Welvaart en groei 2.4 (les 6)

Leerdoelen § 4: verschillen in economische groei
  1. Je kunt uitleggen hoe het belang van sectoren verandert als een economie zich ontwikkelt.
  2. Je kunt uitleggen wat ervoor zorgt dat economische groei en (arbeids)productiviteit stijgt.
  3. Je kunt aangeven welke argumenten er zijn om de handel vrij te laten dan wel te beschermen en welke instrumenten landen kunnen inzetten om de eigen economie te beschermen.
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Leerdoelen § 4: verschillen in economische groei
  1. Je kunt uitleggen hoe het belang van sectoren verandert als een economie zich ontwikkelt.
  2. Je kunt uitleggen wat ervoor zorgt dat economische groei en (arbeids)productiviteit stijgt.
  3. Je kunt aangeven welke argumenten er zijn om de handel vrij te laten dan wel te beschermen en welke instrumenten landen kunnen inzetten om de eigen economie te beschermen.

Slide 1 - Tekstslide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.

De economie van een land kun je indelen in vier sectoren:

Primaire sector:
Haalt grondstoffen uit de natuur.

Tertiaire sector:
Verleent diensten en streeft naar winst.
Secundaire sector:
Verwerkt grondstoffen tot eindproducten.

Quartaire sector:
Verleent diensten en streeft niet naar winst.

Slide 2 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Deze sectoren vormen de structuur van een economie.

Als het belang van de ene sector verandert ten opzichte van de 
andere sector, spreek je van structuurontwikkeling.

Welvaartsverschillen in de wereld zijn deels te verklaren door verschillen in structuurontwikkeling. Een slecht ontwikkelde structuur belemmert de welvaart.




Structuurontwikkeling:
De verandering van het onderling belang van de vier sectoren in de economie.

Slide 3 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Welvaartsverschillen tussen landen zijn niet statisch. Er zijn 
opkomende economieën, soms is er stagnatie of achteruitgang.
Er kan sprake zijn van:
  1. Divergentie



Divergentie:
Welvaartsverschillen tussen landen worden steeds groter.

Slide 4 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Welvaartsverschillen tussen landen zijn niet statisch. Er zijn 
opkomende economieën, soms is er stagnatie of achteruitgang.
Er kan sprake zijn van:
  1. Divergentie
  2. Convergentie



Divergentie:
Welvaartsverschillen tussen landen worden steeds groter.

Convergentie:
Welvaartsverschillen tussen landen worden steeds kleiner. Economieën krijgen steeds meer dezelfde kenmerken.


Slide 5 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Aan de slag


  • Maak opgave 41, 42 en 43 op pagina 89 en 90.

Slide 6 - Tekstslide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Vrijhandel is een manier om welvaart van landen te laten stijgen.

Vrijhandel komt in het geding door protectionisme, bedoeld om 
de binnenlandse economie te beschermen.


Vrijhandel:
Internationale handel zonder handelsbelemmeringen.

Protectionisme:
Het beschermen van de eigen economie tegen buitenlandse concurrentie.


Slide 7 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Protectionisme komt voor in verschillende vormen:
  1. Invoerrechten
  2. Contingentering / invoerquotum
  3. (Export-)subsidies
  4. Importvoorschriften (=eisen stellen aan producten)




Invoerrechten:
Belasting op geïmporteerde producten.

Contingentering:
Beperking van de hoeveelheid invoer.


Slide 8 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Redenen protectionisme:
  1. Voorkomen van dumping
  2. Beschermen infant industry
  3. Beschermen strategische sectoren

Dumping: 
Het exporteren van goederen tegen een veel lagere prijs dan in eigen land.

Infant industry:
Een startende industrie beschermen tegen buitenlandse concurrentie.


Slide 9 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Aan de slag



  • Lezen paragraaf 2.4
  • Leren begrippen
  • Maak opgave 45 en 47 op pagina 92.

Slide 10 - Tekstslide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.