Extra uitleg ZWW, HWW en KWW

ZWW, HWW, KWW
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

ZWW, HWW, KWW

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De koppelwerkwoorden
  • zijn (let op: is, was, waren, zijn, bent etc.)
  • worden
  • blijven
  • lijken
  • schijnen
  • heten
  • dunken
  • voorkomen 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Meerdere werkwoorden in één zin ...
In een zin kunnen meerdere werkwoorden staan, denk maar aan de persoonsvorm en het voltooid deelwoord
  • "Ik heb vannacht goed geslapen"

Nu gaan we kijken welk werkwoord het belangrijkst is.
Dit werkwoord noemen we 'het zelfstandig werkwoord' > ZWW
De andere werkwoorden noemen we 'hulpwerkwoorden' > HWW

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Meerdere werkwoorden in één zin ...
Eén van de werkwoorden is het belangrijkste werkwoord.

Dit werkwoord noemen we het 'zelfstandig werkwoord' (zww).

De andere werkwoorden noemen we 'hulpwerkwoorden' (hww).

"Ik heb vannacht goed geslapen" -> Ik slaap vannacht goed. 
'Heb' kan je weglaten, dus is een hulpwerkwoord.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


A
hww
B
kww
C
zww
D
bn

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


A
hww
B
kww
C
zww

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Milou is de nummer één geworden.
is=
geworden=
A
hww kww
B
kww kww
C
zww kww
D
hww zww

Slide 9 - Quizvraag

geen 2 kww, één hiervan is het belangrijkste werkwoord, nu geen zww maar kww. 
je kan worden niet weglaten, is wel. 
Zij zou naar school komen.

komen: hww, zww of kww?
A
hww
B
zww
C
kww

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Die jongen blijkt een taaie.

blijkt: hww, zww of kww?
A
HWW
B
ZWW
C
KWW

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Mijn oma heeft de lekkerste appeltaart gebakken.

heeft: hww, zww of kww?
A
hww
B
zww
C
kww

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aniek is 13 jaar geworden.

geworden: hww, zww of kww?
A
HWW
B
ZWW
C
KWW

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zij zou naar school komen vandaag.

komen: hww, zww of kww?
A
hww
B
zww
C
kww

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik kan nu hww, zww en kww herkennen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 15 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!
 

Maak test jezelf van:
Paragraaf 6.2
Paragraaf 7.2

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies