Even kopiëren/plakken en je hebt dezelfde uitleg in 7 minuten!
Slide 18 - Tekstslide
Homozygoot zijn voor 1 erfelijke eigenschap betekent 2 gelijke genen.
A
juist
B
Onjuist
Slide 19 - Quizvraag
Dominant betekent bij erfelijkheid
A
Zwak. Kleine letter gebruiken
B
Zwak. Grote letter gebruiken
C
Sterk. Kleine letter gebruiken
D
Sterk. Grote letter gebruiken
Slide 20 - Quizvraag
Wat is een allel?
A
Dit is een andere benaming voor een gen
B
Dit is een erfelijke ziekte
C
Dit is een mutatie in en geslachtschromosoom
D
Dit is een variant van een gen
Slide 21 - Quizvraag
Iemand gaat zijn haren verven. Verandert ze hierdoor haar genotype of fenotype
A
Fenotype
B
Genotype
Slide 22 - Quizvraag
Bij welke van deze kruisingen hebben alle nakomelingen hetzelfde genotype? Maak de schema's in je schrift.
A
RR x rr
B
Rr x rr
C
RR x Rr
D
Rr x Rr
Slide 23 - Quizvraag
Wat is het doel van een kruisingsschema?
Slide 24 - Open vraag
Het opstellen van een kruisingsschema
Wat zijn de gegevens?
Wat zijn de fenotypen en genotypen van de ouders?
Wat kunnen de geslachtscellen voor gen bevatten?
Welke mogelijkheden zijn er voor het versmelten van een eicel en een spermacel
Slide 25 - Tekstslide
Een kruising (oude toetsvraag)
Bij fruitvliegen is de eigenschap voor rode ogen dominant over dat van witte ogen. Een homozygote vlieg met rode ogen wordt gekruist met een vlieg met witte ogen. De nakomelingen (kinderen) worden onderlng gekruist zodat een F2 (kleinkinderen) ontstaat.
Werk deze kruising uit
Slide 26 - Tekstslide
Stap 1 Gegevens
Oogkleur fruitvlieg
Rood of wit
Rood is dominant, wit is dus recessief
vlieg met rode ogen is homozygoot
Slide 27 - Tekstslide
stap 2 fenotype en genotype
fenotype: Witte ogen
genotype: homozygoot recessief
aa
stap 2 fenotype en genotype
fenotype: Rode ogen
genotype: homozygoot dominant
AA
Slide 28 - Tekstslide
Een kruisingsschema
P: AA x aa
Geslachtscellen: A a
Slide 29 - Tekstslide
welk fenotype hebben alle vliegen van f1?
A
rode ogen
B
witte ogen
Slide 30 - Quizvraag
Een kruisingsschema
P: AA x aa
Geslachtscellen: A a
F1: Aa
Aa x Aa
Geslachtscellen: A of a A of a
F2:
Slide 31 - Tekstslide
Hoeveel kans heeft een nakomeling van de F2op witte ogen?
A
100%
B
75%
C
50%
D
25%
Slide 32 - Quizvraag
Kijkend naar dit kruisingsschema, wat is dan de kans op homozygoot dominant?