • Laat de leerlingen de vraag beantwoorden op hun telefoon.
  • Licht eventueel één of meerdere antwoorden uit om de leerlingen beter te leren kennen.





Gemotiveerde keuzes

Als je iets wat je moet doen kan 
koppelen aan iets wat jij belangrijk 
vindt, kun je motivatie van binnenuit
oproepen. Maar... dan moet je wel 
weten wat jij belangrijk vindt!

Slide 18 - Tekstslide

  • Lees de slide voor.
Extra informatie
Het is mogelijk om motivatie van buitenaf in motivatie van binnenuit te veranderen door vrijwillig te kiezen voor de dingen die je nu opgelegd worden. Dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Door je bewust te worden van wat je echt belangrijk vindt en vervolgens te bedenken hoe de dingen die je moet doen daaraan bijdragen kun je motivatie van binnenuit creëren.


Kernwoorden

In deze oefening gaan we kijken naar
welke kernwoorden jij belangrijk vindt. 
Pak het werkblad erbij. 

Slide 19 - Tekstslide

  • Lees de slide voor.
  • Zorg dat de leerlingen hun boek of werkblad 8.5 voor zich hebben.
Extra informatie
Door na te denken welke kernwoorden bij je passen, heb je meer inzicht in wat jij belangrijk vindt. Dit inzicht kun je gebruiken bij het maken van keuzes.
Het voorbeeld van aan je schoolwerk zitten, terwijl het lekker weer was, vereist discipline en doorzettingsvermogen. Als dat is wat jouw trots maakt dan vind je dat waarschijnlijk belangrijk. In dit geval zou 'discipline'  een kernwoord kunnen zijn. 
Wanneer je 'vrijheid' bijvoorbeeld belangrijk vindt, is het handig om niet je hele week vol te plannen, maar ook vrije tijd over te houden.


Stap 1: Kernwoorden 
selecteren


Lees de kernwoorden goed door en 
kruis aan welke woorden jij belangrijk 
vindt in jouw leven. 
              
timer
1:00

Slide 20 - Tekstslide

  • Lees de slide voor.
  • Start de timer.


Stap 2: Kernwoorden kiezen

Bekijk de aangekruiste woorden en 
 maak nu bij stap 2  in je boek 
of op je werkblad een top drie
voor jezelf.

timer
1:00

Slide 21 - Tekstslide

  • Lees de slide voor.
  • Start de timer.
Stap 3: Hoe nu verder?
Aan welke van de drie
kernwoorden zou jij graag
meer tijd willen besteden?

Slide 22 - Woordweb

  • Laat de leerlingen de vraag beantwoorden.
Extra informatie
Bij deze stap koppelen de leerlingen een onderdeel van hun autonome motivatie, namelijk een waarde die zij belangrijk vinden, aan het echte leven. De ideeën en keuzes die hieruit volgen helpen om vanuit autonome motivatie aan de slag te gaan!
Stap 3: Hoe nu verder?
Op wat voor manier zou je hier meer
tijd aan kunnen besteden?

Slide 23 - Woordweb

  • laat de leerlingen de vraag beantwoorden.


Upload een foto van jouw antwoorden

Slide 24 - Open vraag

  • Laat de leerlingen een foto uploaden van hun antwoorden op de vragen.
  • Bespreek een aantal antwoorden met de leerlingen.


Jouw rolmodellen

Rolmodellen zijn mensen die een 
voorbeeld voor jou zijn. Ze doen iets
waarvan jij het gevoel hebt dat je het
ook graag zou willen doen. 

Slide 25 - Tekstslide

  • Lees de slide voor.
  • Zorg dat de leerlingen hun boek (p. 148) of werkblad 2 voor zich hebben.
Extra informatie
Geef aan dat een rolmodel iedereen kan zijn: je allerliefste familielid of iemand die altijd doorzet wanneer het tegenzit. Uiteraard kan het ook een beroemd persoon zijn zoals Beyoncé of Ghandi. Door na te denken over de inspirerende dingen die deze mensen doen kun je veel leren over wat jij belangrijk vindt.


Jouw rolmodellen

Maak vraag 1 t/m 3 van de opdracht 
op het werkblad.
timer
5:00

Slide 26 - Tekstslide

  • Laat de leerlingen vraag 1 t/m 3 beantwoorden in hun boek (p. 148) of op werkblad 8.6. Hiervoor krijgen ze 5 minuten de tijd.
Wat doen deze personen waardoor het
rolmodellen voor jou zijn?

Slide 27 - Woordweb

  • Laat de leerlingen de vraag beantwoorden. Deze vraag hebben ze ook al beantwoord in hun boek of op het werkblad bij vraag 2.
  • Bij antwoorden die nog niet helemaal duidelijk zijn kunt u nog doorvragen naar specifieke handelingen of eigenschappen .


Hoe zou je dit meer in je eigen leven kunnen toepassen?

Slide 28 - Open vraag

  • Laat de leerlingen de vraag beantwoorden.
  • Bespreek enkele antwoorden met de leerlingen (doe dit alleen met de leerlingen die zich hier veilig bij voelen).


Hoe zou je dit meer in je eigen leven kunnen toepassen?

Slide 29 - Open vraag

  • Laat de leerlingen de vraag beantwoorden.
  • Bespreek enkele antwoorden met de leerlingen (doe dit alleen met de leerlingen die zich hier veilig bij voelen).


Upload een foto van jouw antwoorden

Slide 30 - Open vraag

  • Laat de leerlingen een foto uploaden van hun antwoorden op de vragen.
  • Bespreek een aantal antwoorden met de leerlingen.