M3A - P4 - Les 16 - Oefentoets bespreken
1 / 23
Lesduur is: 40 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Noem een voorbeeld van een goed
dat de overheid laat produceren
dat de overheid laat produceren
Slide 4 - Woordweb
Slide 5 - Tekstslide
Noem een voorbeeld van
gemeentelijke inkomsten.
gemeentelijke inkomsten.
Slide 6 - Woordweb
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Het uitbetalen van militairen behoort tot de collectieve uitgaven.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 9 - Quizvraag
Alle uitkeringen samen noem je
de sociale zekerheid.
de sociale zekerheid.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 10 - Quizvraag
De AOW is een werknemersverzekering.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 11 - Quizvraag
Bedrijven uit de collectieve sector willen voornamelijk winst maken.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 12 - Quizvraag
De WIA is een sociale voorziening.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 13 - Quizvraag
Het verbranden van het huisafval
is een taak van ..........
A
de Rijksoverheid
B
de provincie
C
de gemeente
Slide 14 - Quizvraag
De uitbreiding van het industrieterrein in Maarssen is een taak van de .......
A
de Rijksoverheid
B
de provincie
C
de gemeente
Slide 15 - Quizvraag
De collectieve sector maakt winst.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 16 - Quizvraag
De overheid produceert
.............. goederen
.............. goederen
A
collectieve
B
individuele
C
collectieve en individuele
Slide 17 - Quizvraag
Bibliotheek
A
Collectieve sector
B
Particuliere sector
Slide 18 - Quizvraag
De belastingen worden ......., zodat de vraag naar goederen en diensten ..........
A
verhoogt, toeneemt
B
verhoogt, afneemt
C
verlaagt, toeneemt
D
verlaagt, afneemt
Slide 19 - Quizvraag
Bij een planeconomie zijn er
.......... ambtenaren dan
bij een markteconomie.
.......... ambtenaren dan
bij een markteconomie.
A
meer
B
minder
Slide 20 - Quizvraag
Tijdens een recessie
.......... het BBP en
......... de werkloosheid.
.......... het BBP en
......... de werkloosheid.
A
stijgt, stijgt
B
stijgt, daalt
C
daalt, stijgt
D
daalt, daalt
Slide 21 - Quizvraag
Als je ZZP-er bent, betaal je GEEN inkomstenbelasting.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 22 - Quizvraag
Wat is een aftrekpost bij de inkomstenbelasting?
A
hypotheekaflossing
B
hypotheekrente
