V3 Schrijfvaardigheid 5: dialogen

Welkom A3T
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom A3T

Slide 1 - Tekstslide

Programma
  1. 10 minuten lezen
  2. Schrijfvaardigheid 5: dialogen
  3. Afsluiting en vooruitblik

Slide 2 - Tekstslide

10 minuten lezen

Slide 3 - Tekstslide

Schrijfvaardigheid 5: dialogen

Doel: Je leert wat de directe en indirecte reden is en wat parafraseren is. 



Slide 4 - Tekstslide

Schrijfvaardigheid 5: dialogen
Directe rede = je geeft letterlijk de woorden weer van degene die spreekt en die plaats je tussen aanhalingstekens.

Claudine zei: 'Morgen wil ik eindelijk uitslapen.'

Slide 5 - Tekstslide

Welke zin staat er in de directe rede?
A
Mijn vader zegt dat hij morgen thuiskomt.
B
Mijn moeder roept: 'Kom direct thuis!'
C
Het meisje vertelt mij dat ze morgen jarig is.
D
Simon vertelde mij dat hij gister ziek was.

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de juiste directe rede bij de zin?

Ik vraag of we het journaal gaan kijken.
A
Ik vraag: gaan we het journaal kijken?
B
Ik vraag "Gaan we het journaal kijken?"
C
Ik vraag: "Gaan we het journaal kijken?"

Slide 7 - Quizvraag

Schrijfvaardigheid 5: dialogen
Indirecte rede = je geeft niet letterlijk de gesproken woorden weer, maar je maakt hier een bijzin van, deze staat niet tussen aanhalingstekens. 

Claudine zei dat ze morgen eindelijk wilde uitslapen.

Slide 8 - Tekstslide

Welke zin staat in de indirecte rede?
A
Mijn moeder zegt dat ik groente moet eten.
B
Mijn moeder zegt: 'Je moet groente eten!'
C
'Stop, politie!', hoor ik achter me.
D
'Ach, wat schattig!', zegt mijn oma.

Slide 9 - Quizvraag

Welke zin staat in de indirecte rede?
A
De vrouw zei: "Nooit."
B
Ik heb gezegd dat ik dat niet zou doen.
C
De leraren zeiden:"Dat doen we."
D
De scheikundige zegt:"Dat klopt helemaal."

Slide 10 - Quizvraag

Schrijfvaardigheid 5: dialogen
Parafraseren = je geeft in je eigen woorden weer wat iemand ongeveer gezegd heeft.

Claudine wilde morgen eindelijk eens uitslapen. 

Slide 11 - Tekstslide

Parafraseer de volgende zin:
'Dat vind ik echt een enorme rotstreek van je!', schreeuwde Hannah.

Slide 12 - Open vraag

Opdrachten maken
Maak opdracht 7 en 12 op pagina 103-105 van je boek. 
Je krijgt voor deze opdracht 20 minuten de tijd, daarna bespreken we de antwoorden.
Je mag zachtjes overleggen met je buur. 

Slide 13 - Tekstslide

Opdracht 7 nakijken
a Meneer Graanstra merkt op dat hij met zo veel ontbijtproducten in de supermarkt niet meer weet wat hij moet kiezen. Mevrouw Krent antwoord hem dat zij nog altijd gewoon de havermout neemt.

b Achmed vroeg aan Freek of hij zich al ingeschreven had voor de Dam tot Damloop. Freek riep enthousiast dat hij dat al weken geleden had gedaan.

c Marije durfde het niet aan hem te vragen, Bente vond dat ze hem gewoon een appje moest sturen.

Slide 14 - Tekstslide


Typ hier jouw uitwerking van opdracht 12.

Slide 15 - Open vraag

Afsluiting en vooruitblik
Dinsdag 30 januari:
Repetitie Leesvaardigheid 3 en 4
Leren LessonUps (zie linkjes op Teams)
Leren p. 16 en 20 uit je boek
Bestuderen gemaakte opdrachten




Slide 16 - Tekstslide