In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
De voltooide tijd
Slide 1 - Tekstslide
Aan het einde van deze les kun je:
De voltooide tijd van regelmatige werkwoorden
herkennen
maken
gebruiken in zinnen
Slide 2 - Tekstslide
A2 - 2.5
De voltooide tijd
van regelmatige werkwoorden
Slide 3 - Tekstslide
Praten over nu
NU -Tegenwoordige tijd
Ik werk tot 17:00 uur
Wij wonen in Rotterdam
Slide 4 - Tekstslide
Praten over vroeger
Vroeger-voltooide tijd
Ik heb tot 17:00 uur gewerkt
Wij hebben in Rotterdam gewoond
Slide 5 - Tekstslide
Ik heb gewerkt - wij hebben gewoond
In het A1-boek hebben jullie de tegenwoordige tijd geleerd.
Je praat dan over nu.
Wil je praten over vroeger? Dan gebruik je de voltooide tijd.
"Voltooid" betekent: klaar.
Slide 6 - Tekstslide
Dus: De voltooide tijd gebruiken we als iets klaar is.
Slide 7 - Tekstslide
Hoe maak je de voltooide tijd?
* Het eerste werkwoord is een hulpwerkwoord. Meestal is dat het werkwoord hebben. Het helpt om een voltooide tijd te maken. Ik heb ..... ** Het tweede werkwoord is het voltooid deelwoord. Meestal begint een voltooid deelwoord met -ge: gewoond, gewerkt, gehuurd, gespeeld. Ik heb gewerkt.
Slide 8 - Tekstslide
Het hulpwerkwoord hebben
Ik
heb
gewerkt
Jij (je)
hebt
gewerkt
U
hebt / heeft
gewerkt
Hij/ zij (ze) / het
heeft
gewerkt
Wij (we)
hebben
gewerkt
Jullie
hebben
gewerkt
Zij (ze)
hebben
gewerkt
Slide 9 - Tekstslide
Hoe maak je het voltooid deelwoord?
Kijk naar het hele werkwoord - wat is de stam (de ik-vorm)?
werken- (ik) werk
pinnen - (ik) pin
wonen - (ik) woon
wachten - (ik) wacht
Slide 10 - Tekstslide
Hoe maak je het voltooid deelwoord?
Zet "ge-" voor de stam gewerk...
Op het eind komt een d of een t
werk ➡ (ik) werk ➡ gewerkt
ruilen ➡ (ik) ruil ➡ geruild
Slide 11 - Tekstslide
werken - ik werk
pinnen - ik pin
wonen - ik woon
vieren - ik vier
passen - ik pas
Ik heb gewerkt
ik heb gepind
Ik heb gewoond
Ik heb gevierd
Ik heb gepast
Slide 12 - Tekstslide
We gaan oefenen
Slide 13 - Tekstslide
Hij danst Wat is de voltooide tijd?
A
Hij gedanst
B
Hij hebt gedanst
C
Hij heeft gedanst
D
Hij gedanste
Slide 14 - Quizvraag
Ik huur Wat is de voltooide tijd?
A
Ik heb gehuurd
B
Ik behuur
C
Ik heb gehuurde
D
Ik gehuur
Slide 15 - Quizvraag
Wij dansen Wat is de voltooide tijd?
A
Wij danseden
B
Wij hebben gedans
C
Wij heeft gedans
D
Wij hebben gedanst
Slide 16 - Quizvraag
U reist Wat is de voltooide tijd?
A
U heeft gereisde
B
U hebt reisde
C
U heeft gereisd
D
U heeft gereis
Slide 17 - Quizvraag
Hoe weet je of het een d of een t is?
Kijk naar de laatste letter van de stam: werken ➡(ik) werk ➡ halen ➡ (ik) haal ➡ zeggen ➡ (ik) zeg ➡ kuchen ➡ (ik) kuch ➡
K
L
G
CH
Slide 18 - Tekstslide
S-o-F-T-K-e-T-CH-u-P
Staat de laatste letter van de stam in SoFTKeTCHuP?
ja!
nee!
t
d
d of t ?
Slide 19 - Tekstslide
Een paar voorbeelden
Ik heb tot 17:00 uur gewerkt.
We hebben gisteren lekker gefietst.
Wij hebben in Rotterdam gewoond.
Jullie hebben hem niet goed gehoord.
SoFTKeTCHuP
Slide 20 - Tekstslide
Let op!
Is de laatste letter van de stam een t of een d? Het voltooid deelwoord krijgt geen extrat of d.
Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.