8.1 Energiestromen 4H 2223

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
Paragraaf 8.1 Energiestromen
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
Paragraaf 8.1 Energiestromen

Slide 1 - Tekstslide

Hoofdstuk 8
8.1 Energiestromen
8.2 Koolstofkringloop
8.3 Stikstofkringloop
8.4 Veranderende ecosystemen
8.5 Duurzaamheid

Slide 2 - Tekstslide

Opdracht 3

Slide 3 - Tekstslide

Opdracht 3
Beeldvorming: Herformuleer de vraag.

Hoe kan de roofmijt een plaag van bladluizen veroorzaken?
Wat voor relatie veroorzaakt het? 

Slide 4 - Tekstslide

Opdracht 3
De informatie
Commensalisme: 1 voordeel, 1 geen nadeel
Concurrentie: strijd/conflict over zelfde voedsel/schuilplaats
Mutualisme : Beiden voordeel
Parasitisme : 1 voordeel, 1 nadeel
Predatie :  het ene dier eet het andere dier 

Slide 5 - Tekstslide

Opdracht 3
Antwoord en controle
Het gaat om de relatie tussen roofmijten en galmuggen. 

Dus...: 
A, C, D en E zijn fout


Slide 6 - Tekstslide

Opdracht 3
____________________________
____________________________
____________________________
____________________________

Slide 7 - Tekstslide

Door welke van de onderstaande relaties kan na de introductie van de roofmijt een plaag van bladluizen in de kas ontstaan?

A
Door concurrentie
B
Door predatie

Slide 8 - Quizvraag

timer
1:00

Slide 9 - Tekstslide

Twee uitspraken zijn:
1 Nonnetjes kunnen hun interne milieu goed regelen bij verschillende zoutgehaltes in het externe milieu.
2 Nonnetjes hebben een brede tolerantie ten aanzien van het zoutgehalte van het water.
A
geen van beiden uitspraken
B
alleen uitspraak 1
C
alleen uitspraak 2
D
beiden uitspraken

Slide 10 - Quizvraag

Doel 8.1
  • Je leert wat primaire en secundaire productie zijn
  • Je leert dat op elk niveau van een voedselketen energieverlies optreedt
  • Je leert hoe je voedselketens kunt weergeven als piramides




Slide 11 - Tekstslide

Voedselketen
Elke schakel heet een trofisch niveau

Slide 12 - Tekstslide

Voedselketen
De hoeveelheid energie die een producent vastlegt = 
Bruto Primaire Productie

Slide 13 - Tekstslide

Voedselketen
De hoeveelheid energie die een producent zelf verbruikt/ verbrandt = 
Dissimilatie

Slide 14 - Tekstslide

Voedselketen
Een producent groeit als de BPP > dissimilatie.
Die groei heet 
Netto Primaire Productie

Slide 15 - Tekstslide

Voedselketen
De groei van een consument (C1) heet Secundaire productie

Slide 16 - Tekstslide

(ATP)

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

[

Slide 19 - Tekstslide

Voedselconversie
Voedselconversie:
De hoeveelheid voedsel die nodig is voor 1 kg secundaire productie

Slide 20 - Tekstslide

(ATP)

Slide 21 - Tekstslide

Voedselkringloop

Slide 22 - Tekstslide

Kringloop

Slide 23 - Tekstslide

Opdrachten
1 t/m 6 

Slide 24 - Tekstslide

Biomassa/ energie
Om de BPP/ NPP te bepalen moet je eerst de hoeveelheid organische stoffen in een organisme bepalen, maar hoe?


Slide 25 - Tekstslide

Biomassa/ energie
Alle organismen bestaan uit organische stoffen (vetten, eiwitten, koolhydraten, DNA, ...) plus water plus mineralen (zouten).
Droogewicht = gewicht van een organisme zonder het water.

Omdat de hoeveelheid mineralen laag is mag je dit gebruiken voor de hoeveelheid organische stoffen.



Slide 26 - Tekstslide

Biomassa/ energie
Elk type organische stof levert een vaste hoeveelheid energie op (eiwitten en koolhydraten 17 kJ per gram, vetten 38 kJ).
Je kunt nu dus de productie berekenen.





Slide 27 - Tekstslide

Meten aan een voedselketen

Slide 28 - Tekstslide

Piramide van biomassa

Slide 29 - Tekstslide

Piramide van productiviteit?

Slide 30 - Tekstslide

Piramide van productiviteit?
Toename biomassa per tijdseenheid

Slide 31 - Tekstslide

Piramide van energie?

Slide 32 - Tekstslide

Piramide van energie?
Biomassa omrekenen naar Joules

Slide 33 - Tekstslide

Piramide van aantallen

Slide 34 - Tekstslide

Doel 8.1
  • Je hebt geleerd wat primaire en secundaire productie zijn
  • Je hebt geleerd dat op elk niveau van een voedselketen energieverlies optreedt
  • Je hebt geleerd hoe je voedselketens kunt weergeven als piramides




Slide 35 - Tekstslide

Begrippen 8.1
producenten, bruto primaire productie, dissimilatie, netto primaire productie, NPP = BPP - D, secundaire productie, voedselketens, trofisch niveau, voedselconversie, reducenten, bacteriën en schimmels, biomassa, energie, piramide van biomassa, piramide van productiviteit, piramide van energie, piramide van aantallen

Slide 36 - Tekstslide

Opdrachten
t/m 13

Slide 37 - Tekstslide