Voorbehoedsmiddelen bij 11.2

GEBOORTE REGELING

Bij 11.2 
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 41 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

GEBOORTE REGELING

Bij 11.2 

Slide 1 - Tekstslide

Doelstelling
  • Je kent verschillende manieren van geboorte regeling;
  • Je weet welke middelen betrouwbaar zijn
  • Je moet noodmaatregelen tegen ongewenste zwangerschap kunnen noemen

Slide 2 - Tekstslide

Onbetrouwbare methodes

Periodieke onthouding

(=geen seks op onveilige dagen van de cyclus)

Coïtus interuptus

(=terugtrekken van de penis voor de zaadlozing (klaarkomen)

Slide 3 - Tekstslide

Coitus Interuptus

Dit wordt ook wel terugtrekken genoemd. 

Erg onbetrouwbaar aangezien in het voorvocht ook zaadcellen zitten. 

Slide 4 - Tekstslide

Periodieke onthouding - Onbetrouwbaar- Ovulatie




Slide 5 - Tekstslide

Bepaling eisprong, voor periodieke onthouding

Slide 6 - Tekstslide

mannencondooms
- Meest gebruikte voorbehoedsmiddel

- 98% veilig

- Beschermt ook tegen soa's
zie bron 5 blz.132 van je tekstboek

Slide 7 - Tekstslide

vrouwencondoom
- Niet veel gebruikt (groot en onhandig)

-  veilig
- Beschermt ook tegen soa's
zie bron 4 blz.131 van je tekstboek

Slide 8 - Tekstslide

de pil
- 0,01% ongewenste zwangerschap
-remt (door hormonen) de eisprong
- elke dag 1 pil slikken tijdens de cyclus.
-1 keer vergeten niet betrouwbaar meer

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Prikpil is een hormooninjectie

Slide 11 - Tekstslide

Koperspiraal en hormoonspiraal werken heel verschillend van elkaar. Zo voorkomt de hormoonspiraal een eisprong en voorkomt de koperspiraal dat een bevruchte eicel kan innestelen in de baarmoeder

Slide 13 - Tekstslide

Sterilisatie vrouw

Slide 14 - Tekstslide

Sterilisatie man : doorknippen van de zaadleiders 

Slide 15 - Tekstslide

DE NOODMAATREGELEN
Je hebt onveilig gevreeën maar wilt toch zeker weten niet zwanger zijn. 

Slide 16 - Tekstslide

Morningafterpil
Overtijdbehandeling of Abortus

Slide 17 - Tekstslide

Ongewenste zwangerschap
- Morning after pil - Binnen 72 uur
- Abortuspil - 4,5 tot 7 weken
- Abortus (zuigcurettage) - 4,5 tot 13 weken
- Late abortus 13 tot 23 weken

Slide 18 - Tekstslide

 DE SOA


seksueel
overdraagbare
aandoening

geslachtsziekten

Slide 19 - Tekstslide

Hoe krijg je een SOA?
  • Onbeschermde seks 
  • Door slijmvliezen, sperma, vaginaal vocht of bloed
  • Hoe voorkom je een SOA?

Slide 20 - Tekstslide

Hoe voorkom je een soa?

Door veilig te vrijen.




Dit doe je door een condoom te gebruiken

Slide 21 - Tekstslide

Bekendste:
- Chlamydia (Bacterie)
- Gonnoroe (Bacterie)
- Genitale wratten (Virus)
- Herpes Genitales (Virus)
- Syfilis (Bacterie)
- Candida (Schimmel)
- Schaamluis (Parasiet)
- Hepatitus B (Virus) 
- Hiv (Virus)

Slide 22 - Tekstslide

Chlamydia
  • Meest voorkomend in Nederland
  • Bacteriele infectie
  • Deze bacterie besmet de slijmvliezen van de plasbuis, de anus, de keel of de baarmoedermond. 
  • Chlamydia zorgt daar voor ontstekingen. 

Slide 23 - Tekstslide

Symtomen Chlamydia
  • 1 tot 3 weken eerste klachten
  • Zoals pijn bij het plassen,  afscheiding of bloedverlies. 
  • Vrouwen en mannen verschillende klachten.

Slide 24 - Tekstslide

Bij de vrouw 
  • Pijn of een branderig gevoel bij het plassen.
  • Pijn en bloedverlies tijdens of na het vrijen 
  • Bloedverlies terwijl je niet ongesteld bent 
  • Meer of abnormale vaginale afscheiding 
  • Jeuk bij de anus
  • Erge pijn in de onderbuik.

Slide 25 - Tekstslide

Bij de man
  • Pijn of branderig gevoel bij het plassen 
  • Afscheiding uit de plasbuis, vooral ’s morgens 
  • Jeuk bij de anus, (bloederige) afscheiding bij de ontlasting en diarree 
  • Pijn in de balzak 

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Verder over Gonorroe
  • Kan ook in de keel. 
  • Een condoom verkleint de kans maar beschermt je niet helemaal.  
  • Gonorroe geeft niet altijd klachten. 
  • Niet behandelen? Verdere infecties in het lichaam

Slide 28 - Tekstslide

Genitale wratten
  • Virus (HPV). 
  • Rond en in geslachtsdelen en anus
  • Niet schadelijk voor gezondheid. Gaan vanzelf over. 
  • Kan verwijderd worden door arts

Slide 29 - Tekstslide

Herpes genitalis 
  • Herpes is een virus. Het herpes-virus dringt je lichaam binnen via de huid en het slijmvlies van je mond, je penis of vagina of de anus. 
  • Herpes zorgt voor ontstekingen.
  •  Blaasjes die pijn doen rond, op of in de penis, de vagina of de anus.

Slide 30 - Tekstslide

  • Na ongeveer 3 weken drogen de blaasjes uit. Blaasjes kunnen weer terugkomen.

Slide 31 - Tekstslide

Syfilis
  • Bacteriele infectie.
  • Vaak bij  homoseksuelen 

Ziekteverschijnselen:

  • Zweertjes op penis, vagina, anus of mond
  • Niet behandelen? Overal ontstekingen.

Genezing:

  • Antibiotica

Slide 32 - Tekstslide

Schaamluis
  • Een parasiet die leeft van menselijk bloed. 

  • Overdraagbaar door lichamelijk contact

  • Behandeling: speciaal middel tegen luizen

Slide 33 - Tekstslide

Hepatitus B
- Virus
- Kan onsteking aan de lever veroorzaken
- komt voor in bloed, sperma, voorvocht en vaginaal vocht.
- Sommige mensen krijgen chronische variant. 
- Kunnen leverkanker krijgen

Slide 34 - Tekstslide

HIV
HIV => is een virus
Symptonen
Eén tot zes weken na het oplopen van hiv kan je klachten krijgen die lijken op gewone griep. Deze kunnen één tot zes weken aanhouden.
Hoe krijg je HIV?
Onveilig geslachtsgemeenschap te hebben, maar ook contact met bloed
Behandeling
Hiv blijft altijd in je lichaam. Je onderdrukt het met hiv-remmers. 



Slide 35 - Tekstslide

Als hiv, het virus dat aids veroorzaakt, het lichaam binnenkomt, gaat het op zoek naar mogelijkheden om zich te vermenigvuldigen. Daarvoor speurt het in het bloed naar speciale afweercellen. Hiv dringt de kern van de afweercel binnen en nestelt zich in het DNA. 

Hiermee verandert het virus de cel in een soort fabriek die nieuwe hiv-deeltjes maakt.

Slide 36 - Tekstslide

De vrijgekomen hiv-deeltjes dringen vervolgens binnen in andere afweercellen en het proces herhaalt zich. Steeds meer cellen gaan hiv-deeltjes maken. 

Hoe meer afweercellen geïnfecteerd zijn met hiv, hoe meer het afweersysteem verzwakt.

 

Slide 37 - Tekstslide

Niet alle geïnfecteerde afweercellen gaan hiv-deeltjes maken. Er zijn ook cellen waarin het virus slapend aanwezig blijft.

Ook deze afweercellen zijn door hiv veranderd in fabrieken die nieuwe virusdeeltjes kunnen maken, alleen staan ze op non-actief.

Slide 38 - Tekstslide

Hiv-remmers voorkomen dat hiv nieuwe cellen kan infecteren. Maar de afweercellen waarin hiv slapend aanwezig is worden niet aangepakt. 

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide

Aids
  • Afweersysteem aangetast
  • een virus, HIV-virus
  • Seropositief
  • Eerst geen ziekteverschijnselen
  • Virus verspreid zich en "activeert" aids

Slide 41 - Tekstslide