Lees onderstaande tekst, schrijf de signaalwoorden op en geef aan welk tekstverband erbij hoort.
(1) Tientallen mensen hebben in Denemarken een nacht doorgebracht in een filiaal van Ikea, omdat ze door een sneeuwstorm niet naar huis konden gaan. (2) De groep heeft onder andere gebruik gemaakt van de bedden en dekens van de winkelketen. (3) Hoewel ze graag naar huis wilden, vonden de mensen de situatie erg grappig.