Wat eten kinderen in verschillende landen als ontbijt.
Hoe vaak eet een hond per dag?
Nemen planten water op als het nacht is?
Worden mensen sneller wakker van rood licht?
Groeit een plant sneller door muziek?
Slide 2 - Tekstslide
experimenteel onderzoek
Kennen/Kunnen
Je kunt de 5 stappen benoemen die je zet tijdens een onderzoek
Je kunt zelf een klein onderzoekje opzetten
Je weet hoe je een verslag moet schrijven
Slide 3 - Tekstslide
De onderzoeksstappen
0. Een waarneming en/of idee 1. De onderzoeksvraag bedenken
2.Een hypothese opstellen 3. Een werkplan maken (lijst met benodigdheden opstellen plus werkwijze)
4.Resultaten verzamelen en verwerken 5.Een conclusie trekken
Slide 4 - Tekstslide
1. Wat wil ik onderzoeken?
Onderzoeksvraag
Vraag die beschrijft wat je wilt weten/ontdekken
Voorbeeld:
Wat gebeurt er als ik bladeren van een jonge plant afknip?
Slide 5 - Tekstslide
2. Wat is mijn hypothese?
Hypothese
Wat is het verwachte antwoord op de onderzoeksvraag?
Waarom, onderbouw eventueel met achtergrondinformatie
Voorbeeld
Ik verwacht dat de plant na het afknippen van de bladeren dood zal gaan. Aangezien ik weet dat hij deze nodig heeft om zijn eigen voedsel te maken.
Slide 6 - Tekstslide
3. Werkplan
Benodigdheden: Lijst van alles dat nodig is om het experiment uit te voeren
Voorbeeld:
2 bekertjes gevuld met aarde
10 bonen
Water
Schaar
Werkwijze: Stap voor stap uitvoering van het experiment. Waarom op deze manier?
Voorbeeld:
Ik pak 2 bekers en doe in elke beker 5 bonen, aarde en water
Als de bonen zijn ontkiemd knip ik van beker 1 de bladeren af. Bij 2 laat ik de bladeren zitten zodat ik kan vergelijken.
De komende dagen bekijk ik goed wat er met de planten gebeurt.
Slide 7 - Tekstslide
4. Resultaten
Resultaten
Wat is er gebeurd tijdens het experiment?
Alleen feiten!
Gegevens in tabel en/of grafiek
Foto's/filmpjes van het experiment
Voorbeeld:
De stengels van de planten in beker 1 worden steeds slapper
De plantjes in beker 1 zijn dood gegaan na 4 dagen
Slide 8 - Tekstslide
Resultaten (2)
Waarnemingen, tellingen of metingen
Lijst, turflijst en tabel
Slide 9 - Tekstslide
Resultaten (3)
Diagram: lijndiagram, staafdiagram of cirkeldiagram
Slide 10 - Tekstslide
5. Welke conclusie kan ik trekken?
Conclusie
Antwoord op onderzoeksvraag
Verwijs naar resultaten en hypothese
Voorbeeld:
Een jonge plant kan niet leven zonder bladeren. 4 dagen na het afknippen ging de plant dood. Mijn hypothese klopte
Slide 11 - Tekstslide
Steekproef en proefvlak
Steekproef =
een onderzoek doen met een deel van de totale groep omdat de te onderzoeken groep anders te groot is
Proefvlak =
een onderzoek doen met een stuk van het geheel,
vb. een stukje van een weiland of bos
Slide 12 - Tekstslide
Medicijn onderzoek
Slide 13 - Tekstslide
zelf een experiment bedenken
Slide 14 - Tekstslide
Een experiment uitvoeren
Wat wil je precies onderzoeken?
Welke organismen ga je gebruiken?
Hoeveel organismen gebruik je om betrouwbare resultaten te krijgen?
Aan welke omstandigheden stel je de proefgroep en controlegroep bloot?
Hoe zorg je er voor dat andere factoren niet van invloed zijn?
Wat heb je nodig om het experiment uit te kunnen voeren?
Hoe en wanneer ga je resultaten meten?
Op welke manier ga je de resultaten weergeven?
Slide 15 - Tekstslide
verslag
Van je onderzoek schrijf je een verslag
hierin komen de volgende dingen te staan:
voorblad met:
titel
plaatje
naam + klas
naam docent
datum waarop de proef is uitgevoerd
Slide 16 - Tekstslide
verslag (2)
Inleiding (waarom ga je dit onderzoek doen)
alle 5 de stappen van het onderzoek
(let op: bij stap 4 zet je de resultaten in een grafiek/tabel)
Discussie (dit schrijf je na de conclusie): misschien zijn er dingen fout gegaan in je experiment. Geef hier duidelijk aan of/welke fouten je mogelijk gemaakt hebt