M3 - Tag questions

TAG QUESTIONS
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

TAG QUESTIONS

Slide 1 - Tekstslide

Korte introductie
Bekijk de video op de volgende slide. 
Als je niet alle termen begrijpt, maak je hier geen zorgen om.
Kijk naar de voorbeelden, dan begrijp je het!
Je hoeft nog niet alles te begrijpen.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Tag questions
Als de zin bevestigend (+) is, is de tag question ontkennend (-).

Als de zin ontkennend (-) is, is de tag question bevestigend (+).

Bijvoorbeeld:
My boyfriend is (+) funny, isn't (-) he?

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

TAG QUESTIONS:
Als de zin ontkennend (-) is, dan is de tag question....
A
bevestigend (+)
B
ontkennend (-)

Slide 6 - Quizvraag

TAG QUESTIONS:
Als de zin bevestigend (+) is, dan is de tag question....
A
ook bevestigend (+)
B
ontkennend (-)

Slide 7 - Quizvraag

My brother is a lovely boy, ...... ....?
A
is he?
B
isn't he?

Slide 8 - Quizvraag

You can't believe your eyes, ...... ....?
A
can you
B
can't you

Slide 9 - Quizvraag

What is the question tag for 'He is coming to the party'?
A
He is coming to the party, is he not?
B
He is coming to the party, doesn't he?
C
He is coming to the party, hasn't he?
D
He is coming to the party, isn't he?

Slide 10 - Quizvraag

Select the correct question tag for the sentence: He won't be late, ___?
A
will he
B
does he
C
will not he
D
won't he

Slide 11 - Quizvraag

Choose the suitable question tag for the sentence: We have finished, ___?
A
hasn't we
B
do we
C
haven't we
D
have we

Slide 12 - Quizvraag

Pick the right question tag for the sentence: She is coming, ___?
A
is she
B
isn't she
C
does she
D
doesn't she

Slide 13 - Quizvraag

Select the appropriate question tag for the sentence: They can swim, ___?
A
can't they
B
couldn't they
C
can they
D
do they

Slide 14 - Quizvraag

Choose the correct question tag for the sentence: You like ice cream, ___?
A
do you
B
aren't you
C
isn't it
D
don't you

Slide 15 - Quizvraag

Vul de juiste 'Tag question' in. (Schrijf alleen de tag question op, ook geen vraagteken!)

You haven't seen him around, ..... ...?

Slide 16 - Open vraag

TAG QUESTIONS
She is always at work, ... ?

Slide 17 - Open vraag

Vul de tag question in:
It isn't difficult, ....?

Slide 18 - Open vraag

Vul de tag question in:
They aren't Italian, ....?

Slide 19 - Open vraag

Nog even oefenen....
Ga naar de website op de volgende slide en maak de oefening.

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Link