2.2 Wereld: De groei en opbouw van steden

Hoofstuk 2 Steden
2.2 De groei en opbouw van steden
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoofstuk 2 Steden
2.2 De groei en opbouw van steden

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je weet wat het verschil is in groei van steden in rijke en arme landen.
  • Je begrijpt wat de oorzaak is van het verschil in inrichting van steden in rijke en arme landen.
  • Je kunt de plattegrond van een stad in een rijk en in een arm land tekenen.


Slide 2 - Tekstslide

HERHALING
Waar liggen veel succesvolle steden?
A
In de bergen
B
Aan het water
C
Dichtbij andere landen
D
Dichtbij het platteland

Slide 3 - Quizvraag

De ligging van steden kun je verklaren door de ligging langs
A
handelswegen
B
rivieren
C
aanwezigheid grondstoffen
D
vruchtbaar gebied

Slide 4 - Quizvraag


Wat is de verstedelijkingsgraad?
A
De jaarlijkse groei van de stad.
B
Het vestigingsoverschot.
C
Het percentage mensen van een land in de stad.
D
De groei van steden.

Slide 5 - Quizvraag

Wat was urbanisatie/ verstedelijking ook alweer?
timer
1:00

Slide 6 - Open vraag

Lezen §2.2
In stilte ...




timer
3:30

Slide 7 - Tekstslide

Rijke en arme steden
Een stad in een arm land ziet er anders uit dan een stad in een rijk land. Deze paragraaf gaat over dit verschil. 

Slide 8 - Tekstslide

Steden in rijke landen
- Bestaan en groeien al heel lang: sinds industriële revolutie (1750-1900);

- Rond centrum kwamen fabrieken en woningen voor arbeiders;

- Vanaf 1960 => mensen steeds rijker => willen rust en ruimte => naar platteland (suburbanisatie)!

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Steden in rijke landen
- Veel mensen wonen in dorpen, rond de stad;

- Dorpen groeien => kleine 'woonsteden' met laagbouw = suburbs;

- Suburbs horen bij stad.

Slide 11 - Tekstslide

Bij ons heet suburb Vinex wijk. Zoek een plaatje van een vinex wijk op.
timer
1:30

Slide 12 - Open vraag

Steden in rijke landen
Centrum = vol met wolkenkrabbers => kantoren, winkels en uitgaansgelegenheden.

Dit centrum heet CBD (Central Business District):
- Zakencentrum
- Bijna niemand woont er (te duur!)

Slide 13 - Tekstslide

Wat is de betekenis van CBD?
A
Central Boeren District
B
Central Business District
C
Central Bedrijfs District
D
Corona Bier District

Slide 14 - Quizvraag

Het CBD van een stad heeft vooral
A
hoofdkantoren, financiële en culturele instellingen
B
een woonfunctie voor lage inkomens

Slide 15 - Quizvraag

Wat is een suburb?
A
CBD
B
het centrum
C
Een (Amerikaanse) voorstad waar mensen gingen wonen dankzij de toegenomen welvaart
D
een woonwijk die grenst aan industriële terreinen

Slide 16 - Quizvraag

Steden in arme landen
Arme landen = urbanisatie vanaf 1960. Oorzaak = mensen naar steden voor werk!

Vaak aan rand van stad een huisje bouwen van slecht materiaal => krottenwijken!

Krottenwijken vind je op gevaarlijke plekken: spoorlijn, steile helling enz.

Slide 17 - Tekstslide

Stad in een arm land
Dus: 
  • Mensen met weinig geld wonen aan de rand van de stad. 
  • Veel mensen wonen in krottenwijken: huizen met slechte bouwmaterialen, geen riolering, zonder waterleiding. Als mensen hier lang wonen, gaan ze hun 'krot' opknappen. 
  • Klein CBD, een aantal buurten voor de middenklasse en de rijke. 

Slide 18 - Tekstslide

Planning
Groot verschil rijk en arm = goede stadsplanning.

Stadsplanning = van tevoren een plan maken over inrichting stad. Hierbij horen regels en wetten over waar je mag bouwen.

Rijk = genoeg geld voor infrastructuur.
Arm = te weinig geld, groei zo snel dat planning niet lukt.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Wat is infrastructuur?
A
De structuur van de stad
B
De structuur van de mensen
C
Alle wegen,water-wegen, spoorwegen die vervoer mogelijk maken
D
Alle vervoer

Slide 21 - Quizvraag

rijk land
arm land
stadsplanning
krottenwijk
CBD
suburbs

Slide 22 - Sleepvraag

Waar is urbanisatie eerder begonnen?
A
In de arme landen.
B
In de rijke landen
C
Op de maan.

Slide 23 - Quizvraag

Welk begrip past hier goed bij?
A
Krottenwijk
B
Suburb
C
CBD

Slide 24 - Quizvraag

Wat is stadsplanning?
A
Een plan voor hoeveel mensen er in een stad kunnen wonen
B
Een plan voor de inrichting van een stad
C
Een plan om het verkeer in een stad te regelen
D
Een plan om een CBD te kunnen bouwen

Slide 25 - Quizvraag

Je maakt...
Opdr. 1 - 4 - 5 - 6.

Klaar?
1. Nakijken (aan docent laten zien!);

2. AANSLUITEN LESSONUP-KLAS!

Slide 26 - Tekstslide

HUISWERK!
§2.1 | 1 - 2 - 4 - 5 af!
§2.2 | 1 - 4 - 5 - 6 af!

Na §2.3 = SO §2.1 t/m §2.3!


Slide 27 - Tekstslide