In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Mediawijsheid
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Video
Programma
Mediawijsheid introductie
Waarom mediawijsheid in het onderwijs?
Privacy
Slide 3 - Tekstslide
Mediawijsheid
"Mediawijsheid staat voor het slim en verantwoord om kunnen gaan met online en offline media. Je moet daarbij doorhebben hoe media jouw dagelijks leven beïnvloeden en hoe je er het beste uit kan halen - voor jezelf en voor anderen"
(bron: Mary van Berkhout- Mediawijzer)
Slide 4 - Tekstslide
Waarom mediawijsheid in het onderwijs?
Leerlingen -> veel gebruik van internet-> basisbehoefte verbondenheid
Huidige generatie ->groeit op in een wereld vol media
Bewust maken van mogelijkheden én risico's en leren hoe ze daarmee om moeten gaan
School kan helpen de online weerbaarheid te vergroten. daarom in gesprek -> samen mediawijs
Slide 5 - Tekstslide
PRIVACY
Slide 6 - Tekstslide
Wat zet jij online? Scherm je dit wel/niet af?
Slide 7 - Open vraag
Slide 8 - Video
Een man gaat langs de deur en vraagt of hij foto’s van kinderen mag zien.
Hoe reageren mensen?
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Video
Facebook
-wil bij installeren toegang tot
jouw contacten en agenda.
-tevens inzien van contacten, sms-berichten lezen en gesprekkenlijst inzien
Slide 11 - Tekstslide
Wat voor wachtwoord gebruik jij online?
A
Een kort wachtwoord dat makkelijk te onthouden is, zoals je voornaam.
B
Een paar cijfers, zoals je geboortedatum.
C
Een combinatie van letters, hoofdletters en cijfers, zoals MEW!sp1k?.
Slide 12 - Quizvraag
Als je iets op Facebook zet, blijft het daar voor altijd staan. Klopt dat?
A
Dat ligt aan je instellingen.
B
Nee, je kunt dingen eenvoudig weer wissen.
C
Klopt, ze bewaren je gegevens voor altijd.
Slide 13 - Quizvraag
Wie kent het wachtwoord van je e-mail of computer?
A
Alleen mijn beste vriend(in)
B
Niemand, alleen ik.
C
Mijn vrienden.
Slide 14 - Quizvraag
Ga je na (deze les) op internet nu anders om met foto's/filmpjes die je online zet? Leg uit waarom wel/niet