H06 Enkelvoudige en samengestelde interest

H5 Enkelvoudige en samengestelde  interest  
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 38 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H5 Enkelvoudige en samengestelde  interest  

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt het verschil tussen enkelvoudige en samengestelde rente uitleggen
  • Je kunt berekeningen met enkelvoudige rente maken
  • Je kunt de eindwaarde en contante waarde van één bedrag berekenen bij samengestelde rente 

Slide 2 - Tekstslide

Enkelvoudige en samengestelde rente
  • Enkelvoudige rente: je ontvangt alleen rente over het door jou gestorte (begin-) bedrag 

  • Samengestelde rente: je ontvangt rente over het door jou gestorte (begin-) bedrag én over de ontvangen rente tot dat moment. We noemen dit ook wel rente op rente 

Slide 3 - Tekstslide

E.I. - Eindwaarde berekenen
Ik heb net € 200 op mijn spaarrekening gezet tegen 5% rente e.i. per jaar. Hoeveel heb ik na 6 jaar op mijn spaarrekening staan? 


  • €200 x  (1 + 6 x 0,05) = € 260          

Slide 4 - Tekstslide

E.I. - Eindwaarde berekenen
Ik heb net € 200 op mijn spaarrekening gezet tegen 5% rente e.i. per jaar. Hoeveel heb ik na 6 jaar op mijn spaarrekening staan? 


  • €200 x  (1 + 6 x 0,05) = € 260                    E = K  x (1 + n x i) 

Slide 5 - Tekstslide

E.I. - Beginkapitaal berekenen
5 jaar geleden heb ik een bedrag op mijn spaarrekening gezet tegen 5% enkelvoudige rente. Mijn tegoed is nu € 250. 

Welk bedrag heb ik 6 jaar geleden op mijn spaarrekening gezet? 

  • € 250 / (1 + 5 x 0,05) = € 200                    

Slide 6 - Tekstslide

E.I. - Beginkapitaal berekenen
5 jaar geleden heb ik een bedrag op mijn spaarrekening gezet tegen 5% enkelvoudige rente. Mijn tegoed is nu € 250. 

Welk bedrag heb ik 6 jaar geleden op mijn spaarrekening gezet? 
  • € 250 / (1 + 5 x 0,05) = € 200                    K = E / (1 + n x i) 

Slide 7 - Tekstslide

Enkelvoudige rente 
Op mijn spaarrekening krijg ik 6% enkelvoudige rente per jaar. Wat is het rentepercentage per maand? 

  • 0,06 x 1/12 = 0,005  = 0,5% per maand 

Slide 8 - Tekstslide

Samengestelde rente 
Ik zet vandaag € 1.000 op mijn spaarrekening tegen 4% samengestelde rente per jaar. 

Welk bedrag heb ik over 10 jaar opgebouwd? 

  • 1.000 x 1,04^10 = € 1.480,24 

Slide 9 - Tekstslide

Samengestelde rente 
Ik zet vandaag € 1.000 op mijn spaarrekening tegen 4% samengestelde rente per jaar. 

Wat is het rentepercentage per maand?  

  • 1,04^1/12

Slide 10 - Tekstslide

S.I. - Contante waarde
Over 7 jaar wil ik op wereldreis. Hiervoor heb ik € 25.000 nodig. Welk bedrag moet ik nu op mijn rekening zetten om bij een rendement van 6% per jaar mijn doel te bereiken? 

  • € 25.000 x 1,06^-7 = € 16.626,42   

Slide 11 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt de eindwaarde berekenen van een rente (= reeks van bedragen) 

Slide 12 - Tekstslide

Eindwaarde van een reeks van bedragen
2020
2021
2019
2018
€100
2%
€100
€100
€100
Eind-waarde
  • Aan het begin van het jaar stort ik steeds € 100 op een spaarrekening tegen 2,0% s.i. per jaar. 
  • Hoeveel staat er op mijn spaarrekening op 31 december 2021?  

Slide 13 - Tekstslide

Eindwaarde van een reeks van bedragen
2020
2021
2019
2018
€100
2%
€100
€100
€100
Eind-waarde
  • Aan het begin van het jaar stort ik steeds € 100 op een spaarrekening tegen 2,0% s.i. per jaar. 
  • Hoeveel staat er op mijn spaarrekening op 31 december 2021?  
Manier 1: handmatig berekenen

100 x 1,02^4 = € 108,22
100 x 1,02^3 = € 106,12
100 x 1,02^2 = € 104,04 
100 x 1,02     = € 102,00
                         € 420,40

of zo: 100 x (1,02^1 + 1,02^2 + 1,02^3 + 1,02^)

Slide 14 - Tekstslide

Eindwaarde van een reeks van bedragen
2020
2021
2019
2018
€100
2%
€100
€100
€100
Eind-waarde
  • Aan het begin van het jaar stort ik steeds € 100 op een spaarrekening tegen 2,0% s.i. per jaar. 
  • Hoeveel staat er op mijn spaarrekening op 31 december 2021?  
Manier 2: Somformule gebruiken



a = het eerste getal van de rij
r = de reden 
n = het aantal getallen

Slide 15 - Tekstslide

Een meetkundige rij
Voorbeeld
1, 2, 4, 8, 16 

a = 1 (het eerste getal van de rij) 
r = 2 (de reden) 
n = 5 (het aantal getallen) 

Slide 16 - Tekstslide

Opdracht deel 1 

Slide 17 - Tekstslide

Antwoorden deel 1

Slide 18 - Tekstslide

Opdracht deel 2 

Slide 19 - Tekstslide

Antwoorden deel 2 

Slide 20 - Tekstslide

Stappenplan
Eindwaarde van een reeks van bedragen
2020
2021
2019
2018
€100
2%
€100
€100
€100
Eind-waarde
1) Teken de tijdlijn 
2) Bepaal a, r en n 
- 100 x (1,02^1 + 1,02^2 + 1,02^3 + 1,02^4) 
- a = het eerste getal van de rij (1,02)
- r = de reden (1,02) 
- n = het aantal getallen (4)
3) bereken de eindwaarde door eerst de somformule in te vullen 
Manier 2: Somformule gebruiken



a = het eerste getal van de rij
r = de reden 
n = het aantal getallen

Slide 21 - Tekstslide

Oefening 1
Saar stort 5 jaar lang, steeds op 1 januari een bedrag van € 200 op een spaarrekening tegen 1% samengestelde interest per jaar. 

Bereken het saldo op de spaarrekening aan het einde van het vijfde jaar.


Slide 22 - Tekstslide

Oefening 1
Saar stort 5 jaar lang, steeds op 1 januari een bedrag van € 200 op een spaarrekening tegen 1% samengestelde interest per jaar. 

Bereken het saldo op de spaarrekening aan het einde van het vijfde jaar.

a = 1,01
r = 1,01 
n = 5 

S = 1,01 x ((1,01^5 - 1) / (1,01 - 1)) = 5,152  dus E = 200 x 5,152 = € 1.030,40 

Slide 23 - Tekstslide

Oefening 2
Wiebren stort 12 maanden lang, steeds aan het einde van de maand en voor het eerst op 31 januari een bedrag van € 300 op een spaarrekening tegen 0,2% samengestelde interest per maand. 

Bereken het saldo op de spaarrekening aan het einde van het jaar (31 december)


Slide 24 - Tekstslide

Oefening 2
Wiebren stort 12 maanden lang, steeds aan het einde van de maand en voor het eerst op 31 januari een bedrag van € 300 op een spaarrekening tegen 0,2% samengestelde interest per maand. 

Bereken het saldo op de spaarrekening aan het einde van het jaar (31 december)

a = 1
r = 1,002 
n = 12

S =  1 x ((1,002^12 - 1) / (1,002 - 1)) = 12,133  dus E = 300 x 12,133 = € 3.639,87

Slide 25 - Tekstslide

Startopdracht
  1. bereken de eindwaarde van deze reeks van bedragen. Ga er vanuit dat steeds aan het begin van het jaar wordt gestort
  2. Hoeveel rendement mis je door de kosten die Delta Lloyd in rekening brengt? 

Slide 26 - Tekstslide

Startopdracht
  1. bereken de eindwaarde van deze reeks van bedragen. Ga er vanuit dat steeds aan het begin van het jaar wordt gestort. 

S = 1,06 x ((1,06^30 -1) / (1,06 -1)) = 83,802

E = 1.200 x 83,802 = € 100.562,01 

Slide 27 - Tekstslide

Startopdracht
2. Hoeveel rendement mis je door de kosten die Delta Lloyd in rekening brengt? 

€ 100.562,01 - € 91.278,70 =
€ 9.283,31

Slide 28 - Tekstslide

Stappenplan
Eindwaarde van een reeks van bedragen
2020
2021
2019
2018
€100
2%
€100
€100
€100
Eindwaarde
1) Teken de tijdlijn 
2) Bepaal a, r en n 
- 100 x (1,02^4 + 1,02^5 + 1,02^6 + 1,02^7) 
- a = het eerste getal van de rij (1,02^4)
- r = de reden (1,02) 
- n = het aantal getallen (4)
3) bereken de eindwaarde door eerst de somformule in te vullen 
2022
2023
2024
2025

Slide 29 - Tekstslide

Oefening 1
Saar stort 4 jaar lang, steeds op 1 januari 2020 een bedrag van € 1.500 op een spaarrekening tegen 1% samengestelde interest per jaar. 

Bereken het saldo op de spaarrekening op 1 januari 2030.


Slide 30 - Tekstslide

Oefening 1
Saar stort 4 jaar lang, steeds op 1 januari 2020 een bedrag van € 1.500 op een spaarrekening tegen 1% samengestelde interest per jaar. 

Bereken het saldo op de spaarrekening op 1 januari 2030.

a = 1,01^7 
r = 1,01 
n = 4 

S = 1,01^7 x ((1,01^4 - 1) / (1,01 - 1)) = 4,353 dus E = 1.500 x 4,353 = € 6.529,95

Slide 31 - Tekstslide

Zelf aan de slag 
Opgave 6.13 t/m 6.22

Slide 32 - Tekstslide

Een bedrijfspensioenfonds

Slide 33 - Tekstslide

Een bedrijfspensioenfonds

Slide 34 - Tekstslide

Stappenplan
Contante waarde van een reeks van bedragen
2020
2021
2019
2018
€100
     3%
€100
€100
CW
1) Teken de tijdlijn 
2) Bepaal a, r en n 
- a = het eerste getal van de rij
- r = de reden
- n = het aantal getallen
3) bereken de eindwaarde door eerst de somformule in te vullen 
2022
2023
2024
2025
€100

Slide 35 - Tekstslide

Stappenplan
Contante waarde van een reeks van bedragen
2020
2021
2019
2018
€100
     3%
€100
€100
CW
1) Teken de tijdlijn 
2) Bepaal a, r en n 
- 100 x (1,03^-4 + 1,03^-3 + 1,03^-2 + 1,03^-1) 
- a = het eerste getal van de rij (1,03^-4)
- r = de reden (1,03) 
- n = het aantal getallen (4)
3) bereken de eindwaarde door eerst de somformule in te vullen 
2022
2023
2024
2025
€100

Slide 36 - Tekstslide

Stappenplan
Contante waarde van een reeks van bedragen
2020
2021
2019
2018
€100
     3%
€100
€100
CW
1) Teken de tijdlijn 
2) Bepaal a, r en n 
- 100 x (1,03^-4 + 1,03^-3 + 1,03^-2 + 1,03^-1) 
- a = het eerste getal van de rij (1,03^-4)
- r = de reden (1,03) 
- n = het aantal getallen (4)
3) bereken de eindwaarde door eerst de somformule in te vullen 
2022
2023
2024
2025
€100
a = 1,03^-4
r = 1,03
n = 4

Slide 37 - Tekstslide

Zelf aan de slag 
Opgave 6.23 t/m 6.28

Slide 38 - Tekstslide