Par. 6.1 De Germanen

De Middeleeuwen
Vroege en Late Middeleeuwen
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

De Middeleeuwen
Vroege en Late Middeleeuwen

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Studiewijzer
07/04: Par. 6.1. De Germanen
11-12/4:  -
14/04: Par. 6.2 De samenleving in de Vroege Middeleeuwen.  
18/04: Tweede Pasen
21/04: Par. 6.2 De samenleving in de Vroege Middeleeuwen.  
MEIVAKANTIE
09-10/05: Par. 6.3 De samenleving in de Vroege Middeleeuwen.
12/05: Par. 6.3 De samenleving in de Vroege Middeleeuwen.
16-17/05: SO par. 6.1 en 6.2
19/05:  Par. 6.3 De samenleving in de Vroege Middeleeuwen.
23-24/05: Par. 6.6. De Islam
30/05: Excursie
31/05: Par. 6.6 De Islam
02/06:  
(Pinksteren)
09/06 Herhaling









Toetsweek 4
Par. 6.1, 6.2, 6.3, 6.6 en misschien 6.7 

Slide 3 - Tekstslide

Vandaag
1. Uitleg par. 6.1
2. Opdrachten maken en bespreken
3. Afsluiten

Eerder klaar? Filmpje kijken

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoel
1. Wanneer begint en eindigde de Middeleeuwen?
2. Welke gemeenschappelijk kenmerken hadden de Germaanse volken?
3. Waardoor is Karel de Grote vooral bekend geworden? Noem drie punten. 
4. Door welke drie oorzaken viel het rijk van Karel de Grote uiteen?



Slide 5 - Tekstslide

Eerst de naam: 
De Middeleeuwen
  • De tijd na het Romeinse Rijk (Oudheid) en vóór de Nieuwe Tijd (vanaf 1450).
  • Het ligt in het midden van die twee perioden: tussenperiode.
  • Ongeveer tussen 500 en 1500

  • Vroege Middeleeuwen: 500-1000 
  • Late Middeleeuwen: 1000-1500
Volgens sommige eidigen de Middeleeuwen in de 13de eeuw, volgens andere pas in de 16de eeuw. Dat komt omdat de volgende periode in Italië en Vlaanderen eerder begon dan elders. 

Slide 6 - Tekstslide

Tijd van Grieken en Romeinen
(500 v. Chr. - 500 n. Chr.)
Tijd van Monniken en Ridders
(500-1000)
(Vroege Middeleeuwen)
Tijd van Steden en Staten
(1000-1500)
(Late Middeleeuwen)
1492: Columbus 'ontdekt' Amerika
(Einde van de Middeleeuwen)
⚓️
476: Val van het West-Romeinse Rijk
(Begin van de Middeleeuwen)
🔥
Tijd van Ontdekkers en Hervormers
(1500-1600)
Tijd van Regenten en Vorsten
(1600-1700)
Tijd van Pruiken en Revoluties
(1700-1800)

Slide 7 - Tekstslide

Het einde van het West-Romeinse Rijk:


  • Volksverhuizing = volkstammen voerden oorlog met elkaar om de rijkdommen en het grondgebied van de Romeinen.
  • Het lukte de Romeinse legers niet om iedere keer de invallers te verslaan (bijv. de Hunnen en de Germanen).
  • De verslagen Romeinse legers werden opgeheven of teruggeroepen naar Rome. 
  • Romeinse bestuurders verloren hun baan. 
  • Onveilige wegen = geen handel = trekken naar het platteland!



Slide 8 - Tekstslide

De Germanen

Slide 9 - Tekstslide

De Germanen
  • Talen leken veel op elkaar. 
  • Leefden vooral van landbouw en woonden in dorpen. 
  • Gelaagde samenleving.
  • Elk volk was verdeeld in stammen. Daarin had de vergadering van vrije mannen de meeste macht. In oorlogstijd werd een aanvoerder gekozen. 
Slaven vormden de onderste laag, vrijgelaten de middelste en aan de top stonden de vrije mannen. 
Vrouwen en kinederen moesten hun man of vader gehoorzamen. 

Slide 10 - Tekstslide

Het Frankische Rijk
751-870


  • De Franken waren een germaanse stam.
  • Het Frankische volk kreeg de macht over een groot deel van Europa.
  • De bekendste Frankische koning was Karel de Grote.  
  • In het jaar 800 werd hij zelfs keizer
Frankrijk is naar de Franken genoemd. 

Slide 11 - Tekstslide

Karel de Grote (1)
768: koning van de Franken.

  1. Onderwijs: 
  • Karel liet overal in kerken en kloosters scholen oprichten (voor kinderen van edelen en/of veelbelovende kinderen).
  • Hij liet de Griekse en Romeinse handschrfiten bestuderen (hij wilde bijv. leren welke wetten de Romeinen hadden gemaakt).

Slide 12 - Tekstslide

Karel de Grote (2)
2. Hij liet het schrift verbeteren. 

  • Invoeren van kleine letters. 

Slide 13 - Tekstslide

Karel de Grote (3)
3. Hij voerde veel oorlogen om zijn land te vergroten en om het christendom te verbreiden. 

  • Er was weer een groot rijk in West-Europa.


Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Het Frankische Rijk valt uiteen. Oorzaken: 

  • Germaanse vorsten verdelen het rijk tussen hun zonen. Het rijk werd na de dood van Karel de Grote steeds meer verdeeld (en verdeeld en verdeeld...)
  • Opvolgers van Karel de Grote voeren oorlogen tegen elkaar. 
  • Aanvallen van volken zoals de Noormannen vanuit het noorden en de Moren (moslims) vanuit het zuiden. 

Slide 16 - Tekstslide

Opdrachten maken

Werkboek, blz. 66,  opdracht 3.
Zelfstandig, zachtjes overleggen is toegestaan. 
Eerder klaar? Maak opdracht 1, blz. 63


timer
10:00

Slide 17 - Tekstslide

Afsluiten
1. Wanneer begint en eindigde de Middeleeuwen?
2. Welke gemeenschappelijk kenmerken hadden de Germaanse volken?
3. Waardoor is Karel de Grote vooral bekend geworden? Noem drie punten. 
4. Door welke drie oorzaken viel het rijk van Karel de Grote uiteen?



timer
5:00

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video