Sondevoeding quiz

Waar of niet waar: voor sondevoeding heb je een uitvoeringsverzoek nodig.
A
waar
B
niet waar
1 / 23
volgende
Slide 1: Quizvraag
VerzorgendeMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Waar of niet waar: voor sondevoeding heb je een uitvoeringsverzoek nodig.
A
waar
B
niet waar

Slide 1 - Quizvraag

Wie kan sondevoeding voorschrijven? Meerdere antwoorden mogelijk
A
arts
B
verpleegkundige
C
diëtiste

Slide 2 - Quizvraag

Wat voor soort handeling is sondevoeding?
A
voorbehouden
B
risicovol

Slide 3 - Quizvraag

Slide 4 - Tekstslide

Wat voor sonde zie je hier?
A
Neus-maag
B
PEG
C
MIC-KEY

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Tekstslide

Welke sonde zie je hier?
A
Neus-maag
B
PEG
C
MIC-KEY

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Tekstslide

Hoe noemt men dit?
A
infuussysteem
B
pompset
C
druppelaar
D
buizenset

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Tekstslide

Hoe lang kan een pompset gemiddeld mee?
A
Na ieder gebruik vervangen
B
8 uur
C
12 uur
D
24 uur

Slide 11 - Quizvraag

Hoe vaak dien je de sonde minimaal door te spoelen per dag?
A
2x
B
4x
C
6x
D
12x

Slide 12 - Quizvraag

Op welke temperatuur geef je de sondevoeding? En hoe kan je dit evt. opwarmen?

Slide 13 - Open vraag

  • Niet te koud toedienen
  • Voeding minimaal een halfuur op kamertemperatuur komen 
  • Sneller op  kamertemperatuur krijgen > spoelen met lauw water langs te verpakking
  • Meestal liever niet in de magnetron

Slide 14 - Tekstslide

Waar of niet waar: bij welke sonde controleer je het maagzuur?
A
neus-maag
B
PEG
C
MIC-KEY

Slide 15 - Quizvraag

Wat is de PH-graad van de maag?

Slide 16 - Open vraag

Bij toedienen van sondevoeding houden we een  pH-kleiner dan of gelijk aan 5.5 aan. 

Slide 17 - Tekstslide

Hoe noemen we druppelgewijs sondevoeding gedurende een dagdeel?
A
intermitterend
B
per bolus
C
continu

Slide 18 - Quizvraag

intermitterend: dagdeel/uren van de dag via pomp
continu: kan tot 24/7 via pomp 
per bolus: per 'portie', bijv. met een spuit

Slide 19 - Tekstslide

Individuele afweging per cliënt
Voor en nadelen > zie teams 

Slide 20 - Tekstslide

Iemand valt heel erg af na starten sondevoeding. Wat zou je doen?

Slide 21 - Open vraag

Waarom is mondzorg belangrijk bij sondevoeding?

Slide 22 - Open vraag

  • Minder speekselproductie = minder bescherming
  • Mondgeurtjes
  • Gaatjes
  • Ontstekingen 

Slide 23 - Tekstslide