- lezen, Tekst 2, start met maken vragen 7 t/m 12, behalve vraag 8 en 12 c.
Rest is huiswerk, voor les 3.
Maak je vragen in je schrift, niet online!
Slide 3 - Tekstslide
Bespreken huiswerk, vraag 1
1a. Het schrijfdoel van een betoog is de lezer of toehoorder (van het standpunt) overtuigen. b. standpunt, argumenten, tegenargument, weerlegging. c. De schrijver van een betoog maakt zich vaak oprecht druk over zijn onderwerp. Dus je ziet vaak een persoonlijke en subjectieve stijl (bijvoorbeeld: opgewonden, boos, cynisch, sarcastisch, kritisch, enzovoort).
d. Bijvoorbeeld: ingezonden brief, column, recensie.
Slide 4 - Tekstslide
vraag 2,4
2a. –; b.–; 3. X 4. Vooral de stelling-argumentenstructuur valt te herkennen. Maar ook de probleem-oplossingsstructuur zit er deels in.
5a. Sociale media nekken de taalvaardigheid, vooral van jongeren, want al dat appen, sms’en, twitteren leidt tot een vorm van armoedige straattaal waaruit iedere nuance verdwenen is en omdat jongeren steeds minder lezen en steeds meer digitaal communiceren, worden grammaticale fouten en spelfouten niet meer als fout gezien. b.
Slide 5 - Tekstslide
vraag 5
5b. Argument 1 is een mening; het valt niet of lastig te onderzoeken.
Argument 2 lijkt op een feit; het valt te onderzoeken. Of Aboutaleb zich ook baseert op een onderzoek, is niet duidelijk. Het is opgevoerd als feit, of het waar is, kan worden gecontroleerd.
Slide 6 - Tekstslide
vraag 6
6a. De schrijver wil de lezer overtuigen van zijn standpunt én hij wil de lezer activeren om aan het dictee mee te doen.
b. Eigen antwoord. Bijvoorbeeld:
Onzin! Jongeren gebruiken taal anders, niet per se slechter. Ze vinden taal wel belangrijk! #Taalunie #Kennislink
Volgens Taalunie gebruiken jongeren taal alleen anders. En Jeugdraad constateert dat jeugd taal wel belangrijk vindt. Niet mee eens dus...
Slide 7 - Tekstslide
Betoog
Voorbeeld:
In het volgende filmpje word je stapsgewijs meegenomen in het proces van een betoog schrijven over, in dit geval, 'cameratoezicht'.
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Video
Huiswerk voor volgende les
Lees tekst 2, maak de opdrachten bij tekst 2, vragen 7 t/m 12, behalve vraag 8 en 12 c.
Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.