3Ha/3HVA - week 39 (8)

¡Bienvenidos a la clase de Español!
Meneer Gomez
Jueves, 28 de Septiembre de 2023
1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

¡Bienvenidos a la clase de Español!
Meneer Gomez
Jueves, 28 de Septiembre de 2023

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Las reglas de salón de clases/ Huisregels
  1. Bij binnenkomst spullen op tafel: Boeken, pen en schrift.
  2. Geen mobieltjes in de klas.
  3. Als ik praat, zijn jullie stil.
  4. Steek je hand op als je iets wilt zeggen.
  5. Niet aan elkaar of elkaars spullen zitten.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

¿Qué vamos a hacer hoy? 
(Wat gaan wij vandaag doen?)
1. Huiswerk nakijken

2. Herhalen:
- Presente simple (Tegenwoordige tijd)
- Presente perfecto
(Voltooid tegenwoordige tijd)
- SER, ESTAR, TENER, GUSTAR
LEERPLEIN:

GUÍA DE VIAJES





.


Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Objetivos (Leerdoelen)
Na deze les kun/ken je...
- … de spaanse werkworden in de voltooid tegenwoordige tijd en tegenwoordige tijd vervoegen.
- ... de werkwoord GUSTAR gebruiken.


Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk Nakijken 
(Ejercicio 22 (a, b)

Ejercicio 23 (a, b, c, d)
Ejercicio 24 (a)

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

02:26
El hotel está en....................
A
cerca
B
lejos
C
la estación
D
la esquina

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

  • te voet - a pie
  • ver - lejos
  • dichtbij - cerca
  • uitstappen - bajar
  • het station - la estación
  • naar links - a la izquierda
  • de overstap - el transbordo
  • de halte - la parada
  • de hoek - la esquina

  • aan het eind vd straat - al final de la calle
  • naar rechts - a la derecha
  • de trap - las escaleras
  • voor - delante
  • opstappen - subir
  • de bestemming - el destino
  • de lijn - la línea

Ejercicio 22 a

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pedir y dar direcciones
Naar de weg vragen en de weg wijzen

Empezamos repasando el vocabulario.


Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

6

Slide 9 - Video

Deze slide heeft geen instructies

00:52
Hoe ging hij naar de stad?
A
Coche
B
A pie
C
En bici
D
Tren

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

01:01
Waar was hij?
A
El hospital
B
El parque
C
La casa
D
La estación

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

01:19
El señor pasa por..................... de un importante monumento
A
lejos
B
detrás
C
delante
D
la esquina

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

01:48
Después él gira........................
A
recto
B
a la derecha
C
a la izquierda
D
a la parada

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

02:05
Camino hasta la puerta del Carmín y giro...............................
A
a la izquierda
B
a la línea
C
la esquina
D
a la derecha

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

RepasoHerhaling
.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Presente ( Tegenwoordige tijd)
REGELMATIGE WERKWOORDEN
.
-ar
-er
-ir
Yo
-o
-o
-o
-as
-es
-es
Él/ella/usted
-a
-e
-e
Nosotros
-amos
-emos
-imos
Vosostros
-áis
-éis
-ís
Ellos/ellas/ustedes
-an
-en
-en

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Presente ( Tegenwoordige tijd)
Hablar
Yo
Él/ella/usted
Nosotros
Vosotros
Ellos/ellas/ustedes
habl
habl
habl
habl
habl
habl
o
as
a
amos
áis
an
Ejemplo:

Yo hablo holandés

Ik spreek Nederlands*

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Yo
Él/ella/usted
Nosotros/-as
Vosotros/-as
Ellos/-as
El presente van COMPRAR
 (tegenwoordige tijd)
compro
compras
compra
compramos
compráis
compran

Slide 21 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Presente  ( Tegenwoordige tijd)
Comer
Yo
Él/ella/usted
Nosotros
Vosotros
Ellos/ellas/ustedes
com
com
com
com
com
com
o
es
e
emos
éis
en
Ejemplo:

Yo como pizza

Ik eet pizza*

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Yo
Él/ella/usted
Nosotros/-as
Vosotros/-as
Ellos/-as
El presente (tegenwoordige tijd)
Comer (eten)
como
comes
come
comemos
coméis
comen

Slide 23 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Presente
Escribir
Yo
Él/ella/usted
Nosotros
Vosotros
Ellos/ellas/ustedes
escrib
escrib
escrib
escrib
escrib
escrib
o
es
e
imos
ís
en
Ejemplo:

Yo escribo un email. 

Ik schrijf een email.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Yo
Él/ella/usted
Nosotros/-as
Vosotros/-as
Ellos/-as
El presente (tegenwoordige tijd)
Escribir (schrijven)
escribo
escribes
escribe
escribimos
escribís
escriben

Slide 25 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

¿Y los verbos irregulares....?
ONREGELMATIGE WERKWOORDEN

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

TENER - Hebben
yo                                    tengo
tú                                     tienes
él, ella                            tiene
nosotros                      tenemos
vosotros                       tenéis
ellos, ellas                   tienen
Wanneer gebruiken wij het werkwoord "Tener" in het Spaans?

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

VERBO TENER
¿Cuántos años tienes ?
 Tengo 15 años.  
¿Y tú? 

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

El aspecto físico Het uiterlijk
Para describir el aspecto físico de las personas, necesitas el verbo 'tener'. Om het uiterlijk van mensen te beschrijven, heb je het werkwoord 'tener' nodig:

Tengo el pelo moreno Ik heb bruin haar 
Tienes los ojos verdes Jij hebt groene ogen
Laura tiene el pelo largo Laura heeft lang haar


Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de vervoeging van TENER 
timer
1:00
Lars y Thijs _____ (tener) un perro
Quirine y yo______(tener) amigas en Argentina.
Tú________ (tener) un perro muy bonito.
Yo _______ (tener) un apartamento en Madrid
Peter y tú _____(tener-vosotros) familia en España.

 tienen

tenemos
tienes

tengo

tenéis 

Slide 30 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies



(yo) QUIERO
(tú) QUIERES
(el, ella, usted) QUIERE
(nosotros/as) QUEREMOS
(vosotros/as) QUERÉIS
(ellos, ellas) QUIEREN


ik wil
jij wilt
hij, zij, u wil 
wij willen
jullie willen
zij  willen, u wil (mv)
QUERER 
WILLEN
QUERER is een 
onregelmatig werkwoord.
Zie jij waarom?
Ejemplos:
Yo quiero pizza - Ik wil pizza.
Yo quiero viajar - Ik wil reizen.

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

¿Qué quieres comer?

Slide 32 - Woordweb

esto se puede hacer después de las presentaciones sobre los sistemas educativos
Ser y estar
                                        Ser = zijn                  Estar = zijn/zich bevinden



soy
eres
es
somos
sois
son
Yo
Él/ella/usted
Nosotros
Vosotros
Ellos/ellas/ustedes
estoy
estás
está
estamos
estáis
están

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ser Zijn
onderwerp
vorm
yo
soy
eres
él, ella, usted
es
nosotros
somos
vosotros
sois
ellos, ellas, ustedes
son

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

¡Hola! yo __________(ser) Francis. 
Él ___________ (ser) español. 
Ellos  _______________(ser) amigos. 
¿De dónde ___________ (ser) tú?
Nosotros _____ (ser) de Barcelona.
soy
es
son
eres
somos

Slide 35 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Estar
                  Estar = zijn/zich bevinden



ik ben
Jij bent
hij/zij/ het is/ u bent
Wij zijn
Jullie zijn
Zij zijn
Yo
Él/ella/usted
Nosotros
Vosotros
Ellos/ellas/ustedes
estoy
estás
está
estamos
estáis
están

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Estar

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

¿Dónde _____ (estar) tus amigos?
Ahora, nosotros______(estar) en clase 234.
Y tú, ¿cómo ________(estar)?
Yo _______ (estar) en la casa de mi abuela
Vosotros _____(estar) en Barcelona.
están
Estamos
estás
estoy
estáis

Slide 38 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ser & Estar

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Presente Perfecto ( Voltooid tegenwoordije tijd)

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk nakijken
Presente perfecto

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vervoeging Presente perfecto

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Decir
Dicho
Escribir
Escrito
Hacer
Hecho
Ver
Visto
Abrir
Abierto
Poner
Puesto
Volver
Vuelto
Romper
Roto
Onregelmatige werkwoorden in de presente perfecto.

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

onregelmatige vormen 
'presente perfecto'
decir
hacer
abrir
volver

escribir
ver
poner
romper
dicho
hecho
abierto
vuelto
escrito
visto
puesto
roto

Slide 44 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Preguntas 
.

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

¡Hasta la próxima clase!

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies