Thema 12 Blok 3 Bossen BLM

Leerwerkboek 12 Afval en Energie
M&M LJ2
2022-2023
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens en MaatschappijMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 9 videos.

Onderdelen in deze les

Leerwerkboek 12 Afval en Energie
M&M LJ2
2022-2023

Slide 1 - Tekstslide

Blok 3 Bossen les 1
  • Introductie
  • Uitleg van bos naar landbouwgrond, bossen en verdroging
  • Zelfstandig werken 

Slide 2 - Tekstslide

Dit hoofdstuk leer je:
  • Het verschil tussen een oerbos en een productiebos 
  • De reden  voor het verdwijnen van de Nederlandse oerbossen
  • De reden voor aanplanting van bossen in Nederland na 1900
  • Oorzaken en gevolgen voor ontbossing
  • Verschil tussen intensieve en extensieve landbouw 
  • Hoe verdroging ontstaat
  • Het verband tussen bossen en klimaat 
  • Kenmerken van duurzame en fossiele brandstoffen 

Slide 3 - Tekstslide

Van bos naar landbouwgrond
  • Tijd van jagers en boeren: Er was veel bos, boeren kapten stukjes bos en maakten er akkers van. Wanneer grond onvruchtbaar was trokken de boeren weg en kwam begroeiing terug.  Er kwamen meer verschillende soorten leefgebieden. In deze leefgebieden leefden meer soorten planten en dieren dan alleen in het bos. De biodiversiteit werd groter. 
  • Tijd van Grieken en Romeinen: Kapten meer bos en kozen vaste woonplaatsen voor hun boerderijen. Er werden meer bomen gekapt dan er nieuw groeiden (Ontbossing),
  • Middeleeuwen: Bevolking in Europa groeit snel. In bossen werd vee gehouden, ontstaan heidegebied. Op de heidevelden konden de boeren maar weinig dieren houden. Zo ontstond Extensieve landbouw. Hout werd gebruik als brandstof, houtskool. 

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Bossen en verdroging
  • De schapen die op de heidevelden graasden zorgden voor mest wat nodig was om de akkers vruchtbaar te maken.
  • Toen kunstmest werd uitgevonden was dit niet meer nodig, mensen gingen op de heidevelden weer bomen planten.
  • Dat waren vooral naaldbomen, die brachten namelijk veel hout op. 
  • Naaldbomen verdampen meer water dan loofbomen. Zo verdroogden grote delen van Nederland. Bij Verdroging daalt het niveau van het grondwater.  

Slide 6 - Tekstslide

Begrippen:
De biodiversiteit
Aantal soorten en hoeveelheid planten en dieren in een bepaald soort gebied.
De extensieve landbouw
Weinig dieren per hectare en de opbrengst van landbouwgewassen is laag.

De ontbossing
Als bos verdwijnt omdat er meer bomen worden gekapt, dan er nieuwe groeien.

De verdroging
Niveau van het grondwater zakt waardoor de grond uitdroogt.


















Slide 7 - Tekstslide

Waardoor ontstaat verdroging?
  1. We gebruiken grondwater voor drinkwater en industrie
  2. Water wordt gebruikt om het lande besproeien (irrigatie). 
  3. Regenwater wordt snel afgevoerd door bijvoorbeeld sloten.
  4. Nederland is dichtbebouwd (verstening). Regen kan niet meer in de grond infiltreren en valt nu op daken, straten en wegen. 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Wat is ontbossing?
A
Dat je nieuwe bomen gaat planten
B
Dat er bomen gekapt worden
C
Dat er meer bos komt
D
Dat er meer soorten bomen komen

Slide 10 - Quizvraag

Wat is GEEN reden voor ontbossing?
A
Het winnen van natuurlijke hulpbronnen
B
Uitdroging
C
Bevolkingsgroei
D
Landbouw

Slide 11 - Quizvraag

Verdroging is het zakken van grondwater
A
juist
B
onjuist

Slide 12 - Quizvraag

Waarvoor werden heidevelden vroeger gebruikt?
A
Er graasden schapen voor de bemesting
B
Om heide te beschermen
C
Er graasden schapen om het gras kort te houden

Slide 13 - Quizvraag

Welk probleem hoort NIET bij verstening?
A
Riolen overstromen bij hevige neerslag
B
Minder infiltratie
C
Water komt sneller in de rivieren terecht
D
Hogere grondwaterstand

Slide 14 - Quizvraag

Aan de slag!
Pak je werkboek Afval en Energie 12. Omcirkel de volgende opdrachten en ga aan de slag. 

BBL: ga naar blz. 44. Maak opdracht 1,3,4,5,6,7.
KGT: ga naar blz. 54. Maak opdracht 2,3,5,6,7.

Slide 15 - Tekstslide

Blok 3 Les 2
  • Uitleg spoorzoeken naar het oerbos, oerbossen in Europa, landbouw en bos
  • Zelfstandig werken 

Slide 16 - Tekstslide

Spoorzoeken naar het oerbos
  • In Nederland bestaan geen oerbossen meer.
  • Veel bossen in Nederland zijn aangeplant voor de productie van hout. De bomen staan in rechte rijen en bestaan uit dezelfde soort. 
  • De laatste jaren worden de productiebossen natuurlijker gemaakt. Dood hout blijft liggen, meer variatie in leeftijd bomen, naaldbomen worden gekapt en nieuwe bossen aangeplant (ook voor recreatie en natuurbehoud)

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Slide 19 - Video

Oerbossen in Europa
  • In Polen en Roemenië kan je nog oorspronkelijke oerbos vinden.
  • Er leven veel zeldzame planten en dieren
  • Veel commerciële buitenlandse bedrijven willen er bomen kappen en het hout verkopen.
  • Na protesten van inwoners heeft de EU ingegrepen. Het oerbos moet beschermd worden. 
  • In Roemenië gebeurt het nog steeds illegaal, boswachters worden omgekocht of zelfs vermoord. 

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Nederland heeft ook een rol bij de ontbossing van buitenlandse gebieden bijvoorbeeld het Amazonegebied

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Landbouw en bos
  • Intensieve landbouw: Er zijn veel dieren per hectare grond en opbrengst van gewassen is hoog. Zorgt er voor dat wilde dieren en planten verdwijnen. 
  • Eu wilt meer bossen planten, zorgt namelijk voor minder klimaatverandering (bomen nemen Co2 op) en beschermt ons tegen hevige regen (gevolg overstromingen). 

Slide 24 - Tekstslide

Wat hebben we in Nederland meer?
A
Oerbos
B
Aangeplant bos

Slide 25 - Quizvraag

Hoe heet het wanneer er oer-bos verdwijnt?
A
Bosbouw
B
Ontbossing
C
Houtkap
D
oerbos kap

Slide 26 - Quizvraag

Intensieve landbouw heeft:
A
Grote opbrengt per hectare
B
Lage opbrengst per hectare
C
Kleine akkers
D
Enorme akkers, veel gebruik van kunstmest

Slide 27 - Quizvraag

Is er sprake is van extensieve- of intensieve landbouw op de afbeelding?
A
Extensieve landbouw
B
Intensieve landbouw

Slide 28 - Quizvraag

Aan de slag! les 2
Pak je werkboek Afval en Energie thema 12
Omcirkel in je boek de volgende opdrachten:
(les 1: BBL: ga naar blz. 44. Maak opdracht 1,3,4,5,6,7.
KGT: ga naar blz. 54. Maak opdracht 2,3,5,6,7)
BBL: blz. 50 opdracht 8,9,12,13ab,14.
KGT: blz. 62 opdracht 9,10,11d,12a,14.

Slide 29 - Tekstslide

Blok 3 Bossen les 3
Extra ontbossing Amazonegebied
Uitleg Energie uit de natuur
Zelfstandig werken

Slide 30 - Tekstslide

Het tropisch regenwoud in gevaar?
1- Ontbossing: kappen van regenwoud
2- Bevolkingsgroei: meer mensen gaan in dit gebied wonen -> meer landbouwgrond nodig -> bomen gekapt
3- Winning natuurlijke hulpbronnen neemt toe, vooral tropisch  hardhout is populair (het verrot niet). Er wordt veel geld verdiend aan tropisch hardhout.

Gevaar = planten en bomen verdwijnen voorgoed, leefgebied indianen kleiner

Slide 31 - Tekstslide

1

Slide 32 - Video

00:23
Hoe noemen we de variatie van dieren, planten en micro-organismen?
A
zoogdieren
B
biodiversiteit
C
inheemse diersoorten
D
de vijf stelsels

Slide 33 - Quizvraag

Hoe noemen we de variatie van dieren, planten en micro-organismen?
A
zoogdieren
B
biodiversiteit
C
inheemse diersoorten
D
de vijf stelsels

Slide 34 - Quizvraag

Aan de slag! Les 3
Ga verder met het huiswerk van deze week. Klaar? Ga naar de ELO en oefen de quizlet begrippenlijst.

BBL: ga naar blz. 44. Maak opdracht 1,3,4,5,6,7, 8,9,12,13ab,14.
KGT: ga naar blz. 54. Maak opdracht 2,3,5,6,7,9,10,11d,12a,14.

Slide 35 - Tekstslide

Blok 3 Bossen les 4
Deze les leer je over het verschil tussen fossiele en duurzame energiebronnen.
Je weet wat fossiele brandstoffen zijn.
Je weet wat biomassa is.
Je kunt voorbeelden van duurzame energiebronnen geven.
Je kunt voor- en nadelen noemen van verschillende energiebronnen.

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Video

Energie uit de natuur
  • Lang geleden wekten mensen energie op met vuur. Er werd hout of turf verbrand.
  • Toen kwam de overgang. We gebruiken nu fossiele brandstoffen als energiebron. Dat is aardgas of aardolie. Het levert meer energie op dan enkel hout. Maar dat heeft veel nadelen. (raakt op en vervuilt het milieu, veel co2 uitstoot zorgt voor klimaatverandering)
  • Toch wordt ons land weer belangrijker voor de energie, want er komen steeds meer parken met zonnepanelen of windmolens. En er worden snelgroeiende bomen geplant om als biomassa te verbranden in elektriciteitscentrales.

Slide 38 - Tekstslide

Wat is biomassa?
A
dat zijn fossiele brandstoffen
B
Het verbranden van GFT-afval
C
Dat is de luchtlaag om de aarde
D
Een ander woord voor ozonlaag

Slide 39 - Quizvraag

Nadelen duurzame energie 
Het opwekken van duurzame energie is beter voor het milieu, maar heeft nadelen:

  • Het kost vaak veel ruimte.
  • Zonnepanelen en windmolens leveren elektriciteit en dat kun je moeilijk opslaan. Dat is lastig, want er is ook elektriciteit nodig als de zon niet schijnt en als het niet waait.
  • De biodiversiteit krimpt. Veel van dezelfde boomsoorten in een productiebos. Bovendien is het verbranden van biomassa slecht voor de luchtkwaliteit.


Slide 40 - Tekstslide

Noem twee nadelen van duurzame energie

Slide 41 - Open vraag

Kernenergie
Een andere oplossing is kernenergie. In een kerncentrale wordt veel energie opgewekt, zonder dat er broeikasgassen vrijkomen. Maar ook kernenergie heeft nadelen.

  • Er komt straling vrij en die is gevaarlijk. Door enkele ongelukken met kerncentrales willen mensen er niet meer in de buurt wonen.
  • Het kernafval van kerncentrales is gevaarlijk. Het moet heel lang veilig bewaard worden totdat het geen straling meer afgeeft en die opslag kost dus nog heel lang geld.

Slide 42 - Tekstslide

Geef een nadeel van kernenergie

Slide 43 - Open vraag

Slide 44 - Video

Aan de slag! Les 4
Pak je werkboek. 
Ben je klaar? Ga naar de ELO en oefen de quizlet begrippenlijst.

BBL: ga naar blz. 56. Maak opdracht 16,18,19,20.
KGT: ga naar blz. 68. Maak opdracht 16,17,18,19,20.

Slide 45 - Tekstslide