Omgaan met Geld

• Burgerschap
• MBO
• Studiejaar 1

Omgaan met Geld

Les 1

Lesdoelen

Aan het eind van deze les kun je:

• Het verschil noemen tussen ‘vaste lasten’ en ‘niet vaste lasten’
  
• Een budget plan maken
  
• Het verschil noemen tussen sparen en schuld
  

Stelling 1

Geld maakt gelukkig

Stelling 2

Ik kom elke maand geld tekort

Stelling 3

Als ik geld overhoud, geef ik dat aan mensen die geld tekortkomen

Stelling 4

Ik weet niet goed waaraan ik mijn geld uitgeef

Geld uitgeef opdracht

Stap 1: ontvang je loon

Stap 2: geef je ‘vaste lasten’ uit. Deze zijn VERPLICHT! (RODE TEKST)

Stap 3: bepaal zelf hoeveel geld je uitgeeft aan dingen die je leuk vindt (GROENE TEKST)

Stap 4: ga weer op je plek zitten

Een budgetplan

Budgetplan maken

Vul het budgetplan in voor jezelf

Gebruik (ongeveer) getallen van vorige maand

Geld lenen is goed

Ja

Nee

Waar spaar jij voor?

'Huur' is een voorbeeld van

1. Vaste lasten
2. Niet vaste lasten
3. Budgetplan

'Drinken met vrienden' is een voorbeeld van:

1. Vaste lasten
2. Niet vaste lasten
3. Budgetplan

Bij 'schuld' zet je geld opzij voor later.

1. Waar
2. Niet waar

TOT VOLGENDE WEEK