Schoonmaken (les 2)

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
VoedingPraktijkonderwijsLeerjaar 3,4

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

SCHOONMAKEN.
         

Slide 2 - Tekstslide

LEERDOELEN 
-Schoonmaakmaterialen en middelen
-Etiketten & gevaarsymbolen
-Schoonmaakmiddelen veilig opruimen
-Ongelukken met schoonmaakmiddelen
-Schoonmaakmateriaal goed opruimen
-Veilig weggooien van 

 

Slide 3 - Tekstslide

Waarom is schoonmaak belangrijk

Slide 4 - Woordweb

Materialen.
Denk aan:
emmer
stofdoek
microvezeldoek
plumeau
raamwisser 
huishoudtrap

Slide 5 - Tekstslide

 Schoonmaak middelen
Deze gebruik je om verschillende soorten vuil te verwijderen

Allesreiniger: nat reinigen
Afwasmiddel: kleine sopjes en afwas
Soda: multifunctioneel
Schuurmiddelen: alleen op krasvaste materialen 

Slide 6 - Tekstslide

De dosering
Op het etiket staat de dosering die je nodig hebt voor het product. Gebruik je te weinig dan reinig je niet genoeg. 
Resultaat: het blijft vies of je moet te hard poetsen.

Gebruik je teveel, voorbeeld: dweilen van de vloer. De vloer word wel schoon en droog maar blijft glad, dit kan gevaarlijke situaties opleveren.

Slide 7 - Tekstslide

Etiketten
Wat voor informatie staat er op het etiket.

-Waarvoor gebruik je het
-Hoe gebruik je het
-Gevaarsymbolen, pictogrammen en kleurcodes
-Waar de lege verpakking weg te gooien 
Wat te doen als je het middel hebt binnen gekregen

Slide 8 - Tekstslide

Gevaarsymbolen
Op het etiket staan gevaarsymbolen, ze lijken op verkeersborden.
Als er schadelijke stoffen in zitten dan is het verplicht om dit op het etiket te vermelden.
Er moet ook bij het symbool staan wat precies het risico is.

Slide 9 - Tekstslide

Waar staat dit bord voor
A
ontploffingsgevaar
B
lichtgevend
C
ontvlambaar
D
niet inademen

Slide 10 - Quizvraag

Waar staat dit bord voor
A
verboden te vissen
B
milieugevaarlijk
C
bijtend
D
oxiderend

Slide 11 - Quizvraag

Waar staat dit bord voor
A
ontploffingsgevaar
B
direct levensgevaar
C
verboden te drinken
D
gassen onder druk

Slide 12 - Quizvraag

Veilig opruimen 


Aandacht , waar staan je spullen tijdens het werk 

Slide 13 - Tekstslide

Veilig gebruiken

-Vrijgekomen stoffen inademen, zorg voor voldoende ventilatie

-Geen schoonmaakmiddelen mengen, ontstaan van gassen

-Verbranding door heet water, omvallen emmer

.

Slide 14 - Tekstslide

Ongelukken met schoonmaakmiddelen


-Schoonmaak middelen op de huid
-Schoonmaak middelen in het oog
-Giftige dampen
-Drinken schoonmaakmiddel
Raadpleeg de gifwijzer

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide