1.3 Temperatuur

H2 Het weer
Pak je boeken er bij!
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

H2 Het weer
Pak je boeken er bij!

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?

  • Herhalen 2.2
  • Oefenen 2.2
  • Test jezelf 2.2
  • Uitleg 2.3
  • Opdrachten 2.3 maken
  • Afsluiten

Slide 2 - Tekstslide

Deeltjesmodel

Slide 3 - Tekstslide

Luchtdruk
Hoe hard drukken de luchtmoleculen op je.

Temperatuur:
Hoge temperatuur = hoge druk
Lage temperatuur = lage druk

Hoogte:
Hoog = lage druk
Laag = hoge druk




Slide 4 - Tekstslide

Luchtdruk 
Hoge druk = mooi weer
Lage druk = slecht weer

Gemiddeld schommelt de luchtdruk tussen 940 tot 1060 bar.

Slide 5 - Tekstslide

Luchtdruk meten
Luchtdruk meet je met een barometer.

De luchtdruk meet je in bar of pascal

1 mbar = 100 Pa

Slide 6 - Tekstslide

Overdruk en onderdruk



Luchtdruk meet je met een barometer.

Gasdruk meet je met een manometer

(je meet het VERSCHIL met de gewone luchtdruk).

Absolute druk = luchtdruk + overdruk

Slide 7 - Tekstslide

In een barometer zit een metalen doosje waar de lucht grotendeels uit is gepompt.
Wat gebeurt er met het doosje als de luchtdruk daalt?
A
Niets
B
Het doosje wordt boller
C
Het doosje wordt ingedrukt

Slide 8 - Quizvraag

Wat gebeurt er met de druk wanneer je hoog in de bergen bent?
A
Die wordt hoger
B
Die wordt lager
C
Die blijft het zelfde

Slide 9 - Quizvraag

Wat veroorzaakt de hoge gasdruk in de fietsband?
A
De moleculen botsen met enorme aantallen tegen de wand aan
B
De moleculen botsen steeds meer tegen elkaar aan.
C
De moleculen zitten steeds dichter bij elkaar
D
De moleculen stoten elkaar steeds meer af

Slide 10 - Quizvraag

Hoe hoog is de luchtdruk in het hogedrukgebied, aangegeven met een rode H?

Slide 11 - Open vraag

Waarmee kan je de spanning in je banden meten?
A
barometer
B
thermometer
C
manometer
D
isometer

Slide 12 - Quizvraag

Thomas meet de overdruk van een band. Zijn manometer geeft 2,6 bar aan. De luchtdruk is Wat bar is de echte druk van de band?
A
1,6 bar
B
5,6 bar
C
1 bar
D
3,6 bar

Slide 13 - Quizvraag

De overdruk in een band is 0,6 bar.
De luchtdruk buiten is 1010 mbar.
Hoeveel is de absolute druk in mbar?
A
1070 mbar
B
1016 mbar
C
1610 mbar
D
1010,6 mbar

Slide 14 - Quizvraag

Hoe gaat 2.2?
Ga naar 2.2 en maak test jezelf.


Klaar?
Start met het lezen en maken van 2.3




timer
5:00

Slide 15 - Tekstslide

§2.3 Temperatuur

Slide 16 - Tekstslide

De vloeistofthermometer

Slide 17 - Tekstslide

De vloeistofthermometer ijken

Slide 18 - Tekstslide

Bimetaal thermometer

Slide 19 - Tekstslide

Absolute nulpunt & kelvin
Kelvin --> Celsius -273
Celsius --> Kelvin +273

Slide 20 - Tekstslide

En nu zelfstandig aan het werk
Maak opdracht 1 t/m 16
Blz. 94 t/m 104

Slide 21 - Tekstslide