Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Passé composé + être
je
tu
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
Combineer de uitgang van de futur simple met het onderwerp.
Petite répétion: le futur simple
-ai
-as
-a
-ons
-ez
-ont
1 / 27
volgende
Slide 1:
Sleepvraag
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2,3
In deze les zitten
27 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
je
tu
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
Combineer de uitgang van de futur simple met het onderwerp.
Petite répétion: le futur simple
-ai
-as
-a
-ons
-ez
-ont
Slide 1 - Sleepvraag
Slide 2 - Tekstslide
Quel est le verbe principale de chaque phrase?
Donne ce verbe à l'infinif.
Vous avez mangé.
Slide 3 - Open vraag
Quel est le verbe principale de chaque phrase?
Donne ce verbe à l'infinif.
Ils ont répondu.
Slide 4 - Open vraag
Quel est le verbe principale de chaque phrase?
Donne ce verbe à l'infinif.
Prya a fait.
Slide 5 - Open vraag
Quel est le verbe principale de chaque phrase?
Donne ce verbe à l'infinif.
On a fini.
Slide 6 - Open vraag
Quel est le verbe principale de chaque phrase? Donne ce verbe à l'infinif.
J'ai été.
Slide 7 - Open vraag
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Vervoeg het werkwoord être:
Je, tu, il.
Slide 14 - Open vraag
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Welke werkwoorden vervoeg je met avoir?
En welke met être?
Slide 17 - Tekstslide
Wat is de passé composé
van 'je tombe' (ik val)?
A
J'ai tombé
B
Je tombé
C
Je suis tombé(e)
D
Je tombé(e)
Slide 18 - Quizvraag
Wat is de passé composé
van 'j'arrive'?
A
J'ai arrivé
B
Je arrive
C
Je arrivé(e)
D
Je suis arrivé(e)
Slide 19 - Quizvraag
Wat is de passé composé
van 'il reste'?
A
Il est resté
B
Il a resté
C
Il est resté(e)
D
Il a resté(e)
Slide 20 - Quizvraag
Quel est le verbe principale de chaque phrase? Donne ce verbe à l'infinif.
Vous avez mangé.
Slide 21 - Open vraag
Wat is de passé composé van
'nous retournons'?( retourner)
A
Nous retourné(e)s
B
Nous retourné(e)s
C
Nous avons retourné(e)s
D
Nous sommes retourné(e)s
Slide 22 - Quizvraag
Wat is de passé composé van
'elle monte'?
A
Elle est montée
B
Elle est montées
C
Elle est montés
D
Elle est monté
Slide 23 - Quizvraag
Wat is de passé composé van
'il reste'?
Slide 24 - Open vraag
Wat is de passé composé van
'vous montez'
Slide 25 - Open vraag
Wat is de passé composé van
'nous restons'?
Slide 26 - Open vraag
Wat is de passé composé van:
'elles tombent'?
Slide 27 - Open vraag
Meer lessen zoals deze
Chap.3 - Gram.- Le passé composé avec avoir et être
Februari 2023
- Les met
31 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Chap.3 - Gram.- Le passé composé avec avoir et être
Februari 2023
- Les met
43 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
3 vwo - chapitre 3 grammaire D
Februari 2023
- Les met
12 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
differentiatieles culture
Februari 2023
- Les met
39 slides
Frans
Secundair onderwijs
formatief examenzinnen
December 2021
- Les met
14 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
3.3 Les pronoms COD et COI
Juli 2024
- Les met
46 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
La consommation collaborative
November 2022
- Les met
14 slides
Frans
Secundair onderwijs
Quiz d´introduction
Augustus 2021
- Les met
15 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3