In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Handig optellen en aftrekken
Compenseren & splitsen
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Doelen
Je kent twee nieuwe manieren van handig rekenen.
Je weet wanneer en hoe je kan compenseren.
Je weet wanneer en hoe je kan splitsen.
Slide 2 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
1. Compenseren
Als tussenstap kun je een som vereenvoudigen en daarna weer kloppend maken. (Compenseren betekent: kloppend maken.) Bijvoorbeeld 176 + 99 = ? Eenvoudiger is: tussentap: 176 + 100 = 276 maar je hebt 1 teveel erbij gedaan, die moet er nog af. compenseren: 276 - 1 = 275
Slide 3 - Tekstslide
Compenseren: weer gelijk maken, zodat het klopt.
436 + 502 =
Welke berekening is goed?
A
436 + 500 - 2 =
B
436 + 500 + 2 =
Slide 4 - Quizvraag
Je maakt van 502 een rond getal: 500. Als je 500 bij 436 optelt, heb je er 2 te weinig opgeteld. Die moet je er dan later weer bij optellen.
283 - 99 =
Welke berekening is goed?
A
283 - 100 + 1=
B
283 - 100 -1 =
Slide 5 - Quizvraag
Je maakt van 99 een rond getal: 100. Als je 100 van 283 aftrekt, heb je er 1 te veel afgetrokken. Die moet je er dan later weer bij optellen.
Reken handig uit: 87 + 99 =
Slide 6 - Open vraag
Maak van 99 een rond getal: 100. Tel 100 bij 87 op. Dan heb je 1 teveel erbij opgeteld, dus moet je die er later weer aftrekken.
Reken handig uit: 276 - 201
Slide 7 - Open vraag
Maak van 201 een rond getal: 200. Trek 200 van 276 af. Dan heb je 1 te weinig afgetrokken, dus moet je die er later nog vanaf halen.
2. Splitsen
Je mag ook een van de getallen splitsen om de som makkelijker te maken.
Bijvoorbeeld Som: 336 + 80 = 320 kan je makkelijk bij 80 optellen. Dus je splitst 336 in 320 + 16: 320 + 16 + 80 = Hergroepeer de som zodat de volgorde makkelijker is: 320 + 80 + 16 = 416
Slide 8 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
576 + 150 = ... + 26 + 150 = 726
Wat hoort op de puntjes?
A
500
B
550
C
385
D
600
Slide 9 - Quizvraag
130 kan je makkelijk van 230 aftrekken. Je splitst daarom 255 in 230 en 25.
287 + 130 = 270 + ... + 130 = ...
Wat hoort op de puntjes?
A
27 en 367
B
78 en 325
C
17 en 417
D
17 en 325
Slide 10 - Quizvraag
130 kan je makkelijk van 230 aftrekken. Je splitst daarom 255 in 230 en 25.
Reken handig uit: 283 + 30
Slide 11 - Open vraag
30 kan je makkelijk bij 270 optellen. Je splitst 283 daarom in 270 en 13. Tel eerst 270 en 30 bij elkaar op. Tel daarna de overgebleven 13 bij het antwoord op.
Reken handig uit: 97 + 120
Slide 12 - Open vraag
80 kan je makkelijk bij 120 optellen. Je splitst 97 daarom in 80 en 17. Tel eerst 80 en 120 bij elkaar op. Tel daarna 17 bij het antwoord op.
Je hebt nu geleerd over:
Handig rekenen door compenseren
Handig rekenen door splitsen
Slide 13 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Wat vond je van deze les?
😒🙁😐🙂😃
Slide 14 - Poll
Deze slide heeft geen instructies
Opdracht:
- Handig optellen en aftrekken (opdracht 1 t/m 10)
- Optellen en aftrekken op papier (opdracht 1 t/m 10)