Opdracht:
Werk in een word-bestand of op een blaadje
Geef uitleg wat de grammatica vorm is (in het Nederlands) en geef een voorbeeld.
Maak vervolgens 10 oefenopgaven met een antwoordblad
Hulpmiddelen:
Laptop
Je werkt individueel maar je mag overleggen
Passé composé
Vraag: Ik heb gehad
Antwoord: J'ai eu
Bezittelijk voornaamwoord
Vraag: Mijn familie
Antwoord: Ma famille