Herhalingsles hoofdstuk 1 Iran

Herhaling hoofdstuk 1
Paragraaf tot en met 4 
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 55 min

Onderdelen in deze les

Herhaling hoofdstuk 1
Paragraaf tot en met 4 

Slide 1 - Tekstslide

Paragraaf 1
Kennismaken met Iran
Hoe kun je kaarten over Iran goed lezen?

Slide 2 - Tekstslide

Op welk continent ligt Iran
A
Europa
B
Midden-Oosten
C
Azië
D
Afrika

Slide 3 - Quizvraag

Noem een verschil tussen Nederland en Iran

Slide 4 - Woordweb

Wat is de juiste uitleg van het begrip kaart:
A
Een tekening
B
Een verkleinde tekening van een gebied
C
Een op een tekening van een gebied
D
Beschrijven van plaatsen en gebieden

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Tekstslide

Is deze kaart een overzichtskaart of een thematisch kaart? Leg je antwoord uit!

Slide 7 - Open vraag

Dit is een thematische kaart --> een kaart met 1 thema

Slide 8 - Tekstslide

De bevolkingsspreiding in Iran is .....
Gelijk
Ongelijk

Slide 9 - Poll

Welke vier dingen hebben je nodig om een kaart te kunnen lezen?

Slide 10 - Open vraag

Stappen om schaal te bereken 
1. De schaal is 1:200.000
2. 1 = 1 cm
200.000 = 200.000 cm
200.000 cm = 2 km 
2. Ik meet met mijn liniaal de gevraagde afstand:
dit is 6 cm
3. 6 x 2 = 12 kilometer 

Slide 11 - Tekstslide

Paragraaf 2
Inzoomen op Teheran
Waarom is inzoomen en uitzoomen zo belangrijk bij aardrijkskunde? 

Slide 12 - Tekstslide

We zoomen in op de hoofdstad Teheran. Je hebt daar een groot verschil tussen het noorden van de stad en het zuiden van de stad

Slide 13 - Tekstslide

Noem een kenmerk van het zuiden van Teheran

Slide 14 - Woordweb

Zuiden: oud, klein, dicht op elkaar, smal
kleine winkels, 


Noorden: Hoog, vrijstaand, nieuw, breed, veel groen, luxe en modern

Slide 15 - Tekstslide

Als ik eerst een wereldkaart bekijk en daarna een kaart van Europa en op het einde een kaart van Nederland. Wat ben ik dan aan het doen?
A
Inzoomen
B
Uitzoomen

Slide 16 - Quizvraag

Als ik een vraag beantwoord wat gaat over het Europa, dan ben ik op ... schaal bezig
A
Lokale schaal
B
Mondiale schaal
C
Continentale schaal
D
Nationale schaal

Slide 17 - Quizvraag

Ik bekijk een kaart over de provincie Utrecht. Welke schaal hoort hierbij?
A
Lokale schaal
B
Regionale schaal
C
Nationale schaal
D
Mondiaal

Slide 18 - Quizvraag

Paragraaf 3
Iran in de atlas
Hoe gebruik je de atlas? 

Slide 19 - Tekstslide

Verdeling aarde 

Slide 20 - Tekstslide

Noorwegen ligt op ....
Hoge breedte
Lage breedte

Slide 21 - Poll

Maastricht ligt op lagere breedte dan Groningen
Juist
Onjuist

Slide 22 - Poll

vier belangrijke onderdelen bij de atlas 
1. Inhoudsopgave: de nummers en de titels van alle atlaskaarten.
2. Bladwijzer: kaart met vakken waarin de nummers van de kaartbladen staan.
3. - Topografische register: alfabetische lijst van alle namen van plaatsen, rivieren en bergen.
-Trefwoordenregister: alfabetische lijst van alle onderwerpen van de kaarten. 
4. Legenda: betekenis van de kleuren en symbolen op de kaarten.


Slide 23 - Tekstslide

Ik wil graag opzoeken door welk land de rivier Elbe stroomt. Waar moet ik gaan zoeken?
A
Inhoudsopgave
B
Bladwijzer
C
Topografisch register
D
Trefwoordenregister

Slide 24 - Quizvraag

Ik wil graag opzoeken hoe veel kaarten er zijn over neerslag. Waar moet ik gaan zoeken?
A
Inhoudsopgave
B
Bladwijzer
C
Topografische register
D
Trefwoordenregister

Slide 25 - Quizvraag

Als je vroeger naar Italië wilde, moest je met de auto over de bergen heen. Tegenwoordig hebben ze mooie tunnels gemaakt, waardoor je veel sneller in Italië bent. Verandert de absolute afstand of de relatieve afstand?
A
Absolute afstand
B
Relatieve afstand

Slide 26 - Quizvraag

Voor de toets:
-Vergeet je liniaal/geodriehoek en rekenmachine niet!!!
-Leerlingen met extra tijd maken eerst de normale vragen, en op het einde de atlasvragen 

Slide 27 - Tekstslide

Aan de slag
In de online methode staat een zelftoets. Dit is een soort oefentoets. 
Vraag 1 mag je overslaan! 

Slide 28 - Tekstslide