2 - La francophonie et les autres langues

Règles du jeu
Tout le monde travaille seul.
Vous ne pouvez pas aider les uns les autres. 
Si vous le faites quand-même, vous aurez des N.
Si vous  ne comprenez pas quelque chose, demandez-moi de vous aider.
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransSecundair onderwijs

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Règles du jeu
Tout le monde travaille seul.
Vous ne pouvez pas aider les uns les autres. 
Si vous le faites quand-même, vous aurez des N.
Si vous  ne comprenez pas quelque chose, demandez-moi de vous aider.

Slide 1 - Tekstslide

Les pays on l'on parle le plus de langues
Op de volgende dia zie je heveel talen er in welk land gesproken worden. Luister naar het voorbeeld door op de twee volgende dia's op de headset te klikken. Maak daarna gelijkaardige zinnetjes.

Enregistrez ces informations. 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Langues <-> habitants
In het Frans worden dezelfde woorden gebruikt voor inwoners dan voor talen. Toch kan je niet altijd die woorden gebruiken. Wij zijn bijvoorbeeld Belg, maar we spreken geen Belgisch. 

Op de volgende dia's lees je welke taal de inwoners van bepaalde landen spreken. Antwoord op de vragen in het Frans.

Slide 5 - Tekstslide

Langues <-> habitants
Denk eraan dat je voor een taal altijd LE gebruikt.
Als de taal met een klinker begint, verandert dat in L'.
Je schrijft talen ook met een kleine letter. 
Niet met een hoofdletter.

Slide 6 - Tekstslide

Tu lis quelles
langues?

Slide 7 - Open vraag

Tu lis quelles
langues?

Slide 8 - Open vraag

Tu lis quelles
langues?

Slide 9 - Open vraag

Tu lis quelles
langues?

Slide 10 - Open vraag

Tu lis quelles
langues?

Slide 11 - Open vraag

En Europe, on parle...
Deze kaart kan je inspireren voor de volgende opdracht. 

Kijk even of je alles begrijpt wat je op de kaart kan lezen.

Je kan inzoomen op de kaart als je dat wil.

Slide 12 - Tekstslide

A vous de parler!
Kies nu vijf landen. 
Kijk naar het voorbeeld op de volgende dia.
Zoek de nodige informatie op om informatie te geven.
Het kan zijn dat niet alle talen die je nodig hebt, vermeld zijn.

Postez l'enregistrement sur Smartschool.

Slide 13 - Tekstslide

Les Belges habitent en Belgique.
Je suis belge.
Je parle flamand, français ou allemand.
Je viens de la Belgique.

Slide 14 - Tekstslide

Hoeveel minuten heb je ongeveer aan deze reeks gewerkt?
0100

Slide 15 - Poll

Heb je het gevoel dat je de leerstof onder de knie hebt?
0100

Slide 16 - Poll

Vond je dit een leuke manier van werken?
😒🙁😐🙂😃

Slide 17 - Poll