HA0HB Les 1 lezen blz. 433

Examen Lezen

Thema 8 Examentraining 
Taak 36
Alle opdrachten

(boek blz. 433)
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Examen Lezen

Thema 8 Examentraining 
Taak 36
Alle opdrachten

(boek blz. 433)

Slide 1 - Tekstslide

Leesteksten in het examen
Informatieve teksten
Instructies of instructieve teksten
Betogende teksten en activerende teksten

Slide 2 - Tekstslide

Informatieve tekst
Het woord zegt het al, je krijgt informatie over een bepaald onderwerp.


Slide 3 - Tekstslide

Tip bij informatieve tekst
  • Waar komt de tekst vandaan? (tijdschrift, folder, krant)

  • Bronvermelding ( National Geographic, volkskrant)

  • Veel feiten

  • Grafieken en tabellen


Slide 4 - Tekstslide

Instructies / instructieve tekst

Ook hier, het woord zegt het al:

er wordt een instructie gegeven / er wordt iets uitgelegd

Slide 5 - Tekstslide

Tips instructieve tekst
  • Waar komt de tekst vandaan?
     (Gebruiksaanwijzing bij een telefoon / recept uit een kookboek)
  • Bronvermelding ( leukerecepten.nl  / support.apple.com)
  • Stapsgewijs (met dots of 1,2,3,4)
  • Vaak een opsomming ( signaalwoorden: eerst, vervolgens, daarna)

Slide 6 - Tekstslide

betogende tekst
Een  betoog is een tekst waarbij de schrijver de lezer wilt overtuigen  van zijn/haar mening.

De schrijver heeft één standpunt met meerdere argumenten.



 


Slide 7 - Tekstslide

S=stelling / A = argument
S: Vuurwerk zal verboden moeten worden.
A: Want jaarlijks zijn er honderden slachtoffers door vuurwerk.
A: Bovendien is vuurwerk erg slecht voor het milieu.
A: Daar komt nog eens bij dat het hartstikke duur is.



Slide 8 - Tekstslide

OF
A: Jaarlijks zijn er honderden slachtoffers door vuurwerk.
A: Bovendien is vuurwerk erg slecht voor het milieu.
A:Daar komt nog eens bij dat het erg zonde is van het geld.
S: Vuurwerk zal verboden moeten worden.

Slide 9 - Tekstslide

Tips betogende tekst
  • Waar komt de tekst vandaan?
    ( recensie op een website / artikel / ingezonden brief)

  • De schrijver geeft zijn mening, maar probeert dit zo feitelijk mogelijk te beschrijven. Zit vaak ook veel informatie in.
    Goed opletten dus!
  •  één standpunt met meerdere argumenten.

Slide 10 - Tekstslide

Activerende tekst

Activerende tekst is een tekst waarbij de schrijver de lezer "actief" wilt maken. 

Nu 1 plus 1 gratis op alle frisdrank.
(jij moet van de bank opstaan en naar de winkel gaan om dit product te kopen)

Slide 11 - Tekstslide

Tips bij activerende tekst
  • Waar komt de tekst vandaan?
  • (reclamefolder, advertentie, brochure van bijv. CenterParks)
  • De schrijver wilt jou overhalen om iets te gaan doen.

21 juni open dag bij het ROC, kom jij ook?
Deze week een broodje kroket voor 1 euro
Heerlijk een weekje weg? Boek dan nu ....

Slide 12 - Tekstslide

De schrijver heeft één standpunt en geeft daar meerdere argumenten bij.
A
Instructieve tekst
B
Betogende tekst
C
Informatieve tekst

Slide 13 - Quizvraag

Een voorbeeld van een instructie is
A
een krantenartikel
B
een blog
C
een recept
D
een stripverhaal

Slide 14 - Quizvraag

Een reclamefolder is een
A
betogende tekst
B
informatieve tekst
C
instructie
D
activerende tekst

Slide 15 - Quizvraag

De tekst wordt vaak stapsgewijs opgeschreven. Dit hoort bij
A
een instructieve tekst
B
een informatieve tekst
C
een betogende tekst
D
een activerende tekst

Slide 16 - Quizvraag

In deze tekst staan veel feiten
A
een betogende tekst
B
een instructieve tekst
C
een informatieve tekst
D
een activerende tekst

Slide 17 - Quizvraag

Welke hoort bij een activerende tekst
A
een gebruiksaanwijzing van een telefoon
B
een blog over reizen
C
een folder van de zuivelhoeve
D
een artikel over katten

Slide 18 - Quizvraag

Wat past bij "perceptie"
A
feit
B
beeld
C
begrip
D
uitleg

Slide 19 - Quizvraag

informatieve tekst
betogende tekst
instruerende tekst
activerende tekst
een folder van AH
één standpunt
overtuigen van een mening
een artikel over hoe chips wordt gemaakt
een recept

Slide 20 - Sleepvraag

Wat past bij het tekstdoel "amuseren"
A
Kookboek
B
Leesboek
C
Krant
D
gebruiksaanwijzing

Slide 21 - Quizvraag

Waar in een tekst vind je vaak de aanleiding
A
In het slot
B
In de derde alinea
C
in de inleiding
D
dat is de eerste zin van een tekst

Slide 22 - Quizvraag

Nog even dit
Veel voorkomende vraag:
In de inleiding staat de aanleiding van de tekst.
Wat is deze aanleiding?

De aanleiding is WAAROM iets gebeurt, dus waarom deze tekst geschreven wordt.

Slide 23 - Tekstslide

Verder oefenen?
https://oefenen.facet.onl/

Dit zijn oude examens, dus dit is wat je kunt verwachten bij het echte examen!
Zeker een aanrader!

Slide 24 - Tekstslide

Ga met je muis in de paarse balk helemaal naar rechts "MBO-examens"
Kies "Nederlandse Taal"

Kies voor een examen van niveau 2F
Scroll naar beneden en klik op "Start Examen"

Slide 25 - Tekstslide

Examentraining 

Thema 8 – taak 37:
Bereid je voor op het Centraal examen Luisteren 

Alle opdrachten  

Slide 26 - Tekstslide