6.2 en 6.3 De Burgers van de Republiek vs. de absolute koning van Frankrijk

6.2 en 6.3 De Burgers van de Republiek vs. de absolute koning van Frankrijk
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

6.2 en 6.3 De Burgers van de Republiek vs. de absolute koning van Frankrijk

Slide 1 - Tekstslide

Kenmerkende aspecten
Tijdvak 6: Tijd van regenten en vorsten (1600 – 1700)
23. het streven van vorsten naar absolute macht;
24. de bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel opzicht van de
Nederlandse Republiek;
25. wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie;
26. de wetenschappelijke revolutie.

Slide 2 - Tekstslide

Wetenschappelijke Revolutie: Opdoen van kennis/theorie op basis van experimenten, waarneming en gebruik van het verstand. Er worden snel veel ontdekkingen gedaan en kennis verspreid. 

Slide 3 - Tekstslide


Hugo de Groot
1583-1645


  • Hugo de Groot schreef boeken over                                                       geschiedenis, wetgeving en godsdienst. 
  • Regels voor het voeren van een rechtvaardige oorlog, voor het verdelen  van macht over de zeeën en oceanen.                                                   
  • Sommige van zijn ideeën worden vandaag nog steeds gebruikt.

Slide 4 - Tekstslide

Antoni van Leeuwenhoek
  • Lensenslijper en uitvinder van de microscoop
  • eerste die bacteriën ontdekte en zelf zag.
  • Grondlegger micro-biologie 

Slide 5 - Tekstslide

Christiaan Huygens
  • Verbeterde de telescoop
  • Ontwikkelde het  slingeruurwerk voor precies meten van de tijd. 
  • Heel veel wiskundige en natuurkundige ontdekkingen.... 

Slide 6 - Tekstslide


De Staten-Generaal


  • De Republiek was een oligarchie: overheidsbestuurders in steden, Staten en Staten-Generaal kwamen uit de rijke burgerij en de adel. Ze heetten regenten.
  • De voorzitter van de Staten-Generaal was de raadspensionaris



Een andere belangrijke functie in de Republiek was de stadhouder. Dit waren sinds Willem van Oranje altijd de Prinsen van Oranje. In de Republiek werd dan ook zijn zoon Maurits de eerste stadhouder.

De stadhouder had hoge militaire functies: hij was kapitein-generaal van het leger en admiraal-generaal van de vloot.

Officieel was de stadhouder in dienst van de Staten-Generaal, maar wie de baas was, was niet altijd even duidelijk....

Slide 7 - Tekstslide

Twaalfjarig Bestand en ruzie
De Staten-Generaal kreeg de politieke macht in de Republiek:
  • Verantwoordelijk voor de buitenlandse politiek
  • Zorgde voor een wapenstilstand met Spanje (Twaalfjarig Bestand): dit was beter voor de handel en Spanje wilde ook wel even een adempauze.

Tijdens de wapenstilstand ontstond er een machtsstrijd tussen de stadhouder en de raadspensionaris:
  • 1618: staatsgreep van prins Maurits (hij neemt de macht over)
  • 1619: Johan van Oldenbarnevelt wordt onthoofd


Slide 8 - Tekstslide




Staatsgezinden
Kiezen kant Raadspensionaris 
Johan van Oldenbarnevelt
Gematigd calvinistisch (geloof)
Wel een wapenstilstand (goed voor handel) 




Oranjegezinden
Kiezen kant Stadhouder
Maurits van Oranje
Heftig calvinistisch
Door met de oorlog (goed voor stadhouder)



Slide 9 - Tekstslide

Oranjegezinden en staatsgezinden

Slide 10 - Tekstslide

Vrede van Münster(1648)
Spanje erkent de Republiek

Slide 11 - Tekstslide


Regenten

  • In tegenstelling tot andere landen hadden de (rijke) burgers in de Republiek veel meer macht en invloed dan de adel.
  • Veel van deze burgers waren enorm rijk geworden door de handel (in de steden)
  • Deze groep rijke burgers noem je regenten.
  • Bijna alle belangrijke banen waren in handen van de regenten.



Slide 12 - Tekstslide

Ondertussen in Frankrijk....

Slide 13 - Tekstslide

Lodewijk XIV: door God gegeven
  • Lodewijk XIV wordt geboren in 1638
  • Hij is de enige levend geboren zoon van Lodewijk XIII en Anna van Oostenrijk
  • Zijn geboorte werd als een wonder gezien en hij kreeg als tweede naam: Dieudonné (door God gegeven)

Slide 14 - Tekstslide

De Zonnekoning
  • Na de dood van zijn belangrijkste adviseur besluit Lodewijk in zijn eentje te regeren.
  • Hij laat een paleis buiten Parijs bouwen: Versailles
  • De adel moet verplicht aanwezig zijn in dit paleis 
  • Het is een grote eer om klusjes te mogen doen voor Lodewijk bijvoorbeeld hem helpen bij het opstaan en het naar het toilet gaan.

Slide 15 - Tekstslide

L'État, c'est Moi
  • De wil van de koning is wet. Dit noem je absolutisme
  • De adel moest in zijn buurt blijven en kon daardoor geen eigen plannen meer maken. Alles draaide om Lodewijk XIV....
  • ...net als alle planeten om de zon draaien => daarom werd Lodewijk de Zonnekoning genoemd
  • Deze macht was door God gegeven: Droit Divin (goddelijk recht): aan Lodewijk twijfelen was aan God zelf twijfelen!
  • Toen Lodewijk kaal werd en een pruik ging dragen ging iedereen een pruik dragen: zo belangrijk was Lodewijk

    Slide 16 - Tekstslide

    Colbert
    • Lodewijk was erg veel geld nodig.
    • Zijn minister van Financiën Colbert ging aan de slag: 

    1. Fransen moesten meer gaan verdienen, zodat ze meer belasting konden betalen. 
    2. Innen belastingen verbeteren zodat meer geld in staatskas kwam, belastinginners moesten minder geld in eigen zakken steken.

    Slide 17 - Tekstslide

    Mercantilisme

    • Zelf meer producten in Frankrijk maken met specialisten uit het buitenland
    • Belasting op spullen uit het buitenland (kopen uit buitenland wordt duurder): dit noem je mercantilisme (ongunstig voor de Republiek) 
    • Voorbeeld Engeland: Acte van Navigatie (1651) van Engeland: Alléén Engelse schepen mochten goederen van en naar Engeland vervoeren (ongunstig voor de schepen van de Republiek).


    Slide 18 - Tekstslide

    Hofcultuur
    • Hofcultuur: het culturele leven aan een hof, dus altijd verbonden aan monarchie en adel.
    •  Voorbeeld dat je moet kennen: Frankrijk onder Lodewijk XIV
    • Alles aan zijn hof dient om hem er beter uit te laten zien als koning.

    Slide 19 - Tekstslide

    Burgercultuur
    Burgercultuur = in de politiek, kunst, gewoonten en gebruiken kan je zien dat burgers een centrale rol spelen. Voorbeeld is de Republiek.

    -> vaak 'alledaagse' taferelen
    -> weinig 'verheerlijking' van het individu
    -> vaak in opdracht of naar smaak van een breed publiek

    Slide 20 - Tekstslide

    Rampjaar 1672
    Het jaar dat Engeland, Frankrijk en het Heilige Roomse Rijk besloten om de Republiek een lesje te leren. 

    Slide 21 - Tekstslide


    Stadhouderloze tijdperk (1650-1672)

    Stadhouder Willem II doet een poging om zijn macht als stadhouder te vergrootten. Maar in 1650 overlijdt hij plotseling. De Staten-Generaal besluiten dat ze makkelijk zonder stadhouder kunnen. Er is geen oorlog meer, dus is er ook geen legerleider nodig.

    Slide 22 - Tekstslide

    Johan de Witt
    • Raadspensionaris van Holland
    • Gewesten moeten meer samenwerken
    • Bezuinigde op het landleger, niet op de vloot
    • Botste voortdurend met de stadhouder tot Willem II overleed. 

    Slide 23 - Tekstslide

    Wie wil wat?
    Raadspensionaris
    Johan de Wit
    Stadhouder
    Willem II
    Oorlog voeren
    Leger uitbreiden
    Vrede
    Gewesten samenwerken
    Oranjegezind
    Staatsgezind

    Slide 24 - Sleepvraag

    Rampjaar: 1672
    Tekst

    Slide 25 - Tekstslide

    Het Rampjaar

    • In het Rampjaar 1672 wordt de Republiek tegelijkertijd aangevallen door Engeland, Frankrijk, Münster en Keulen.
    • De Oranjegezinden in de Republiek maken hier gebruik van....


    Slide 26 - Tekstslide

    Moord
    • Johan de Witt krijgt de schuld en samen met zijn broer wordt hij gruwelijk vermoord. 
    •  De zoon van stadhouder Willem II wordt teruggehaald uit Engeland en mag stadhouder Willem III worden. 
    • Willem III krijgt veel macht van de Staten-Generaal. 

    Slide 27 - Tekstslide

    Einde Gouden Eeuw
    Willem III drijft vijandelijke troepen terug
    maar oorlogen gaan door
    Oorlog = duur

    Slide 28 - Tekstslide