Het Interbellum paragraaf 1

Het interbellum
1918-1939

 Democratie en economische crisis


1 / 52
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2,3

In deze les zitten 52 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Het interbellum
1918-1939

 Democratie en economische crisis


Slide 1 - Tekstslide

samenvattingsvragen paragraaf 1
Paragraaf 1 
Met welke problemen kreeg Duitsland na de Eerste Wereldoorlog te maken. 
Welke hulp kreeg Duitsland na de Eerste Wereld oorlog? 
Wat waren oorzaken en gevolgen van de economische crisis vanaf 1929 ? 
 
 

Slide 2 - Tekstslide

Duitsland in het Interbellum

Slide 3 - Woordweb

Interbellum
  • Je hebt een interbellum =een tijd tussen 2 oorlogen
  • En je hebt het Interbellum: de tijd tussen WO I en WO II (1919-1939)

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

DUITSLAND IN DE PROBLEMEN

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Republiek van Weimar
  • Van 1918 -1933 heet DU  zo
  • Geen keizer, democratie
  • Niet populair
  • Veel gevechten op straat tussen communisten en de  nazi's (nat. socialisten)


Slide 9 - Tekstslide


Reactie Duits volk op verdrag van Versailles



In Duitsland is grote onvrede. Duitland wordt een democratisch land en krijgt een nieuwe naam: De Republiek van Weimar. De democratische regering ondertekende het Verdrag van Versailles, het Duitse volk hierop woedend geworden! --> Dolkstootlegende.

Slide 10 - Tekstslide

Dolkstootlegende
De nieuwe linkse regering had wapenstilstand gesloten na WOI.
En daarmee soldaten verraden.

Slide 11 - Tekstslide

Uitleg dolkstootlegende

Slide 12 - Tekstslide

Duitsland na WO I 
  • Verlies van de oorlog komt hard aan --> Dolkstootlegende. 
  • Vrede van Versailles is slecht voor DU -->land kwijt, klein leger, geld betalen
  • Duitsland wordt een democratie--> werkt slecht, veel extreme partijen
  • Om de herstelbetalingen te kunnen betalen wordt er geld bij gedrukt.
  • Economisch gaat het slecht (uitzondering 1924-1929)

Slide 13 - Tekstslide


Reactie op bezetting:
  • Duitse arbeiders gaan in staking, willen niet voor de Fransen werken

  • Regering steunt stakers en betaalt hun loon door middel van bijdrukken van geld


  • Gevolg: INFLATIE

Slide 14 - Tekstslide

Bezetting van het Ruhrgebied
1923-1924



Omdat Duitsland de herstelbetalingen niet meer kan opbrengen, 
bezetten Franse troepen het Ruhrgebied om Duitsland te dwingen tot betalen.

Dit was toegestaan volgens het Verdrag van Versailles.
Bezetting van het Ruhrgebied
1923-1924
Omdat Duitsland de herstelbetalingen niet meer kan opbrengen, 
bezetten Franse troepen het Ruhrgebied om Duitsland te dwingen tot betalen.
Dit was toegestaan volgens het Verdrag van Versailles.

Slide 15 - Tekstslide

bezetting Ruhrgebied

Slide 16 - Tekstslide

HYPERFLATIE
je geld is niets meer waard

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video



Bierkellerputsch
1923






  • Hitler's mislukte staatsgreep (een putsch) vindt plaats in München.
  • Hij wordt gearresteerd en veroordeeld tot een
gevangenisstraf van 5 jaar. Hij komt na een jaar al vrij.
  • 'Mein Kampf'

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Het Interbellum is de periode
tussen … en ...
A
1919-1933
B
1919-1939
C
1900-1945
D
1900-1919

Slide 22 - Quizvraag

Slide 23 - Link

De dolkstootlegende houdt in dat
A
Duitsland geen wapens meer kon maken
B
Duitsland verraden is door haar regering
C
Duitsland een goede staalindustrie heeft
D
DU en Oost.-Hongarije bondgenoten zijn

Slide 24 - Quizvraag

Bij de Vrede van Versailles...
A
Kreeg Duitsland de schuld van WO I
B
Raakte Duitsland veel land kwijt
C
Mocht Duitsland nog een klein leger hebben
D
Alle drie de vorige antwoorden zijn goed

Slide 25 - Quizvraag

De Republiek van Weimar bestond tussen … en ...
A
1900-1939
B
1919-1939
C
1918-1933
D
1914-1918

Slide 26 - Quizvraag

Een republiek heeft
A
Geen regering
B
Geen president
C
Geen democratie
D
Geen koning/keizer

Slide 27 - Quizvraag

Tijdens de Republiek van Weimar was er veel strijd tussen...
A
de kapitalisten en de communisten
B
de republikeinen en de monarchisten
C
de Duitsers en de Fransen
D
de communisten en de nationaal-socialisten

Slide 28 - Quizvraag

Inflatie betekent...
A
Dat je geld minder waard wordt
B
Dat je geld meer waard wordt
C
Dat je minder kunt kopen voor je geld
D
Dat je minder verdient

Slide 29 - Quizvraag


 Hulp voor Duitsland
Begin van Interbellum --> Grote problemen voor Duitsland.
Het land stond er alleen voor als 'hoofdschuldige' van WOl.
Duitsland mocht geen lid worden van de Volkenbond. 

Slide 30 - Tekstslide

Volkenbond zwak
  • Duitsland geen lid (verliezer)
  • Sovjet-Unie geen lid (communistisch)
  • VS geen lid (Europa moet eigen problemen oplossen)
  • Geen leger

Slide 31 - Tekstslide

Dawesplan
Dawes-plan
1924

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Video


Duitsland 
1924-1929


Gaat economisch goed met Duitsland. NSDAP blijft daardoor klein. Komt door het Dawesplan.




Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Het Dawesplan hield in dat ...A
A
Duitsland geld leende van de VS
B
Frankrijk geld leende van Duitsland
C
Duitsland geld gaf aan de VS
D
Alle drie de antwoorden zijn goed

Slide 36 - Quizvraag


Crisis in de wereld : 1929

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Economische crisis
1929
- Beurskrach in Verenigde Staten
- crisis slaat over naar Europa 

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Video

Economische crisis

Wereldcrisis, dus ook in DU.

In de Republiek van Weimar ging het extra slecht door:

1) Herstelbetalingen

2) Geen leningen VS meer

3) Geen koloniën

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Video

Waar begon de crisis van de jaren '30?
A
Duitsland
B
Verenigde Staten
C
Nederland
D
Niet speciaal in 1 land

Slide 44 - Quizvraag

Wanneer brak de economische crisis uit?
A
1919
B
1929
C
1939
D
1940

Slide 45 - Quizvraag

Slide 46 - Tekstslide

Slide 47 - Tekstslide

Oorzaken crisis
  1. Overproductie
  2. Slechte banken

Slide 48 - Tekstslide

Slide 49 - Video

De economische crisis ontstond in ...
A
Duitsland
B
Frankrijk
C
VS
D
GB

Slide 50 - Quizvraag

De economische crisis trof Duitsland extra zwaar omdat...
A
Duitsland geen kolonies had
B
Duitsland geld moest betalen aan FR en GB
C
Duitsland geen geld meer kreeg van de VS
D
Alle drie de vorige antwoorden zijn goed

Slide 51 - Quizvraag

Noem een oorzaak van het uitbreken van de economische crisis

Slide 52 - Open vraag