Een rechter kan hoofdstraffen, bijkomende straffen en maatregelen opleggen. Wat voor soort sanctie(s) zijn een gevangenisstraf, een taakstraf en een geldboete?
A
Alle drie hoofdstraffen
B
Een hoofdstaf, twee bijkomende straffen
C
Een hoofdstraf en twee maatregelen
D
Een hoofdstraf, een bijkomende straf en een maatregel.
In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen.
Lesduur is: 15 min
Onderdelen in deze les
Een rechter kan hoofdstraffen, bijkomende straffen en maatregelen opleggen. Wat voor soort sanctie(s) zijn een gevangenisstraf, een taakstraf en een geldboete?
A
Alle drie hoofdstraffen
B
Een hoofdstaf, twee bijkomende straffen
C
Een hoofdstraf en twee maatregelen
D
Een hoofdstraf, een bijkomende straf en een maatregel.
Slide 1 - Quizvraag
Wat zijn hoofdstraffen?
A
geldboete, hechtenis, gevangenisstraf en taakstraf
B
geldboete, gevangenisstraf, rijbewijs inleveren en tbs
C
taakstraf, gevangenisstraf en rijbewijs inleveren
D
geldboete, taakstraf, tbs en een enkelband
Slide 2 - Quizvraag
Jan wordt veroordeeld tot 8 jaar gevangenisstraf en tbs. Van wat soort straffen is hier sprake?
A
Alleen hoofdstraffen
B
Hoofdstraf en bijkomende straf
C
Bijkomende straf en maatregel
D
Hoofdstraf en maatregel
Slide 3 - Quizvraag
Vinden preventieve maatregelen tegen criminaliteit belangrijk
A
links
B
midden
C
rechts
D
christelijke
Slide 4 - Quizvraag
Wat is een voorbeeld van een preventieve maatregel ?
A
Meer camera's ophangen
B
meer boetes uitdelen
C
verdachte langer vasthouden
Slide 5 - Quizvraag
hoofdstraffen
bijkomende straf
maatregelen
vrijheidsstraf
taakstraf
geldboete
intrekking rijbewijs
straatverbod
beroepsverbod
Ter beschikkingstelling
(TBS)
schadevergoeding slachtoffer
Slide 6 - Sleepvraag
Welk doel van straf is in dit geval niet behaald?
A
Vergelding
B
Resocialisatie
C
Preventie
D
Beveiliging van de maatschappij
Slide 7 - Quizvraag
Welk doel van straf hoort hier bij?
A
Genoegdoening
B
Resocialisatie
C
Afschrikking
D
Beveiliging van de samenleving
Slide 8 - Quizvraag
Een reden om iemand te straffen is dat hij moet boeten voor zijn foute gedrag. Wat is dan het doel van de straf?
A
Afschrikking.
B
Wraak.
C
Verbetering van zijn gedrag.
D
Preventie.
Slide 9 - Quizvraag
Er wordt afgesproken dat jonge criminelen zo veel mogelijk een taakstraf krijgen.
A
Opsporingsbeleid
B
Jeugdbeleid
C
Vervolgingsbeleid
D
Gevangenisbeleid
Slide 10 - Quizvraag
De politie gaat auto's doorzoeken om te controleren op wapens. Onder welk beleid valt dit?
A
Preventiebeleid en vervolgingsbeleid
B
Preventiebeleid en opsporingsbeleid
C
Opsporingsbeleid en vervolgingsbeleid
D
Vervolgingsbeleid en gevangenisbeleid
Slide 11 - Quizvraag
Onder welk soort beleid valt het geven van meer bevoegdheden aan de politie?
A
Gevangenisbeleid
B
Jeugdbeleid
C
Opsporingsbeleid
D
Vervolgingsbeleid
Slide 12 - Quizvraag
Noem twee maatregelen die een rechter kan opleggen.