10.1 les 2

10.1
Je lijf werkt deel 2
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

10.1
Je lijf werkt deel 2

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Inleidende afbeelding om te laten zien hoeveel verschillende orgaanstelsels de mens heeft.

Kennistest

Slide 3 - Tekstslide

Twee vragen over 10.1
Hoe heet de kleinste bouwsteen van een organisme?
A
orgaanstelsel
B
orgaan
C
weefsel
D
cel

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noem je een groep organen dat met elkaar samenwerkt?
A
organisme
B
orgaanstelsel
C
weefsel
D
cel

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In deze les leer je:
  • Wat de functie is van het verteringsstelsel, het uitscheidingsstelsel en het zenuwstelsel.
  • Uit welke organen deze stelsels bestaan.
  • Hoe orgaanstelsel samenwerken

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitleg

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verteringsstelsel
Je lichaam heeft brandstoffen, bouwstoffen en beschermende stoffen nodig om goed te blijven werken.

Je verteringsstelsel haalt deze voedingsstoffen uit de voedingsmiddelen die we eten en drinken.
Deze voedingsstoffen komen in je bloed terecht

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

organen van het verteringsstelsel
deze organen werken samen om voedingsmiddelen af te breken tot hele kleine voedingsstoffen, dat proces heet verteren. In de darmen komen de verteerde voedingsstoffen in de bloedsomloop terecht.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is vertering?

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verbranding

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de namen van de organen naar de juiste plaats.
alvleesklier
slokdarm
galblaas
twaalfvingerige darm
maagportier
lever
galbuis
maag

Slide 12 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het uitscheidingsstelsel
Je lichaam produceert afvalstoffen. Deze moeten je lichaam uit, ander kun je ziek worden. Hiervoor hebben we het uitscheidingsstelsel

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

de organen van het
uitscheidingsstelsel
Onze nieren filteren het bloed. Afvalstoffen en overtollig water worden uit het bloed gehaald en komen in je blaas terecht.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nierdialyse
Wanneer je nieren niet werken kun je ziek worden van de afvalstoffen die in je bloed ophopen. Bij nierziektes moeten patiënten dan vaak een paar uur per week aan een dialyse apparaat liggen, deze machine filtert de afvalstoffen uit het bloed.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nierdialyse

Slide 16 - Tekstslide

Eventueel als verdieping: werking nierdialyse apparaat.
Het zenuwstelsel
Wat weet je van het zenuwstelsel?
Geef je antwoord op de volgende dia.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

zenuwstelsel?

Slide 18 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Het zenuwstelsel
bestaat uit alle zenuwen, de hersenen en ruggenmerg

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ironman
Zenuwen sturen elektrische signalen naar spieren om deze aan te sturen.

Moderne protheses kunnen de elektische signalen van het zenuwstelsel meten en daarmee een kunsthand aansturen,
Ze kunnen zelfs signalen terugsturen naar de hersenen waardoor je kunt voelen hoe hard je knijpt.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Video

Deze slide heeft geen instructies


Kennistest

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bij verbranding ontstaat:
A
Zuurstof
B
Stikstof
C
Koolstofdioxide
D
Vuur

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar in het lichaam vindt verbranding plaats?
A
Alleen in de spiercellen
B
In alle levende cellen van het lichaam
C
Alleen in het verteringsstelsel
D
In de spiercellen en dan wordt de energie vervoerd naar de rest van het lichaam

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Samenwerkende orgaanstelsels
Het verteringsstelsel zorgt ervoor dat er je brandstoffen uit je eten haalt die je spieren goed kunnen gebruiken.
Het bloedvatenstelsel en het hart zorgen ervoor dat glucose, zuurstof en allerlei andere stoffen op de goede plek in je lichaam terecht komen. Wanneer je actief bent, pompt het hart sneller zodat stoffen ook sneller vervoerd kunnen worden.
Afvalstoffen en overtollig water worden door het uitscheidingsstelsel uit je lichaam gehaald.
Het Ademhalingsstelsel zorgt ervoor dat er zuurstof in je bloed komt, ook wordt koolstofdioxide uitgeademt.
Het Zenuwstelsel stuurt opdrachten naar je spieren zodat je je dansmoves kunt maken, ook komt informatie van je zintuigen naar je hersenen.
Je spierstelsel, laat je bewegen. Hiervoor is er energie nodig.
Om energie te krijgen, verbranden de spiercellen Glucose. daarvoor heb je ook zuurstof nodig.
Er ontstaat koolstofdioxe en water.
Deze stoffen worden allemaal in het bloed getransporteert.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk orgaanstelsel zorgt voor zuurstof in jouw lichaam
A
Spierstelsel
B
Uitscheidingsstelsel
C
Verteringsstelsel
D
Ademhalingsstelsel

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk orgaanstelsel zorgt voor de voedingsstoffen in jouw lichaam?
A
Ademhalingsstelsel
B
Spierstelsel
C
Verteringsstelsel
D
Uitscheidingsstelsel

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vragen?
VRAGEN?

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Weektaak
Weektaak
  • Opdracht 10.1: 1 t/m 17
  • Nakijken en verbeteren
  • Inleveren op Its Learning

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies