oefentoets spelling klas 2 (1)

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Proeftoets Spelling

Vandaag: gezamenlijk maken proeftoets spelling!

Doel 1: Ik kan de PV in TT schrijven.

• Maak gebruik van de SPIEKTRUC
• Dus: vul SPIEKEN in! 
• Wat hoor je? 

Oefenen:

1. Wat ... (vinden) je daarvan?

2. Hij ... (lopen) altijd naar school.

... (vinden) je dat wel eerlijk?

Het weer ... (worden) er niet beter op.

1. Wordt
2. Word
3. Wort

Het... (gebeuren, tt) helaas steeds vaker.

1. gebeurt
2. gebeurd
3. gebeurdt

Doel 2: Ik kan de PV in VT schrijven.

Maak gebruik van:

• De langermaaktruc
• xtc-koffieshop

Oefenen:

1. Hij ... (vertellen) mij dat gisteren. 

2. Zij ... (dansen) vorige week in een tv-show. 

Verliefde Thijs … (overhandigen) de jarige een romantisch boek.

1. Overhandigte
2. Overhandigde
3. Overhandigdte
4. Overhandigten

Iedereen … (grijnzen) toen een beetje.

Die man … (inspireren) mij enorm!

1. Inspireerde
2. Inspireerte
3. Inspireert
4. Inspireerden

De leerlingen(verwachten, vt)... een moeilijke toets, maar uiteindelijk viel het allemaal mee.

1. verwachten
2. verwachte
3. verwachtten
4. verwachtte

Doel 3: Ik kan het VD van sterke en zwakke werkwoorden goed schrijven.

Maak gebruik van:

• De langermaaktruc
  
• xtc-koffieshop

Oefenen:

1. Dat heb ik gisteren ... (horen).

2. Dat heeft zij vorige week ... (zien).

Er werd keihard op de deur … (bonzen).

1. Gebonst
2. Gebonsd
3. Gebonzt
4. Gebonzd

Heb jij die deur zelf … (verven)?

1. Geverft
2. Gevervt
3. Geverfd
4. Gevervd

De computer is zojuist … (crashen).

Doel 4: Ik weet hoe ik een TD afgeleid van een werkwoord moet schrijven 

• Hele werkwoord + d
  

Oefenen:

1. Hij ging ... (schreeuwen) naar huis.

2. De leerlingen gingen ... (rennen) naar buiten.

De leerling keek … (afwachten) naar de docent.

… (berekenen) ging hij te werk.

1. Berekenent
2. Berekend
3. Berekenend
4. Berekent

Doel 6: Ik weet wanneer ik wel en wanneer ik geen hoofdletters moet gebruiken.

Wanneer wél?

• Begin van de zin
• Let op: als de zin begint met een apostrof dan schrijf je het tweede woord met een hoofdletter.  >  ‘s Middags doet mijn vader altijd een dutje.
• Let op: als een zin met een cijfer begint, krijg je geen hoofdletter > 25  leraren waren ziek.

• Namen:  mevrouw Ten Brink, Marianne Betzema-ten Brink, Ajax, de Tweede Wereldoorlog, Tweede Kamerlid, Gelderland

• Namen van volkeren: Arabier, Eskimo, Palestijn, Bosjesman.

Doel 6: Ik weet wanneer ik wel en wanneer ik geen hoofdletters moet gebruiken.

Wanneer niet?

• Namen van dagen: maandag, dinsdag, woensdag, donderdag, vrijdag, ...
• Maanden: januari, februari, maart, april, mei, juni, ...
• Windstreken: noorden, oosten, zuiden, westen
• Jaargetijden: winter, lente, zomer, herfst
• Tijdperken: middeleeuwen, renaissance, romantiek

gebruik hoofdletters en leestekens en zet in directe rede

gisteren vroeg ik aan mijn zoon hoe ging je toets

Schrijf de zin opnieuw op mét hoofdletters:

meneer de vries woont op het spaanse eiland gran canaria

Schrijf de zin opnieuw op mét hoofdletters en leestekens in directe rede
ben jij in januari jarig vroeg mijn beste vriendin sanne

Doel 7: getallen schrijven

389

2.390

Doel 6: aan elkaar of los

minimum inkomen

koffie zet apparaat

vijftien miljoen

niets zeggend

lange afstands raket

Ik heb de doelen behaald!

😒🙁😐🙂😃

tot vrijdag!