Soorten schakelingen

Welkom!
Vandaag:
Uitleg over paragraaf 4.3, bladzijde 139
Opdrachten maken/simulatie werken 
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Vandaag:
Uitleg over paragraaf 4.3, bladzijde 139
Opdrachten maken/simulatie werken 

Slide 1 - Tekstslide

Verschillende schakelingen
Vandaag gaan we leren:
Wat de symbolen in een schakelschema zijn. 
Wat het verschil tussen een serieschakeling en parallelschakeling is. 
Waarom bijna altijd parallelschakelingen worden gebruikt en hoe deze werken. 

Slide 2 - Tekstslide

Schakelingen
Stroomkringen bestaan vaak uit verschillende onderdelen, en niet alleen uit bijvoorbeeld een batterij en lampje. Wanneer je een stroomkring hebt waarbij je dingen met elkaar verbind heb je een stroomkring. Stroomkringen worden vaak uitgetekend in een schakelschema, om een duidelijk overzicht te hebben van wat er in een schakeling zit, en hoe ze met elkaar zijn verbonden. 

Slide 3 - Tekstslide

Voorbeeld schakelschema

Slide 4 - Tekstslide

Symbolen schakelschema

Slide 5 - Tekstslide

Serieschakeling
Jullie hebben al verschillende schakelingen gemaakt. Een daarvan is een serieschakeling; hierbij zijn alle onderdelen direct achter elkaar aangesloten. In een serieschakeling heeft de stroom altijd een constante snelheid; de stroomsterkte is altijd even groot. 

Slide 6 - Tekstslide

Serieschakeling
Als je 3 lampjes achter elkaar aansluit, zie je wel dat het volgende lampje steeds minder fel brand. Dit komt omdat de spanning na elk lampje wel lager word. De directe spanning uit de spanningsbron heet de bronspanning. 

Slide 7 - Tekstslide

Parallelschakeling
Bij een parallelschakeling werkt dit anders; hierbij heeft elk onderdeel namelijk zijn eigen stroomkring. Dit zorgt ervoor dat elke lamp direct stroom uit de spanningsbron krijgt. De spanning neemt hierdoor niet af en elk lampje brand dus even fel. 

Slide 8 - Tekstslide

Parallelschakeling
Nu word wel de stroomsterkte verdeeld. De snelheid moet verdeeld worden over drie ''wegen''. De stroomsterkte die direct uit de spanningsbron komt is de totale stroomsterkte.

Slide 9 - Tekstslide

Totale stroomsterkte

Slide 10 - Tekstslide

Opdrachten
Maak de opdrachten van paragraaf 4.3. 11 en 12 ook! Dit soort vragen komen ook op de toets. 

Slide 11 - Tekstslide