De krachten om ons heen: Veerkracht en veerconstante

De krachten om ons heen: 
Veerkracht en veerconstante
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

De krachten om ons heen: 
Veerkracht en veerconstante

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je uitleggen welke krachten er zijn, wat veerkracht is, de veerconstante begrijpen en rekenen met N/cm en N/M.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over verschillende soorten krachten?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Verschillende krachten
Zwaartekracht, veerkracht, wrijvingskracht, spankracht en elektromagnetische kracht.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Veerkracht in detail
Veerkracht is de kracht die een veer uitoefent wanneer deze wordt uitgerekt of samengedrukt.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Veerconstante
De veerconstante (C) is de verhouding tussen de kracht die op een veer wordt uitgeoefend en de resulterende verandering in lengte.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rekenvoorbeelden
Bijvoorbeeld, als een veer een kracht van 50 N nodig heeft om 5 cm uit te rekken, dan is de veerconstante 10 N/cm.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eenheden N/cm en N/M
N/cm wordt gebruikt om de veerconstante van een veer aan te geven en N/M wordt gebruikt voor oppervlaktespanning.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Toepassingen van veerkracht
Veerkracht wordt gebruikt in schokdempers, weegschalen, trampolines en nog veel meer toepassingen.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenvatting
We hebben geleerd over verschillende krachten, veerkracht, veerconstante en de eenheden N/cm en N/M.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 11 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 12 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 13 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.