Voorbereiding SE-week

Welkom bij Nederlands!

Pak je leesboek, Op niveau, antwoorden & pen

1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij Nederlands!

Pak je leesboek, Op niveau, antwoorden & pen

Slide 1 - Tekstslide

Lezen
timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

Vandaag
  • Lezen
  • Info
  • Vragen?
  • Nakijken
  • Examen nabespreken
  • Vragen stellen / uitleg
  • Afsluiting

Slide 3 - Tekstslide



Info
PO's gisteren binnen gekregen. Ik loop ze even met jullie na.
Vandaag
  • Lezen
  • Info
  • Nakijken
  • Nabespreken
  • Extra uitleg
  • Afsluiting

Slide 4 - Tekstslide

STIJLFIGUREN
gebruik je om indruk te maken op een luisteraar of lezer.
 
Het zijn taalmiddelen om dat wat je wilt zeggen, treffender of sterker uit te drukken.


Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

STIJLFIGUREN
gebruik je om indruk te maken op een luisteraar of lezer.
 
Het zijn taalmiddelen om dat wat je wilt zeggen, treffender of sterker uit te drukken.


Slide 13 - Tekstslide

Stijlmiddelen: hoe krijg je de vraag?
Welk stijlmiddel is gebruikt? Kies uit de volgende: anticlimax – eufemisme– hyperbool – paradox – repetitio – retorische vraag – woordspeling.
Let op: op blz 144-145 vind je alle retorische middelen die bij deze vraag  voor kunnen komen. Bij iedere toets kunnen er boven de vraag andere retorische middelen staan. Eén antwoord  kan vaker ingevuld worden

Slide 14 - Tekstslide

Overdrijving (hyperbool)
Minke schreef met koeienletters.

Minke schreef heel groot.

Slide 15 - Tekstslide

Understatement

Je gebruikt mooie woorden om iets minder erg te maken. 

Je bent een paar pondjes aangekomen.

Slide 16 - Tekstslide

Understatement

Slide 17 - Tekstslide

Anticlimax 
Een opsomming waarvan de betekenissen in kracht afnemen. Het is het tegenovergestelde van een climax.
Voorbeeld:
Hij is wereldberoemd, nou ja... in Nederland, in onze stad dan. Ik bedoel: ik heb van hem gehoord.

Slide 18 - Tekstslide

Antithese
Dat is een tegenstelling.
Jong geleerd, oud gedaan.

Slide 19 - Tekstslide

Drieslag
Een drieslag past goed in een betoog of in een debat.
Het is een opsomming van drie zaken die de kernboodschap goed kunnen versterken. “Met dit voorstel verminderen we onze kosten, stijgt onze winst en kunnen we de concurrentie beter aan dan ooit!" Als de opsomming allitereert, worden de worden snel onthouden:
"heerlijk, helder ..."

Slide 20 - Tekstslide

hyperbool / eufemisme / understatement
Hij huilde een zwembad vol tranen.

Gisteren is onze lieve hond Robbie van ons heengegaan.

De Duitsers waren in 1940 in ons land niet welkom.

Slide 21 - Tekstslide

Understatement  /  ironie
Die Christiano Ronaldo kan wel een aardig balletje trappen.

(bij een 10:) Dat cijfer is niet verkeerd.

 ‘Je kletst me de oren van het hoofd’, zegt de leraar tegen het stille, verlegen meisje.




Slide 22 - Tekstslide

Suggestieve opmerking
"Sinds Rutte minister-president is, is het brood twee keer zo duur geworden". --> Deze zin roept bij de luisteraar de gedachte op dat het leven tijdens de kabinetten Rutte veel duurder is geworden. 

Slide 23 - Tekstslide

Zij zijn niet vies van uit eten gaan.
A
understatement
B
ironie
C
litotes
D
eufemisme

Slide 24 - Quizvraag

Mijn wortelkanaalbehandeling was een beetje vervelend.
A
understatement
B
ironie
C
litotes
D
eufemisme

Slide 25 - Quizvraag

Gisteren viel de regen echt met bakken uit de lucht.
A
eufemisme
B
hyperbool
C
woordspeling
D
paradox

Slide 26 - Quizvraag



Aan de slag!
Ga naar 
kwizl.eu

Log in met je Microsoft-account van school.
Vul de klascode in:
WBKJKR 
Vandaag
  • Lezen
  • Info
  • Nakijken
  • Nabespreken
  • Extra uitleg
  • Afsluiting

Slide 27 - Tekstslide



Aan de slag!
Je maakt in Kwizl de klaargezette toets.

Voordeel = de metadata!
Als je klaar bent, kun je de antwoorden zelf nakijken.
Vandaag
  • Lezen
  • Info
  • Nakijken
  • Nabespreken
  • Extra uitleg
  • Afsluiting

Slide 28 - Tekstslide