6.x Licht Herhalingsslides om te delen

Pak je spullen:                                
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Pak je spullen:                                

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
Suggesties voor vandaag:

  • Oefen met tekenen beeld bij bolle lens
  • Ik kan door de herhalingsslides gaan,
      maar beter als je het zelf doet
  • Naar me toe komen met individuele vragen
  • Kijk gemaakte opgaven na met antwoordenboek, b.v. 62

Slide 2 - Tekstslide

Regels van orde
1e keer:  Waarschuwing --> Maximaal 2 namen op het bord
2e keer: Kleine schrijfopdracht in kabinet --> Max. 2 keer
3e keer: Eruit, naar Loket 21 + werkinhaaluur


Nooit! 
Oordopjes in 
Gooien + Rotzooi maken + Klooien
Eten/drinken 
Mutsen op / Jassen aan / Tassen op tafel  

Slide 3 - Tekstslide

Hierna: 

Herhalingsslides H6.1 t/m H6.5

Slide 4 - Tekstslide

Stralengang tekenen:
1: spiegelbeeld
       van p tekenen
2: stippellijn van p' naar oog
3: lichtstraal van voorwerp naar spiegel,
waar stippellijn de spiegel snijdt.

4: lichtstraal van spiegel naar oog
p .
p' .

Slide 5 - Tekstslide

Lichtstralen tekenen
  • Echte lichtstralen: Doorgetrokken lijnen
  • Met pijltje in de lijn
  • Achter de spiegel is geen licht, dus alleen stippellijnen
  • Bij spiegelbeeld: Stippel je constructielijnen
  •  Laat zien wat loodrecht of wat even lang is

Slide 6 - Tekstslide

Lucht

Water,
of glas,
of plastic,
enz. ...
Breking naar de normaal toe

Slide 7 - Tekstslide

Onthoud: 
- Bij licht van lucht naar water: Breking naar de normaal toe.
- Bij licht van water naar lucht: Breking van de normaal af.

Want: De vis is dichter bij dan
hij lijkt te zijn!



        

Slide 8 - Tekstslide

Tekenregels bij stralengang breking                                                                       
1. Teken de normaal loodrecht op
het oppervlak, zet er n of normaal bij.
2. In het water/glas/plastic knikt de straal
naar de normaal toe. De vis onder teken je dus
dichter bij de normaal, dan als de straal
rechtdoor zou gaan. 
3. Licht gaat altijd van voorwerp af 
naar het oog, dus zet er een pijltje in
naar het oog.

n

Slide 9 - Tekstslide

                  Hol + Bol
Bolle lens = +lens:
Breekt altijd naar de optische as toe.
=convergeert

Holle lens = -lens:
Breekt altijd van de optische as af.
=divergeert

Slide 10 - Tekstslide

Brandpunt
Brandpunt = Het snijpunt van de stralen die evenwijdig op de lens vallen. 

Als je kijkt naar iets wat oneindig ver weg is, dan is komen de stralen evenwijdig aan bij je oog, dus: b=f;
beeldafstand = branpuntsafstand.

Sterkere lens heeft Kleinere brandpuntsafstand!!

Slide 11 - Tekstslide

Drie constructiestralen bij scherp beeld:
  1. Licht  midden door de lens gaat rechtdoor
  2. Licht evenwijdig aan de optische as gaat na de lens door het brandpunt.
  3. Licht dat door het brandpunt gaat,
    gaat na de lens evenwijdig aan de as.
1

2

2

3
3

Slide 12 - Tekstslide

N is de vergroting: Hoeveel keer groter is het beeld

N = B/V (L_b/L_v)

N = b/v 

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Oudziend
  • Ooglens is minder elastisch
  • Je kunt niet goed meer accomoderen.
  • Je hebt een positieve lens nodig

Slide 15 - Tekstslide


Lenzenformule geldt alleen bij een scherp beeld.

b is dus de afstand van de lens tot het scherpe beeld.
v1+b1=f1

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Rekenen met  1 /      -       Voordoen 
                wat is f ?


1. Digitaal maken:                                               dus  
    (soms is dit al gedaan)

2. Omdraaien:        
              
f1=5514
x⁻¹
1/x
5514=0,25454545
f1=0,25454545
f=0,254545451
f=3,93

Slide 18 - Tekstslide

Lenzenformule: 
                                  1. Invullen

                                 2. Digitaal maken              

3. Onbekende vrijmaken
     & uitrekenen: 
4. Omdraaien + juist eenheid:                                     


                 
                         
Wat is b ?
v=5,5cm
5,51+b1=4,11
v1+b1=f1
f=4,1cm
0,1818+b1=0,2439
b1=0,24390,1818=0,0621
b=0,06211=16,1cm

Slide 19 - Tekstslide

Bij een bolle lens kan in deze formule
alleen b negatief zijn.

Als b negatief is, 
dan is er sprake van een virtueel beeld.

Dat beeld ligt dan aan dezelfde kant van 
de lens als het voorwerp.

Dit is het beeld bij een loep of vergrootglas.        
v1+b1=f1

Slide 20 - Tekstslide

Bij constructie van een virtueel beeld, gebruik je dezelfde constructiestralen als bij een echt beeld.

1. Midden door de lens rechtdoor.
2. Evenwijdig aan optische as --> vanaf lens door brandpunt.
3. Alsof straal uit het brandpunt komt, en dan vanaf lens evenwijdig aan de optische as.

Enige verschil is dat je de stralen
na de lens teruguit moet stippelen,
totdat ze bij elkaar komen:
Daar is het beeld.

Slide 21 - Tekstslide