H1 - Lezen - les woordenboek

Het woordenboek gebruiken - leerjaar 1 
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Het woordenboek gebruiken - leerjaar 1 

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen (deze hoef je niet over te nemen):
Aan het einde van deze les: 

- kan ik uitleggen wat zoekwoorden zijn;
- kan ik zoekwoorden gebruiken om betekenissen van woorden in een woordenboek te vinden.


Slide 2 - Tekstslide

Wat doe je als je een woord niet begrijpt......
Gebruik dan eerst de woordraadstrategieën:
- Staat er een synoniem in de tekst voor of achter het woord?
- Staat er een omschrijving van het woord?
- Is er een definitie van het woord bekend?
- Staat er een voorbeeld van het woord?
- Staat er een tegenstelling van het woord?
- Ken je een deel van het woord?






Slide 3 - Tekstslide

Hoe gebruik je een woordenboek?
- Ga op zoek naar het zoekwoord.
Een zoekwoord is een vorm van het woord zoals het in het woordenboek staat.

Kijk naar het volgende filmpje, daar wordt het nog eens uitgelegd.



Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Zoekwoorden
Bij een werkwoord is het zoekwoord dus het hele werkwoord

voorbeeld
Mijn tandvlees is ontstoken.
het trefwoord van ontstoken is ontsteken.

Slide 6 - Tekstslide

Wat is het trefwoord van
'gewinkeld'?

Slide 7 - Open vraag

Wat is het trefwoord van
'veroorzaakt'?

Slide 8 - Open vraag

Ik ken het woord 'geraadpleegd' niet.
Welk woord zoek ik op in het woordenboek?

Slide 9 - Open vraag

zoekwoorden
bij een zelfstandig naamwoord is het zoekwoord de kortste vorm, dus enkelvoud en géén verkleinwoord.

voorbeelden:
bomen= boom
daken= dak
bloempje= bloem

Slide 10 - Tekstslide

Wat is het zoekwoord van adviezen?

Slide 11 - Open vraag

Wat is het zoekwoord van experimentje?

Slide 12 - Open vraag

Samengestelde woorden
Een woord kan ook uit meerdere woorden bestaan:

gezondheidsrisico bestaat uit gezondheid en risico.

Zoek dan het deel van het woord dat je moeilijk vindt.
(herken je de woordraadstratie 'bekend woorddeel'?)

Slide 13 - Tekstslide

Ik ken het woord klimaatanalist niet.
Welk(e) woord(en) zoek ik op in het woordenboek?

Slide 14 - Open vraag

Aan de slag
In de volgende dia's gaan we aan de slag met het woordenboek. Klik op de afbeelding om deze groter te maken.
Wil je de afbeelding weer kleiner hebben?
 Klik dan op het kruisje linksonder.

Slide 15 - Tekstslide

Zoek de betekenis van het woord 'aandenken' op.

Slide 16 - Open vraag

Welke twee betekenissen heeft het woord aanbidden?

Slide 17 - Open vraag

Welk synoniem wordt er bij 'aal' gegeven?

Slide 18 - Open vraag

Aak, aambeeld en aambeien zijn zelfstandige naamwoorden. Waar kun je dat in het woordenboek aan zien?

Slide 19 - Open vraag

Kijk bij het werkwoord aaien. Tussen haakjes staat aaide, geaaid. Waarom staat dit tussen haakjes erachter?

Slide 20 - Open vraag

Leerdoelen:
Ik kan uitleggen wat zoekwoorden zijn;
Ik kan zoekwoorden gebruiken om betekenissen van woorden in een woordenboek te vinden.


Slide 21 - Tekstslide

Ik kan uitleggen wat zoekwoorden zijn.
😒🙁😐🙂😃

Slide 22 - Poll

Ik kan zoekwoorden gebruiken om betekenissen van woorden in een woordenboek te vinden.
😒🙁😐🙂😃

Slide 23 - Poll

Volgende keer

Slide 24 - Tekstslide