basiszorg ADL

B1-K1-W4
Voert zorg en begeleidingsactiviteiten uit
Zorgverlener

1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

B1-K1-W4
Voert zorg en begeleidingsactiviteiten uit
Zorgverlener

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Waarom heb je
voor dit beroep
gekozen?

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Welke taken heeft een Verzorgende-ig allemaal?

Slide 5 - Open vraag

Een Verzorgende, vaak werkzaam in de thuiszorg of in verzorgingshuizen, is iemand die extra ondersteuning biedt aan (meestal) ouderen, gehandicapten en chronisch zieken in de thuissituatie.
Onder de taken van een Verzorgende vallen het helpen met handelingen rond persoonlijke hygiëne van de patiënt (wassen, douchen, tanden poetsen), het verrichten van dagelijkse bezigheden (aankleden, eten, in en uit bed komen), huishoudelijke taken (hieronder vallen soms ook boodschappen doen of op kinderen passen) en eenvoudige verpleegkundige taken zoals het verzorgen van wonden, het geven van injecties of het toedienen van medicijnen. De Verzorgende stimuleert altijd de zelfredzaamheid van de patiënten om hen (weer) zo zelfstandig mogelijk te maken.
CanMeds rollen / profiel
  • De CanMEDS-rollen zijn zeven rollen waarmee je in de verzorging en verpleging de functieprofielen kun beschrijven.

  • Rol van zorgverlener staat centraal

  • Een internationaal bekend en geaccepteerd model voor het omschrijven van de competenties van professionals in de zorg.



Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doel van de CanMEDS rollen
- maakt de benodigde competenties inzichtelijk 
- geven richting aan hoe de professional zich dient te ontwikkelen
- verbetert de kwaliteit van de zorg
- bevordert de professionele beroepshouding door een bepaalde standaard  per opleidingsniveau vast te stellen

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Canmedsrollen
  1. ZORGVERLENER = Vakhoudelijk handelen (W3, W4, W5)
  2. COMMUNICATOR = communiceren (W6)
  3. Samenwerking= SAMENWERKINGSPARTNER (K2-W2)
  4. Kennis en wetenschap= EBP professional (K2-W1)
  5. GEZONDHEIDSBEVORDERAAR = Maatschappelijk handelen (W1, W2)
  6. ORGANISATOR = methodisch werken (W7, W8)
  7. Professionaliteit en kwaliteit= PROFESSIONAL EN KWALITEISBEVORDERAAR (K2-W3)


Slide 9 - Tekstslide

1. Vakinhoudelijk handelen
Het ontwikkelen van competenties op het gebied van zorgverlening aan patiënten, cliënten of bewoners.
Voorbeelden: anatomie/fysiologie, ziektebeelden en beperkingen, verpleegkundige diagnostiek, farmacologie, psychologie en psychiatrie, zelfmanagement, ondersteuning en begeleiding, preventie, interventies, voorbehouden en risicovolle handelingen, zorgleefplan, hulp- en ondersteuningsmiddelen en verpleegtechnieken.

2. Communicatie
Het ontwikkelen van competenties op het gebied van communicatie met patiënten, cliënten of bewoners.
Voorbeelden: gesprekstechnieken, theoretische communicatie, gedragsbeïnvloeding, motivatie, empowerment, gebruik van ICT en sociale media.

3. Samenwerking
Het ontwikkelen van competenties op het gebied van samenwerking met patiënten, cliënten of bewoners, zorgverleners en zorginstellingen.
Voorbeelden: ketenzorg, verslaglegging en overdracht, ondersteuning mantelzorg, multidisciplinaire samenwerking en groepsdynamica.

4. Kennis en wetenschap
Het ontwikkelen van competenties om te kunnen reflecteren op deskundigheid en de onderbouwing van het handelen.
Voorbeelden: onderzoeksmethodiek, toepassing van wetenschap, evidence based practice en feedback.

5. Maatschappelijk handelen
Het ontwikkelen van competenties op het gebied van de maatschappelijke context en het bevorderen van gezondheid.
Voorbeelden: epidemiologie, preventie, culturele achtergronden, sociale netwerken, leefstijlbevordering, voorlichting en bemoeizorg.

6. Organisatie
Het ontwikkelen van competenties over de wijze waarop zorg wordt georganiseerd.
Voorbeelden: organisatiekunde, kleinschalige woonvormen, betaalbaarheid van de zorg, coördinatie en continuïteit, indicatiestelling, zorg op afstand, patiëntveiligheid en werkklimaat.

7. Professionaliteit en kwaliteit
Het ontwikkelen van competenties op het gebied van de professionele standaard en kwaliteitsborging.
Voorbeelden: wet- en regelgeving, beroepscode, beroepsprofielen, standaarden en richtlijnen, protocollen, beroepsvereniging, beroepsimago, kwaliteitsregistratie en kwaliteitssystemen.


CanMEDS rollen & Digibib
CanMED rollen & Digibib

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Zorgverlener = de kern van het beroep
W3 - W4 en W5
  • Analyseert gegevens van de intake en stelt (mede) een ZLP op met zorg-ondersteuningsdoelen en passende activiteiten. Je bespreekt dit met de zorgvrager. (W3)
  • Signaleert veranderingen in gedrag en gezondheid en onderneemt stappen. 
  • Voert handelingen uit zoals:

Slide 11 - Tekstslide

Je voert zorg-en dienstverlenende werkzaamheden uit.
Je ondersteunt zorgvragers bij persoonlijke zorg, adl en dienstverlenende taken op basis van afspraken in het zorgleefplan, zoals wonen, leven en voeding.
Je zorgt ervoor dat de cliënt zoveel mogelijk zelf kan doen. 
2. Communicator W6
  • Werkt verbindend samen met naastbetrokkenen en zorgverleners.
  • Communiceert in aansluiting op de wensen en mogelijkheden van de zorgvrager.
  • Begeleidt individuele en groepen zorgvragers en creëert een stimulerende en prettige leef- en verblijfsomgeving.

Slide 12 - Tekstslide

Heb je kennis verworven over interactie met cliënten?
Welke gesprekstechnieken pas je toe?
Hoe kun je gedrag beïnvloeden?
Hoe zet je ICT in?

Je stelt vragen, wensen en problemen bij de juiste persoon aan de orde.
Je verwijst bij vragen van de zorgvrager, collega's of andere disciplines zo nodig door.
Je registreert ,digitaal, volgens de richtlijnen van de instelling.
Je bent het aanspreekpunt.
Je achterhaalt informatie door vragen te stellen, te luisteren en door te vragen.
Je ondersteunt bij de omgang met social media en internet.
Je zet technologische hulpmiddelen in.

3. Samenwerkingspartner K2-W2
Verbindt de zorgvrager, naastbetrokkenen en andere zorgverleners in hun samenwerking. Werkt samen met andere disciplines. Evalueert samen met alle betrokkenen de effecten van de zorgverlening, en stelt zo nodig bij.

Bijvoorbeeld:

Slide 13 - Tekstslide

Je overlegt met collega's over werkzaamheden.
Je vraagt naar wensen en de tevredenheid van de zorgvrager. Je neemt deel aan werkoverleg om het werk af te stemmen.
Je signaleert bijzonderheden en veranderingen bij de zorgvrager.
Je draagt gegevens over.

Met wie werk je
allemaal samen?

Slide 14 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

4. Reflectieve EBP professional K2-W1
  • Kennis van protocollen
  • kan omgaan met beroepsethische vraagstukken
  • gesprekstechnieken en begeleidingstechnieken
  • feedbackvaardigheden
  • reflectievaardigheden

Slide 15 - Tekstslide

EBP= Evidence based practice
Dit is het zorgvuldig, expliciet en oordeelkundig gebruikmaken van het beste bewijsmateriaal dat op dat moment beschikbaar is.
Het helpt om wetenschappelijke verantwoorde beslissingen te nemen.

Je luistert naar feedback en vraagt naar verbeterpunten.
Je bent vriendelijk en correct in de omgang volgens de normen en waarde van de organisatie.
Je werkt bewust met de regels van arbo, veiligheid, milieu en privacy.
Je evalueert werkzaamheden.
Je houdt rekening met gewoonten, normen en waarden, levensbeschouwing en culturele achtergrond van zorgvragers en collega's.
5. Gezondheidsbevorderaar W1 -W2
  • Signaleert continue veranderingen in de gezondheidstoestand en het welbevinden en bespreekt en rapporteert deze.
  • Geeft informatie over ziekten en beperkingen en de gevolgen daarvan voor de persoonlijke verzorging en de huishoudelijke zorg.
  • Geeft voorlichting, advies en instructie om de eigen kracht te versterken, over een gezonde leefstijl, veiligheid en hygiëne in de woonomgeving en hulpmiddelen


Slide 16 - Tekstslide

Je signaleert veiligheidsrisico's en onderneemt daar actie op.
Zorg jij ervoor dat jij bijgeleerd hebt over gezondheidsbevorderende maatregelen?



6. Organisator W7 - W8
  • Begeleidt, instrueert en coacht nieuwe collega’s stagiaires en vrijwilligers.
  • Stemt de zorgverlening en de taakverdeling af met (keten) collega’s (=continuïteit).
  • Reageert op onvoorziene en crisissituaties.
  • Past risicosignalering toe en handelt volgens procedures en schakelt zo nodig collega’s in.
  • Blijft in contact met de zorgvrager tijdens een crisissituatie.
  • Evalueert de situatie en neemt zo nodig preventieve maatregelen voor de veiligheid van de zorgvrager. 

Slide 17 - Tekstslide

Na een dienst meld jij je af. Je geeft bijzonderheden door.
Je registreert volgens afspraak.
Je draagt bij aan een veilige situatie.
Je meldt grote storingen aan de teamcoach of deskundige op dat gebied..
Heb je kennis over de manier waarop je de verzorging kan organiseren?

7. Professional en kwaliteitsbevorderaar K2-W3
  • Bewaakt en verbetert de kwaliteit van zorg.
  • Participeert in ontwikkel- of intervisiegroepen.
  • Volgt nauwkeurig protocollen, procedures en wettelijke richtlijnen.
  • Geeft gesignaleerde tekortkomingen in de werkwijze door aan de juiste  persoon.

Slide 18 - Tekstslide

Heb je voldoende geleerd over de deskundige standaarden en de borging van kwaliteit. 
Denk aan de beroepscode, richtlijnen, protocollen, wet en regelgeving.


Wat kan een kwaliteit van een verzorgende zijn?

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Welke rollen denk je gezien te hebben in het filmpje?

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eed van Verpleegkundigen en Verzorgenden 

Eed van Verpleegkundigen en Verzorgenden
Ik zweer / beloof dat ik mijn beroep als verpleegkundige/verzorgende*
op een
verantwoorde en betrouwbare wijze zal uitoefenen.
Dat betekent....

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Reflectievragen
  • Wat betekent deze eed voor jou?
  • Hoe ga je deze eed straks toepassen?
  • Wat zegt deze eed over jou en je beroep?
  • Waarom is deze eed zo belangrijk?
  • In welke 3 woorden kan ik deze eed samenvatten?

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

B1-K1-W7
Stemt de zorgverlening af
Rol van Organisator

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verzorgend redeneren

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Methodisch werken 
  • Doelmatig
  • Systematisch
  • Procesmatig
  • Bewust

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voordelen methodisch werken
  • de kans op fouten neemt af omdat je vooruit kijkt
  • zowel een ander als jijzelf weet wat er verwacht mag worden
  • je eigen handelen kan beter geëvalueerd worden om, als het nodig is, het handelen te verbeteren
  • anderen krijgen een duidelijker beeld van wat jij doet en wil gaan doen

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doelmatig
Beroepsmatig werken is pas methodisch als het doelgericht is: gericht op het bereiken van een vooropgesteld doel. Deze doelen moeten van tevoren geformuleerd zijn.
1. Positieve doelen zijn gezondheidsbevorderend. Ze zijn erop gericht de gezondheidstoestand van de zorgvrager zo optimaal mogelijk te maken of te houden.
2.Preventieve doelen zijn voorkomend. Ze zijn erop gericht om verslechtering in de gezondheidstoestand van de zorgvrager te voorkomen.
3.Curatieve doelen zijn genezend. Ze zijn gericht op herstel van gezondheidsproblemen.
4.Palliatieve doelen zijn verzachtend. Ze komen veel voor in een terminale fase, de laatste levensfase.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Systematisch
Systematisch wil zeggen: in een logische volgorde, stap voor stap, in de richting van het doel. Eerst denken en dan doen. Het werken verloopt volgens van tevoren geplande stappen. Bij het uitvoeren van handelingen zijn drie vaste stappen te onderscheiden:

  • voorbereiding;
  • uitvoering;
  • nazorg.

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Proces
Het beroepsmatig werken is procesmatig als verschillende stappen (fasen) op elkaar aansluiten. Daarbij houd je rekening met het effect van de ene fase op de andere. In het zorgproces onderscheid je zes fasen:

Stap 1: Verzamelen van gegevens
Stap 2: Vaststellen van zorgproblemen
Stap 3: Vaststellen van zorgdoelen
Stap 4: Plannen van zorg- en ondersteuningsactiviteiten
Stap 5: Uitvoeren van zorg- en ondersteuningsactiviteiten
Fase 6: Evalueren van zorgproces

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Bewust
Bewust werken betekent dat je als verzorgende-IG:

nadenkt over wat je doet;
weet waarom je iets doet;
weet wat je doet;
plant wat je doet.
Bewust methodisch werken bereik je door verslaglegging van alle fasen van het zorgproces.

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Leervragen
Wat heb je de komende week te ontwikkelen?
Wat wil je graag leren?
Waar ben je onzeker over?
Wat gaat al heel goed?
  • Wat heb je te ontwikkelen?
  • Wat wil je de komende week leren?
  • Waar ben je onzeker over?
  • Wat gaat al heel goed?



Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht methodisch werken
Thieme meulenhoff 
Zorgplan N3
Zorgproces
methodisch werken
Opdrachten 1 t/m 7

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies