Plannen

Plannen
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
LOBPraktijkonderwijsLeerjaar 4

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Plannen

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Plannen
Kun jij goed plannen?

  • Maak opdracht 1 uit het werkboek, doe dat zo eerlijk mogelijk
  • Wat had jij het meest ja/nee?
0-3  = je bent een goede planner
4-6  = je doet je best maar het kan beter
7-10 = je mag nog veel meer aandacht besteden aan plannen

Slide 3 - Tekstslide

Plannen
Doel van de les:
  • Wat is plannen eigenlijk?
  • Leren plannen van een activiteit
  • Leren plannen van een complexe taak op stage 
  • Een dagplanning maken op stage

Slide 4 - Tekstslide

Wat is plannen?
  • Het opdelen in stappen van een activiteit 
  • Het ordenen van stappen bij het uitvoeren van een taak
  • Het maken van een stappenplan
  • Het maken van een schema (bijvoorbeeld werkrooster)

Plannen doe je om te weten te komen hoeveel tijd je nodig hebt om een taak of activiteit uit te voeren. 


Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Plannen
Maak nu zelfstandig opdracht 2 in je werkboek. 
Planning maken om naar stage te gaan. 

Daarna bespreken we deze opdracht klassikaal. 

Vervolgens lezen we samen de theorie, voorbereiden, uitvoeren en terugkijken. Nu maken jullie opdracht 3.

Slide 7 - Tekstslide

Zet de stappen in de goede volgorde in je werkboek
  • Eten koken
  • Afwassen en opruimen
  • Nabespreken
  • Eten
  • Een recept uitzoeken
  • Boodschappen doen
  • Een boodschappenlijstje maken 

Slide 8 - Tekstslide

Wat zou je doen als?
Daan heeft een drukke dag. Alles moet vandaag klaar, omdat hij er morgen niet is. Anders blijft het werk liggen. Daan is op tijd begonnen. Hij heeft ook maar heel kort pauze genomen. Toch merkt hij dat hij niet alles afkrijgt. Wat kan Daan doen?

Slide 9 - Open vraag

Wat zou je doen als?
Bram komt `s ochtends te laat op zijn werk. Hij heeft zich verslapen. Daardoor heeft hij het werkoverleg gemist. Hij weet niet precies wat hij vandaag moet doen. Maar hij begint gewoon maar ergens, want dan valt het niet zo op dat hij te laat is. Wat doet Bram fout?

Slide 10 - Open vraag

Wat zou je doen als?
Bram komt `s ochtends te laat op zijn werk. Hij heeft zich verslapen. Daardoor heeft hij het werkoverleg gemist. Hij weet niet precies wat hij vandaag moet doen. Maar hij begint gewoon maar ergens, want dan valt het niet zo op dat hij te laat is. Wat kan hij beter doen?

Slide 11 - Open vraag

Wat zou je doen als?
Annelies heeft de hele dag hard gewerkt. En vanavond moet ze leren voor een toets de ze morgen heeft. Ze best zenuwachtig. Dan vraagt haar leidinggevende of ze vanavond kan overwerken. Een collega is ziek en ze hebben zo snel geen vervanger. Welk probleem heeft Annelies?

Slide 12 - Open vraag

Wat zou je doen als?
Annelies heeft de hele dag hard gewerkt. En vanavond moet ze leren voor een toets de ze morgen heeft. Ze best zenuwachtig. Dan vraagt haar leidinggevende of ze vanavond kan overwerken. Een collega is ziek en ze hebben zo snel geen vervanger. Wat kan Annelies doen?

Slide 13 - Open vraag