Jodendom en Christendom

Jodendom en christendom
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Jodendom en christendom

Slide 1 - Tekstslide

Tempel:
Grieks of Romeins?
A
Grieks
B
Romeins
C
Allebei

Slide 2 - Quizvraag

Griekse tempels waren
A
wit
B
kleurrijk

Slide 3 - Quizvraag

Wat zijn de twee kenmerken van een Griekse tempel?
A
Zuilen & symmetrisch
B
Tekeningen op de muren & groot gebouw
C
Klein & symmetrisch
D
Zuilen & klein

Slide 4 - Quizvraag

Welk onderdeel van deze Griekse tempel is een Timpaan?
A
onderdeel A
B
onderdeel B
C
onderdeel C
D
onderdeel D

Slide 5 - Quizvraag

Christendom werd steeds populairder.
Christendom werd verboden.
Keizer Constantijn werd een christen.
Keizer Theodosius maakte het christendom een staatsgodsdienst..

Slide 6 - Sleepvraag

De Romeinen verbieden 
het Christendom
Het Christendom wordt de 
Romeinse staatsgodsdienst
Het Christendom verspreidt 
zich tot in de stad Rome
Keizer Constantijn geeft de 
Christenen godsdienstvrijheid.
Volgelingen van Jezus Christus
stichten het Christendom

Slide 7 - Sleepvraag

Sleep naar de juiste plaats - Romeinse stad
Tempel
Forum
Amfitheater

Slide 8 - Sleepvraag

Wat is de Klassieke cultuur?
A
cultuur van de klassieken
B
cultuur van de Grieken en Romeinen
C
cultuur van de Germanen
D
cultuur van de Egyptenaren en de Romeinen

Slide 9 - Quizvraag

Inhoud les
Herhaling
Uitleg
Opdrachten

Slide 10 - Tekstslide

Klassieke stijl

Slide 11 - Woordweb

Godsdienst Grieken en Romeinen

Slide 12 - Woordweb

Dit week ik al:
Jodendom en Christendom

Slide 13 - Woordweb

Jodendom
Het Romeinse Rijk bestond uit 40 provincies, met allerlei volkeren en culturen met eigen godsdiensten.
Palestina was een van die provincies - hier woonde het Joodse volk. 
Zij geloofden in één god. 
God is almachtig, hij/zij/het weet en kan alles. 
Volgens de Joden waren alle andere goden: afgoden - alle Griekse/Romeinse goden.
In 69 n.C. was er een grote Joodse opstand tegen de Romeinen - de Joodse tempel in Jeruzalem werd verwoest - alleen een stuk muur bleef over - nu een heilige plaats

Slide 14 - Tekstslide

Jezus van Nazareth
Rond het jaar 0 leefde er in Palestina een profeet: Jezus van Nazareth. Jezus zei dat op aarde snel het Koninkrijk van God zou komen. 
Een aantal Joden volgen hem en hopen dat hij de Romeinen zou verjagen. 
Jezus had andere bedoelingen, veel Joden waren teleurgesteld in hem. 
De Romeinse gouverneur besloot om hem te kruisigen. Een wrede straf, vaak gebruikt om slaven te straffen. 

Slide 15 - Tekstslide

Apostelen
De volgelingen van Jezus bleven in hem geloven. Hij was de 'zoon van god' en zou alle mensen van hun zonden bevrijden. 

Zijn dood aan het kruis was een offer. Jezus was de gezalfde: uitgekozen door God. 

Het verhaal van Jezus werd opgeschreven en door zijn apostelen verspreid. 
Het Christendom was ontstaan. 

Slide 16 - Tekstslide

Van vervolgen naar grootsheid
Het Jodendom en Christendom geloven in dezelfde enige god. 
Het Christendom verspreidde zich enorm snel door het Romeinse Rijk. Vooral de apostel Paulus heeft daarbij veel succes. Al snel waren in alle Romeinse steden christenen te vinden. 
Het Romeinse wegennet was daarbij heel handig.  Deze wegen werden ook gebruikt om Christenen makkelijker te vervolgen. 
Pas rond 300 n.C. koos keizer Constantijn vóór het christendom. In 392 n.C. was het de staatsgodsdienst in het hele rijk. 

Slide 17 - Tekstslide

Zie planning voor huiswerk
Huiswerk: 
Opdracht 14, 15, 20, 21, 22, 23, 24, 25
Blz. 33-35 HB + Blz. 30-34 WB

Slide 18 - Tekstslide